IN LIEFDEVOLLE HERINNERING
§?®1S i
ZEELAND 17
Jo Linssen maakte van de oude smederij in Zonnemaire een muziekkroeg.
De verzamelaar, handelaar én muziekliefhebber in hart en nieren liet mooie verhalen na.
mi
mmi
Stapte je bij Jo Linssen in
Zonnemaire over de
drempel dan stapte je
hoogstwaarschijnlijk
met iets onder je arm de
deur weer uit. Een handelaar was
het, een verzamelaar én een groot
muziekliefhebber. De man die de
oude smederij in Zonnemaire wist
om te toveren in 'muziekkroeg-
van-naam' d'Ouwe Smisse, overleed
kort na een pacemakeroperatie in
2008. Oudste dochter Ingrid Koop-
man-Linssen: „Zijn humor mis ik
nog het meest."
Hij diste de mooiste verhalen op
over zijn jeugd. „Hij kon megagoed
vertellen." Zelf weet Ingrid eveneens
moeiteloos een krant te vullen met
anekdotes over haar vader. Jo Linssen
was een markante verschijning. „Ja,
dat heb ik zelf ook wel zo ervaren.
Als kind al was het anders. Het was
best een impulsief type, vind ik. Dan
kwam er weer een konijn mee. Wat
moet je nou met een konijn op een
flat? Zo was er altijd wel wat."
Die flat stond in Amsterdam, Wa
tergraafsmeer. De plek waar Ingrid
met haar zusje en broertje aanvanke
lijk groot groeide. En waar naast een
konijn, schildpad en ara's ook 'zo'n
Pipi Langkousaapje' een onderkomen
vond. „Kees! Ik weet alleen nog dat
hij altijd tegen het gaas aan ging
staan en de kamer in pieste." On
schuldig vergeleken bij de meerkat
die eerder deel uitmaakte van het
huishouden. „Het was hip om een
aap te hebben in die tijd, maar een
chimpansee was te duur. Dus had
den mijn ouders een mannetjes meer
kat. Die was helemaal gek op mijn
moeder, maar ook hartstikke gevaar
lijk." Toen zij een keer weg moest,
nam Jo de voedertaak van zijn vrouw
over. „En is hij met een slagaderlijke
bloeding naar het ziekenhuis afge
voerd."
Begin jaren 70 verhuisde het gezin
naar Zonnemaire. Pa en ma Linssen
wilden, voor hun kinderen, Amster
dam uit. Jo tikte d'Ouwe Smisse op
de kop en maakte er eigenhandig een
muziekkroeg van, die in 1977 geo
pend werd. Ingrids moeder zorgde
ondertussen voor een vast inkomen,
eerst nog vanuit Amsterdam - later
vanuit huis in Zonnemaire. Daar
draaide Jo in d' Ouwe Smisse zijn mu
ziek, schonk drank en stookte de
haard op. „Hij gooide alles op het
vuur. Wat hij maar voor handen
kreeg." Zoals die prachtige piano met
gefineerd notenhout, die hij - op een
gegeven moment kapot - zo de grote
haard induwde in de veronderstel
ling het instrument stukje bij beetje
op te kunnen branden. „Ze hebben
met man en macht moeten blussen."
Kleurrijk was Jo. Een man van
twaalf ambachten, dertien ongeluk
ken. Hij werkte op de Holland-Ameri-
kalijn, bij Wagon-Lits en bij een
bank, zat in de schoenen en bij de
commando's. „Daar mocht je kiezen
wat je wilde doen en hij dacht: dan
word ik wel trommelaar. Want hij
was ook van z'n gemak hè. Het was
echt een drukker. Maar hij moest
toch gewoon alle oefeningen doen en
kreeg ook zijn groene baret." Als opa
was hij 'fantastisch'. „Op kinderfeest
jes was opa de grootste attractie."
Voor zijn eigen kinderen was hij op
sommige fronten best streng. Eten
met je ellebogen op tafel? Echt niet.
En vloeken? Dat was uit den boze.
Tot hij zelf, geveld door enkele tia's,
de ene na de andere vloek uit zijn
mond liet rollen. Ingrid, vaderskindje
maar aan de persoonlijkheid van
haar pa gewaagd, trok op haar beurt
daarover vloekend haar mond open.
Dat hielp.
Zijn eerste tia kreeg hij een jaar of
vijftien geleden. Afschuwelijk vond
Jo dat, maar er viel mee te leven. Dat
bleek niet te gelden voor de pacema
ker die hij kreeg omdat zijn hartslag
veel te laag was. „Hij ging juichend
naar het ziekenhuis toe. Hij zou
straks weer zo fit als een hoentje
zijn. Maar het is fout gegaan", blikt
Ingrid op de operatie terug. Na helse
pijn overleed Jo een week of twee la
ter als gevolg van acute bloedvergifti
ging. Ingrid sprong direct in de regel-
stand en kreeg nauwelijks de tijd om
het verlies van haar vader tot zich
door te laten dringen. Amper twee
maanden na Jo's dood bleek haar
man Hans ernstig ziek. Zijn dood
volgde nog geen anderhalfjaar later.
Achteraf gezien stond Ingrid jaren
lang in de overlevingsmode. „Ik heb
Hij ging juichend naar
het ziekenhuis toe.
Hij zou straks weer
zo fit als een hoentje
zijn. Maar het is fout
gegaan
Kleurrijk was
Jo Linssen.
Een man van twaalf
ambachten,
dertien ongelukken
er nooit op die manier over nage
dacht, maar de laatste tijd valt op
eens alles op z'n plek." Waait er weer
een frisse wind door haar hoofd,
voelt ze weer lucht. Tuurlijk mist ze
Jo, zonder meer. „Maar ik heb er ook
vrede mee zoals het is."
En de mooie verhalen neemt ze
voor altijd mee. Over de schuur vol
met spullen die hij overal en nergens
op de kop tikte. „Als hij op slinkse
wijze iets voor een appel en een ei
kon kopen en je vervolgens een poot
uit kon draaien dan deed hij dat. Ik
kreeg de naaikist van mijn oma, maar
die hield ze bij haar thuis. Ze zei: 'An
ders verkoopt Jo hem toch'." Zelf ver
zamelde hij alles wat met motoren te
maken had en natuurlijk met zijn gro
te liefde muziek. Hij bracht 13.000 el
pees bij elkaar en was een onuitputte
lijke bron van kennis. 'Jo-muziek';
dat was muziek uit de jaren 30 tot en
met 60. Ingrid sprong, na zijn tia's,
een tijdje bij bij het maken van zijn
programma 'Met ruis geen bezwaar'
voor Radio Schouwen-Duiveland.
„Het was een sport om iets nieuws te
vinden wat in zijn straatje paste. Wat
door Jo werd getolereerd. Want zeker
met muziek was het zo: het moest al
lemaal wel op zijn manier."
zaterdag 2 juli 2016
Jo Linssen
07-10-1934
12-10-2008
'Zijn humor mis ik het meest'
Esme Soesman
•y,v uAP
Jo Linssen in
d' Ouwe Smisse.
Foto boven: Ingrids va
der Jo en haar overle
den man Hans Koop
man
Heeft u ook mooie herinneringen
aan een overleden dierbare? En is er
een datum die daarom speciaal voor
u is? U kunt uw verhaal doen in 'In lief
devolle herinnering'. U kunt contact
opnemen met Ab van der Sluis:
08801-30203,
chefnieuws@pzc.nl.