16 ZEELAND
Haar eerste
woordjes
waren 'zelf
doen' en 'jas
aan'. Ze
typeren nog
steeds
fotograaf llona
Kamps
Wie is llona
Kamps?
PORTRET ILONA KAMPS
Opgeven kon ik
niet maken.
Dat zit niet in
mij, zoals het
ook niet in
Alfonsina zat
Ik was een wild
kind, maar met
een viewmaster
kon ik mij een
hele middag
vermaken
Ik hou van
grenzen die
variabel zijn.
Zoals je in
Zeeland eb en
vloed hebt
llona Kamps is op 16 fe
bruari 1965 geboren in
Pijnacker. Ze groeide op in
Delft. Ze studeerde aan de
School voor Fotografie in
Den Haag. Sinds 1989
werkt ze als freelancer. Zes
jaar geleden vestigde ze
zich in Zeeland, eerst in
Veere, later in Stroodorp
(zie foto, genomen door
Kamps). Daar woont ze sa
men.
Ze werkt nog steeds twee
dagen per week in Rotter
dam.
Een overzicht van haar
werk - mensen, portretten,
het dagelijks leven, land
schappen en reportages - is
te vinden op www.ilona-
kamps.nl.
Op de site is een aparte sec
tie gewijd aan Kamps' wie-
Ierfoto's en haar project
over Alfonsina Strada, zo
als de making of, een kijkje
in het boek en de mogelijk
heid om het te bestellen.
Als ze iets wil, dan moet het
gebeuren. Misschien niet
meteen, maar wel morgen,
llona Kamps zit in de tuin van het
huis dat ze met haar man nieuw
heeft gebouwd in Stroodorp, een
rijtje huizen op een Noord-Beve-
landse dijk. In de tuin liggen nog
planken, binnen staan de deuren
tegen hun posten geleund, wach
tend op een verfbeurt.
Op een geïmproviseerd tuinta-
feltje ligt een prachtig boek, geti
teld Alfonsina. De ondertitel luidt
in drie talen Wielrennen is mijn le
ven, Cycling is my life, II ciclismo la
mia vita. Het is meer beeld dan
tekst over Alfonsina Strada, de eni
ge vrouw die ooit - in 1924 - de
loodzware Ronde van Italië fiets
te, gewoon tussen de mannen.
Kamps, die zelf graag op de race
fiets zit en als fotograaf menige
wielerwedstrijd op een heel eigen
wijze vastlegde, volgde drie jaar
lang het spoor van de in 1959 over
leden wielrenster. Ze herkende
haar lef en doorzettingsvermogen.
Omdat de plakboeken van Strada
verloren gingen in een vochtige
kelder, legde ze tegenover de over
leden Italiaanse wielrenster de
plechtige belofte af haar leven op
nieuw vast te leggen.
Het resultaat is een boek met fo
to's die vaak ogen alsof ze vóór de
Tweede Wereldoorlog zijn ge
maakt, maar het is Kamps' visie
op het leven van Strada. De mees
te foto's zijn genomen op locaties
die belangrijk waren in Strada's le
ven, maar sommige zijn stiekem
op Noord-Beveland gekiekt. Via
crowdfunding zamelde Kamps
het geld in dat nodig was om het
boek uit te geven. Het papier is
luxe, de vormgeving is opvallend
en eigenzinnig en hoewel ze weet
dat er een enkel foutje in zit, is dit
het boek geworden waarvan ze
droomde.
Een luxe fotoboek over een verge
ten Italiaanse wielrenster, dat is
niet de gemakkelijkste opgave.
„Nee, maar ik wilde haar recht
doen. Ik deed die belofte aan haar,
aan iemand die ik toch beschouw
als een diva van het cyclisme, ie
mand voor wie het niet snel goed
genoeg is. Dat inspireerde me. Zij
wilde nooit opgeven, dus dat kon
ik natuurlijk ook niet maken. Al
die jaren dat ik bezig was, heb ik
daar wel aan gedacht. Maar het zit
niet in mij, zoals het ook niet in
haar zat. Daar zie ik wel een gelij
kenis. Bas Steman, een van de au
teurs die teksten voor mijn boek
hebben geleverd, zei: Ik weet niet
of llona dat verhaal van Alfonsina
heeft gevonden, of dat het verhaal
llona heeft gevonden."
Wanneer wist je dat je fotograaf
wilde worden?
„Als kind al. Mijn vader was ook
fotograaf. Hij werkte aan de uni
versiteit in Delft, waar hij reporta
ges maakte, vaak over technische
dingen. Ik liep altijd achter hem
aan, in de hoop ook even door de
lens van zijn Leica te mogen kij
ken. Ik was dyslectisch. Het is een
beetje achteraf praten, maar mis
schien was ik daardoor al meer op
beeld gericht dan andere kinde
ren. Ik was een wild kind, wilde al
tijd naar buiten, maar met een
viewmaster kon ik mij een hele
middag vermaken. Ik vond het
een kaleidoscoop, ik kon het
sprookje van Assepoester tiental
len keren bekijken. Ander speel
goed interesseerde me niet.
Op mijn achtste kreeg ik de
Agfa clack van mijn opa. Mijn va
der gaf me voor de vakantie dan
twee rolletjes met twee keer
twaalf foto's. Dat moest je goed
kiezen wat je maakte."
Ben je niet altijd een beetje een
ouderwetse fotograaf gebleven?
„Dat vind ik niet. Het gereedschap
is veranderd, maar het vak niet.
Photoshop gebruik ik zoals ik in
de donkere kamer sta. Ik heb wei
nig spullen. Maar één camera en
twee lenzen. Ik heb niet zoveel no
dig. Die beperking houdt me crea
tief en als ik reis is het slim om
weinig bij me te hebben, want dat
moet ik alleen maar meesjouwen.
Ik ben nooit van de tradities afge
stapt, maar ik zoek wel de grens
op. Ik hou van beweging in mijn
foto's en ik werk bewust met
scherpte en onscherpte. Veel foto
grafen durven dat niet."
Is dat iets wat bij je hoort, gren
zen opzoeken?
„Ik hou helemaal niet van dat
woord. Grens. Wat een vreselijke
term. Ik hou van grenzen die varia
bel zijn. Zoals eb en vloed. Dat
vind ik interessant. Als mens heb
je ook te maken met variabele
grenzen. Dat vind ik interessant
aan het leven. Je hebt goede din
gen, je hebt minder goede dingen.
Daar moet je het maar mee doen.
Een grens legt dingen vast. De
grens van een land, dat is toch ei
genlijk heel raar? Zo bedacht."
Je noemt Zeeland. Is die grenze
loosheid iets wat je aantrok?
„De liefde heeft me naar Zeeland
gebracht. Maar toen de gelegen
heid zich voordeed om hier naar
toe te komen, was de keuze niet
moeilijk. Als kind was ik hier al
vaak. We gingen op vakantie naar
Haamstede. 'Waarom blijven we
hier niet?', vroeg ik aan het eind
van elke vakantie. De eerste
woordjes die ik sprak waren 'zelf
doen' en 'jas aan'. Ik wilde altijd
naar buiten. Ik heb ook veel ge
reisd, vaak op de fiets achter de
verhalen van mijn reportages aan.
Hoe leger een landschap wordt,
hoe fijner ik het vind. Ver kunnen
kijken, fietsen van dijkje naar dijk
je, niet weten wat daar achter zit,
dat vind ik spannend. Als we vroe
ger door Zeeland reden, rende ik
uit de auto zodra we stopten. Mijn
broers bleven lekker zitten. 'Wat
zie je?', vroegen ze. 'Land', riep ik
dan. Het landschap zit ook altijd
in mijn werk. Wat me fascineert
is hoe mensen en de openbare
ruimte zich tot elkaar verhouden.
Dat is ook hoe ik wielerkoersen fo
tografeer. Ik zie het als gebeurte
nissen die het openbare leven
doorsnijden. Twee seconden en
het is weer weg. En iedereen die
daar zo opgewonden over raakt.
Dat fascineert mij."
Je sport zelf ook graag.
„Vanaf mijn negende ben ik gaan
zwemmen, 's Ochtends om kwart
voor vijf een kwartier fietsen naar
het zwembad. Ik had wel de disci
pline, maar ik had niet de wil de
wedstrijd te winnen. Ik was te aar
dig. Met fotografie wil ik wel de
beste zijn, maar zonder me tegen
een ander af te zetten. Ik hou van
individuele sporten. Ik heb aan at
letiek gedaan, maar ik was vaak ge
blesseerd. Toen ben ik gaan fiet
sen. Cyclo's en Grand fondo's,
tochten over meerder cols en
meerdaagsen als Le Trophée de
l'Oisans Trans Alp of de Giro d'
Dolimiti. Een beetje het marathon
lopen onder het fietsen. Kijken
hoe ver je kon komen, je eigen
grens verleggen. Zo ben ik in het
wielerwereldje terechtgekomen.
Het gevoel van ontberingen wilde
in in beeld brengen. Ik ben altijd
op zoek naar een verhaal. Ik kan
de koers fotograferen, maar ook
het publiek dat naar de koers
kijkt, of de mechaniekers en de
soigneurs die zorgen dat een wiel
renner presteert. Wielrennen is
als het leven. Het leven is een ko-
ninginnerit, we gaan over toppen
en af en toe door een dalletje. We
moeten afzien, of overwinnen te
genslagen, zo zit ik er wel een
beetje in."
En hoe breng je dat in beeld?
„Als kind was ik onbevangen en
onbevooroordeeld. Zo probeer ik
nog steeds naar de dingen te kij
ken. Niet oordelen, maar kijken en
proberen te begrijpen."
zaterdag 18 juni 2016
Ernst Jan Rozendaal