IN LIEFDEVOLLE HERINNERING U tt 19 „Ik wil me de zonnige, blije kant van Bob herinneren. Zo zit hij voor altijd in mijn hart", vertelt Irene Steendam. Ze verloor haar zoon toen hij 23 jaar was. Een lieveheersbeestje landde in het zieken huis op het lichaam van Bob Elders. Het wandelde langzaam van zijn borst naar zijn benen en terug. De jongen was toen net overleden. Dat beeld blijft Irene Steendam bij. „Een prachtig symbool. Na al het vre selijks dat er is gebeurd was dat zo mooi, zo ontroerend. We hebben het beestje later buiten in de struikjes ge zet." Irene Steendam kijkt met pijn in het hart terug naar die trieste dag in april 2011. Zij vond haar zoon in zijn geboortehuis in Vlissingen, waar hij de dood verkoos. 'Eindelijk rust in je verwarde hoofd en je gejaagde lijf. Dag m'n lief, lief en ook zó eenzaam en ver scheurd kind', schreef zij in de rouwadvertentie. Woorden van een dieprouwende moeder. Zij verloor twee jaar eerder haar dochter Eve lien aan ziekte. Evelien werd 36 jaar. Woorden ook die in een notendop de strijd weergeven die haar zoon de laatste jaren van zijn leven voerde. Een zachte glimlach verschijnt op haar gezicht als ze vertelt over de eer ste jaren van haar zoon. „We hadden eigenlijk niet meer verwacht dat we nog een kind zouden krijgen. En toen diende Bob zich aan. Ons nako mertje. Ons derde kind. Hij was een prachtig cadeautje." „Zijn babykamer was wit met geel en een muisgrijze vloerbedekking. Zonnig. Zo was Bob ook. Ik had een parttime baantje dus wij waren heel veel samen. Op de bank boekjes le zen, muziek luisteren, dansen. Naar de kinderboerderij, schaapjes aaien." „Op de lagere school moest hij erg wennen. Gaandeweg vond hij z'n draai. Maakte vriendjes en vriendin netjes. Hij was een blij kind. Gek op Bassie en Adriaan." Lachend: „En Mister Bean. Daar keken we altijd naar. O, wat hebben we gelachen om die man. Bob genoot daar echt van. Hij was in die tijd vrolijk. Schreef van die kleine briefjes aan me. Hij plukte vaak bloemetjes voor me." Ze valt even stil. Tranen glinsteren in haar ogen. „Zo wil ik me Bob her inneren. Vrolijk, zonnig. Een sociaal kind ook. Niet alle vreselijks dat later gebeurde. Toen Bob een jaar of zeven was, gingen z'n vader en ik uit el kaar. Het ging echt niet meer. Ik wil de groeien. Een opleiding volgen. Me verder ontwikkelen." „Onze oudste zoon bleef bij zijn vader wonen en Bob ging met mij mee. De eerste jaren ging dat goed. Er was een goede omgangsregeling. Maar gaandeweg ontstonden er span ningen. Toen Bob een jaar of 11,12 werd, liepen die steeds verder op. Hij werd brutaler, boos. Hield zich niet aan afspraken over eten en tijdstip van thuiskomen. Op zijn 13de is hij naar zijn vader vertrokken. Met al z'n spullen. We bleven gewoon con- tact houden. Hij kwam regelmatig bij me. Maar zijn gedrag veranderde. Hij werd opstandig. Op school ging het minder. Volgens zijn vader was er niets aan de hand en ging het pri ma met hem." „Ik heb het gevoel dat ik hem toen al langzaam ben kwijtgeraakt. Hij werd steeds meer onbereikbaar. Niet alleen voor mij. Ook voor anderen. Hij blowde vaak. Veel later heb ik ge hoord dat hij ook allerlei pillen ge bruikte. Door die drugs veranderde zijn gedrag nog sterker. Agressief, on verdraagzaam. Hij kreeg psychoses. Dacht dat hij werd achtervolgd. Je kon geen grip meer op hem krijgen. Dat geeft zo'n gevoel van onmacht. Hij is even opgenomen bij Emergis, maar daar stuurden ze hem binnen de kortste keren weer naar huis." „Op zijn 18de is hij op zichzelf gaan wonen. In een flatje in Vlissin gen. Daar ontving hij zijn vrienden. Goede, maar zeker ook zijn slechte vrienden. Want ja, Bob had een ei gen huisje. Bob had een gevulde koel kast. Dat was makkelijk. Daar is ook wel misbruik van gemaakt." „Soms belde hij: 'Goh mam, zullen we even wandelen. Dan gingen we naar Dishoek, wat eten en drinken. Ondanks zijn drugsgebruik heeft hij altijd gewerkt. Nooit schulden ge maakt. Op het laatst was hij bezig met zijn eigen bedrijfje Bob's Steiger bouw. Z'n droom." Uiteindelijk kwam die fatale dag in april. „Bob was helemaal in de war. Hij was bij z'n vader. Ik ben daar naartoe gegaan. Volgens zijn va der zat hij boven. In zijn kamer. Ik zie me nog de trap oplopen. En de tweede, naar zolder. Het was zo stil, eng stil. Ik zag zijn silhouet. Alsof hij aan het bidden was. Toen bleek dat Bob was, voor alles zo vreselijk mis ging, zo'n vrolijke en blije jongen. Hij was een rustig en sociaal kind Op Bobs graf staat een boomstam, in de steigers. Zijn droom was een eigen steigerbouwbedrijfje hij zichzelf had omgebracht met het koord van zijn joggingbroek. Zijn va der en ik hebben geprobeerd hem te reanimeren. We hebben zijn hart nog aan het kloppen gekregen. Dat is in de ambulance en in het zieken huis ook geprobeerd. Vergeefs." „Ik mis hem zo vreselijk. Ik merk dat ik een luikje sluit als mensen vra gen hoe het gaat, wat het met me ge daan heeft. Daar kan ik alleen over praten met mensen die heel dicht bij me staan." „Na zijn dood heb ik mezelf in de overlevingsstand gezet. Ik ben heel hard gaan werken. Ik werk voor de Raad voor de Kinderbescherming. Ook toen Bob nog leefde. Daar doe ik veel gezag- en omgangszaken. Daarin krijg je te maken met ouders die in een vechtscheiding zitten. Ik merk dat ik dat wat er met Bob ge beurd is, gebruik in mijn werk. Hij zit niet in de stoel naast me hoor. Maar hij is er altijd, net als Evelien. Ze zitten in mijn hart. Maar ik kan mijn privé en mijn werk goed schei den. Dat moet ook." „Op de dag van Bobs begrafenis vond ik een dubbeltje. Uit 1968. Het jaar waarin mijn vader overleed. Ik was toen nog zo jong. Dat verlies heeft mijn puberteit ook getekend. Het dubbeltje heb ik aan mijn arm band laten zetten. Het is alsof mijn vader zo wil laten weten dat hij er nu verder is voor Bob." zaterdag 11 juni 2016 Bob was zo'n prachtig cadeautje Annemarie Zevenbergen Irene Steendam knuffelend met Bob tij dens de mooie eerste jaren van zijn leven. Heeft u ook mooie herinneringen aan een overleden dierbare? En is er een datum die daarom speciaal voor u is? U kunt uw verhaal doen in 'In lief devolle herinnering'. U kunt contact opnemen met Ab van der Sluis: 08801-30203, chefnieuws@pzc.nl. Bob Elders 20-06-1987 03-04-2011

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 55