Q:
23
jÊk
Verslaggever Hans Klippus noemt Muhammad Ali een van zijn
jeugdhelden. Dat is opmerkelijk, want hij was tijdens diens partijen
vaak juist tégen die bokser met zijn grote mond.
4
MUHAMMAD AL11942-2016
1976
1978
1980
REACTIES
'Hij was een kampioen
op het gebied van
mensenrechten en
een rolmodel voor
veel mensen'
et was een
slappe hand
druk. Vooral
die kan ik me
van de korte
ontmoeting
met Muham
mad Ali in 1976 herinneren. Ik
weet niet meer wat hij tegen me
zei. Óf dat hij überhaupt wat zei.
Maar dat weke handje ben ik niet
vergeten. Want van een wereld
kampioen boksen verwacht je
iets heel anders. Dat hij je hand
fijn knijpt, of zoiets.
Het zal ongetwijfeld verveling
van Ali zijn geweest. Onderuitge
zakt hing hij in een stoel in de
lobby van een Amsterdams ho
tel. Ali kwam in Nederland zijn
autobiografie promoten. Veel zin
had hij er duidelijk niet in.
Ali leek even in niets op de
sportman bij wie zijn bijnaam,
The Greatest, meer dan bij wie
ook precies paste. Mijn stiefvader
was correspondent voor een
Türkse krant, vandaar dat ik zo
dicht bij hem kon komen. Het
stelde dus niet veel voor, toch
was het een prachtig moment. Ik
was negentien.
Het ministerie van VWS had
ooit een rubriek in haar interne
orgaan, waarin werd beschreven
hoeveel handdrukken de staatsse
cretaris van sport verwijderd
was van de grootheden in de we
reld. De voorlichter belde me.
Ken jij misschien iemand die
weieens in de buurt van Muham
mad Ali is geweest? Ja! Ik!
Niet heel veel Nederlanders
zullen Ali hebben ontmoet. Hij
was ook maar één keer in ons
land, in 1976 dus. De AVRO
maakte er een prachtige reporta
ge over, waarin de bokser te zien
is in een rondvaartboot in de Am
sterdamse grachten en op de
Dijk in Volendam.
Wie waren in mijn jeugd mijn
sporthelden? Willem van Hane-
gem, Ard Schenk én Muhammad
Ali.
Minachting
Met die laatste naam verbaas ik
mezelf eigenlijk. Ik was juist té
gen Ali, zeker in het begin. Een
bokser die voortdurend roept dat
hij de grootste en de beste is.
Met die (gespeelde) minachting
Door Ali kwam
ik er achter
dat kijken naar
sport 's nachts
nog mooier is
dan overdag.
Het heeft iets
magisch
voor zijn opponenten. Met dat irri
tante vingertje, waarmee hij hoog
hartig via de camera naar ons alle
maal wees. Met die kinderachtige
rijmpjes. Daar moesten wij als Neder
landers toch niets van hebben?
Daarom was ik voor Joe Frazier,
toen hij op 8 maart 1971 voor het
eerst tegen Ali in de ring stond. Fra
zier was een stuk kleiner en kwam
sympathieker over. In al die partijen
daarvoor kon je wel voor die ander
zijn, maar dat had toch geen zin. Ze
waren bij voorbaat kansloos tegen
Ali. Maar deze keer niet.
De mokerslag waarmee Frazier Ali
in de laatste ronde velde, is voor mij
een van de meest indrukwekkende
momenten uit de sporthistorie. Je
ziet de wang van Ali opzwellen en er
gaat iemand neer die voor jouw ge
voel nooit neer kon gaan. Hij bokste
de partij wel uit, maar verloor op
punten.
Ik vond het sensationeel, maar ik
voelde ook medelijden met Ali. Ook
weer raar. Dan wordt de gozer met
die grote bek eindelijk een keer zelf
tegen de grond geslagen en dan vind
je het ineens zielig.
Ik was onlangs in New York en liet
me rondleiden in Madison Square
Garden, de indrukwekkende arena
die niet alleen bekend staat om de
boksgevechten, maar ook vanwege
het basketbal, ijshockey en vele pop
concerten. Iedere deelnemer aan de
tour mocht vooraf met een sportattri-
buut naar keuze op de foto. Ik koos
met mijn zoon uiteraard voor de
bokshandschoenen.
Binnen liet ik maar één foto van
mezelf maken, voor het affiche van
Ali tegen Frazier. Héél bijzonder, ik
kreeg er kippenvel van.
Ik weet niet meer of ik al meteen
na die eerste nederlaag tegen Frazier
wél voor Ali was. In elk geval niet in
de partij uit 1973 in Indonesië tegen
landgenoot Rudi Lubbers. Je wist dat
Lubbers nooit zou kunnen winnen,
maar je hoopte dat hij niet te erg in
elkaar geslagen zou worden. Dat viel
reuze mee, de Nederlander hield de
volle twaalf ronden stand. Het maakt
niet uit dat het erop leek dat Ali zich
een beetje inhield tegen de machtelo
ze Lubbers. Ali bokste in zijn 61 prof
partijen tegen opponenten uit
slechts tien verschillende landen, en
daar zit door Lubbers Nederland wel
mooi bij. Ook toen liepen we al voor
aan in de sport.
Magisch
Door Ali kwam ik er ook achter dat
kijken naar sport 's nachts nog
mooier is dan overdag. Het heeft iets
magisch. Dat heb ik tegenwoordig
bij NBA-basketbal of Major League
honkbal ook nog steeds. Natuurlijk
stond ik op voor de partijen van Ali,
soms met moeite de ogen open hou
dend. In totaal werden in al die jaren
hooguit tien nachtelijke partijen uit
gezonden, maar voor het gevoel leek
het wel of Ali destijds elke maand
bokste. Ook daaruit blijkt hoe groot
en invloedrijk hij was.
Zijn overwinning op 'sloper'
George Foreman in 1974 was het
mooist, maar het is nu, met de we
tenschap dat Ali later werd getroffen
door de ziekte van Parkinson, vooral
pijnlijk om te zien hoe Foreman op
hem staat in te hakken. Wat heeft
dat hoofd het zwaar te verduren ge
had...
maandag 6 juni 2016
1 oktober
Wie is echt de sterkste?
De derde partij tegen
Joe Frazier in 'The Thrilla
in Manilla'. Een ware slij
tageslag. Ali wint.
1 oktober
Kondigt voor tweede keer
het einde van zijn carrière
aan. „Ik zal wel gek zijn om
door te vechten." Maar hij
komt terug op zijn besluit.
15 februari
Raakt na tien
zeges op een rij
zijn wereldtitel in
Las Vegas kwijt
aan Leon Spinks.
15 september
Voor de derde
keer wereldkam
pioen na revanche
op Spinks. Nu
stopt hij 'echt'.
2 oktober
Keert ondanks het afraden door de medici
terug in de ring om tegen Larry Holmes te
boksen. Is kansloos en verliest na 10 ron
den. Winnaar Holmes huilt na afloop om
de zware nederlaag van zijn vriend.
Een week handje van Ali
„Muhammad Ali was
geliefd. Als je tegen
hem was, kon je niet
wachten tot de vol-
gende keer dat je
hem trof om nog een keer tegen hem
te zijn. Esthetisch is hoe je hem het
best omschrijft. De man was de groot
ste. Vergeet het boksen, hij was een
van de grootsten die op het scherm
of in de media verscheen."
—George Foreman, voormalig tegen
stander Ali
„Muhammad Ali was
niet alleen kampioen
binnen de ring. Hij
was een kampioen
op het gebied van
mensenrechten en een rolmodel voor
zoveel mensen."
—David Cameron (premier Groot-Brit-
tannië)
„Een hele trieste dag.
De grootste is heen
gegaan."
Franz Beckebauer
(voetballegende)
„God zegene Muhammad Ali. Vrede
en liefde voor zijn familie."
Ringo Starr (ex-drummer Beatles)
„Onmogelijk, dat is
een groot woord
dat alleen kleine
mensen gebruiken,
namelijk mensen
die het makkelijker vinden te leven
in de wereld die ze hebben gekre
gen dan dat ze de kracht vinden om
de wereld te veranderen. Het gaat
om durf. Onmogelijk is niets en
niets is onmogelijk. Onmogelijk is
maar tijdelijk."
—David Beckham (voetballegende)
Hans Klippus
Rotterdam
Ali met Martin Luther
King, fotoap
Een innige omhel
zing met Pelé. foto hh
Onderscheiden door
George Bush, foto ap
Ali is al verzwakt als
hij Bill Clinton vast
houdt. foto afp
Journalist Hans Klippus (rechts) ontmoette Ali in 1976. foto ad
„In de ring was hij
een danser. Ali verliet
ons vast omdat hij
ons niet langer vreug
de kon brengen."
-Diego Maradona (voetballegende)
„Muhammad Ali is
dood op zijn 74ste!
Een hele grote kam
pioen en een bijzon-
der persoon. Hij zal
door ons allen gemist worden."
—Donald Trump, politicus VS