BUITEN Postume strijd ZEELAND 11 Voor wie de stilte zoekt, is Kats een verademing. Een bijzondere uithoek die ook bezoek van ver trekt. De wandeling Het is dat iemand in de Dorpsstraat zijn huis aan het verbouwen is, anders was het me in Kats zelf al opge vallen. Nu duurt het tot buiten het dorp voordat het ten volle doordringt: wat is het hier stil. De wandeling tot nu toe, vanaf de Katse Kerk door de Dorps straat en de Molstraat naar de dijk langs de Oosterschelde, is op die ene fanatieke klusser na in al le rust verlopen. Het zachte ge kwetter van vogeltjes en heel, heel in de verte het gezoem van auto's over de Deltaweg: meer hoor je niet. De zoemende wie len van een voorbijrijdende race fiets zouden het helemaal afma ken, maar er passeert er geen. Eenmaal boven zie je wat zich achter de dijk bevindt: de jachtha ven en de karakteristieke werk kranen, ooit gebruikt bij de bouw van de Zeelandbrug, die overal hoog bovenuit torenen. Daarach ter in de verte de contouren van de brug. Ik sla rechtsaf naar het pad langs de Oosterschelde. Een paar meeuwen bakkeleien met el kaar. Veel opspattend water. Wat zou het toch geweldig zijn als je dieren kon verstaan. Waar zou hun ruzie over gaan? De mist trekt op, de zon breekt door. Er staat een lichte bries en de zeegeur waait recht mijn neus De wind trekt aan en verspreidt de geur van de zee over het land in. Heerlijk! Een mountainbiker fietst voorbij over het pad. Duide lijk iemand uit de buurt, want hij begroet de wandelaar met een langgerekt 'Hóóói!', zoals alleen joviale Zeeuwen dat kunnen. Zijn wielen zoemen; was hij maar iets eerder gepasseerd. Na het pad moet ik naar rechts, maar er is ook een zandpad dat nog even rechtdoor gaat, naar een stukje land dat de zee in krult. Aan weerszijden grazen schapen. Helemaal aan het einde, op het meest oostelijke puntje van Noord-Beveland, staat een eenza me visser. „Als de geep er is, in mei en juni, ben ik hier ook", zegt Ron- ny Vanhoutte (50) uit Putte-Sta- broek. Hij heeft dikke kleren aan, want het was koud en mistig toen hij vanochtend in alle vroeg te plaatsnam. Toen zag hij nog niet wat hij nu wel kan zien aan de overkant van het water: de te levisietoren van Goes. „Daar ben ik geboren, in het Sint Joanna-zie- kenhuis. Ik heb een Zeeuwse moeder. Ik kom uit een schippers- familie, mijn grootvader was par levinker in Wemeldinge. We heb ben ook nog in Hansweert ge woond, daarna vond mijn vader werk in België en zijn we ver huisd." Hij zou wel weer in Zee land willen wonen, maar een goe de baan in Antwerpen (logistiek coördinator in de chemie) houdt hem tegen. „Ik ben in mijn jeugd altijd dicht bij het water geweest en ik zoek het nog dikwijls op: de rust, de schoonheid van de na tuur. Ook in de mist is het hier mooi. Het mag zelfs lichtjes rege nen." Na twee gevangen geepjes houdt hij het voor gezien. „Voor de vangst was het niet de moeite waard vandaag. Voor de rest wel." Terug boven neem ik het weg getje naar beneden. Ik kom uit op een driesprong, sla linksaf en keer via een trap vol schapen- poep terug op het pad langs de Oosterschelde. In het gras liggen bergen verbrande uien, die erg stinken. Gelukkig kan ik snel weer naar de andere kant van de dijk. Een onverhard pad leidt naar de Katse- veerweg. Vanaf hier is het via de Boomdijk rechtdoor naar het dorp. De wind trekt aan en ver spreidt de geur van de zee over het land. Uit de Zeeuwse klei Hoogwoud, januari 1256. Roomskoning Willem II, graaf van Holland en Zee land, zakt tijdens een veldtocht te gen de Westfriezen door het ijs. Zijn vijanden treffen hem machte loos aan en slaan hem dood. In 1282 haalt zijn zoon Floris V tij dens een genadeloze wraakactie Willems teruggevonden lijk weg en laat het begraven in de Abdij van Middelburg. Daar rust ook Willems broer Floris de Voogd, in 1258 gedood tijdens een Antwerps toernooi. In 1817 vindt N.C. Lam- brechtsen van Ritthem in een dichtgemetselde nis in de Koor kerk in Middelburg een grafmonu ment met een skelet: ziedaar het graf van Willem II! Maar er ont staan meteen twijfels; is dit niet het graf van Floris de Voogd? De discussie laait in de jaren tachtig van de twintigste eeuw weer op. In 2011 volgt een onderzoek van de skeletresten (dit was in 1980 ook al door een niet-specialist ge daan), in opdracht van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. Het wordt uitgevoerd door de fysisch- antropologen G.J.R. Maat en P. de Knijff. In zijn boekje Willem II, graaf van Holland en Roomsko ning (2013) concludeert E.H.P. Cordfunke dat we waarschijnlijk toch te maken hebben met Wil lems botten; dezelfde opinie als ontdekker Lambrechtsen van Rit them. Maar aan skeletresten hangt geen naamkaartje en daarom ont staat opnieuw een fikse 'ruzie' in geleerdenland, met als opponent van Cordfunke de bekende Zeeuw se mediëvist (middeleeuwenspe cialist) Peter A. Henderikx. Hij pu bliceert in het Archief van het Zeeuws Genootschap (2014) een solide studie, met een complexe mix van argumenten aangaande de verplaatsingen van de stoffelij ke resten, de kenmerken van aan getroffen monumentrestanten en de rampen die de Koorkerk trof fen, zoals grote branden in 1492 en 1568. Henderikx concludeert dat het in 1817 gevonden graf zo goed als zeker van Floris de Voogd is! De strijd gaat voorlopig voort. Minder gewelddadig dan in de da gen van Willem II en Floris de Voogd, maar met eenzelfde vastbe radenheid. woensdag 1 juni 2016 'Altijd bij net water' Sven Remijnsen Een wekelijkse wandeling door Zeeland. Vandaag lopen we door Kats Tweewekelijkse rubriek over archeologische vondsten in Zeeland door Stichting Cultu reel Erfgoed Zeeland (SCEZ). Jan J.B. Kuipers A De in 1817 opengehakte nis met grafzerk in de Koorkerk. Aquarel van J.H. Reijgers, 1817-1820. FOTO ZEEUWS ARCHIEF, ZELANDIA ILLUSTRATA Tips voor een mooie, korte wandeling? Mail ze naar redactie@pzc.nl o.v.v. wandeling AFSTAND: 6 KILOMETER Molstraat KATS Dorpsstraat Dijkstraat Boomdijk Zeedijk Katseveerweg :ersc helde.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 39