DIANIttfUl 7 Shikoku Opvallend als die andere bagage: alle gedachten en emoties. Ook daarvan wil ik elke dag wat in het land achter te laten. Net als ik trots constateer dat ik mijn loslaatles van Kukai heb ont dekt (yes! ik heb een missie!), komt bij een tempel een Japanse vrouw van hooguit anderhalve meter naar me toe. Ze oogt sterk. Ze kijkt naar mijn rugzak en zegt: „Het is jouw les van Kukai dat je zoveel bagage met je meedraagt." En dat het haar taak van Kukai is om mij verlichting te bren gen. Ze geeft me een massage tot het zweet van haar hoofd gutst. De pijn in mijn heup is weg! Als ik vertrek zwaai ik nog lang naar haar. Briefje De zwaarste tocht, op dag drie, is die naar tempel 12: een tocht van 20 kilo meter waarbij we drie bergtoppen over moeten en een hoogteverschil van 800 meter overbruggen. Bij het ontbijt krijg ik van de eigenaar een briefje mee dat Morimatsu voor me vertaalt: 'Moedig dat je dit als vrouw alleen doet. Hoewel het zwaar is, blijf het geluk voelen'. Ook Daniel loopt vandaag mee, een Duitser die leeft volgens de boed dhistische leer. Als we verkeerd lo pen, zeg ik: 'Die japanners zullen ons wel uitlachen'. Waarom, vraagt hij. „Oordeel toch niet. Misschien kijken ze juist wel met respect naar ons." Een dag later pakken we voor een deel van de route de bus. Ik had me voorgenomen dat niet te doen. Lopen zal ik, sterk zijn. Maar Daniel schudt zijn hoofd en zegt: „Het gaat er niet om hoe je de tocht volbrengt, maar dat je de tocht volbrengt." Hij zegt dat ik het verleden niet kan verande ren noch de toekomst kan sturen. „Dus laat de dag maar komen zoals hij komt." Dat doe ik. Op de eerste dag dat ik alleen loop, regent het zonder op houden. Juist op het saaie stuk langs de kust, met links van me de zee, on der mijn voeten een eindeloos beton nen pad en rechts van me route 55, een soort snelweg. Na de fysieke uit daging, is dit het mentaal zwaarste deel. Volgt nu het eenzame gevoel waarvoor een vriendin mij heeft ge waarschuwd? Het komt niet. Ook niet als het sop uit mijn broek komt, als mijn schoe nen doorweekt zijn, mijn sokken schuren en ook niet als ik 76 kilome ter moet lopen tot ik bij de volgende tempel ben. Ik ben gelukkig. Ik kan het alleen en ben tevreden. Mijn rugzak wordt met de dag lich ter. Ik stuur een pakket van ruim een kilo naar huis. Veel meer dan een e- reader en een dagboek heb ik niet no dig. Ik praat hier en daar wat, zwaai naar voorbijgangers, geniet van de zee, de adelaars en de bergen. Ik loop trots in mijn eentje door het bos en voel me met elke stap krachtiger. Na 350 kilometer zit het er op. Vanaf Kochi reis ik naar Osaka, waar ik op het vliegtuig stap. Om gelukkig te zijn heb ik weinig nodig. Met een lichte rugzak en een hoofd vol nieuwe wijsheden denk ik aan de woorden van filosoof Nietschze, 'al leen wat onder het lopen is bedacht heeft waarde'. De stewardess knijpt een oogje toe: mijn wandelstok mag mee het vlieg- ruim in. 'Kukai', zegt ze. paadjes langs bui gend bamboe of door de bergen. Soms pra ten we over onze levens. Bij elke tempel doorlopen we samen de rituelen en knikken we naar elkaar om tegelijk de hartsutra in te zet ten, een Japanse tekst van twin tig zinnen. Morimatsu glimlacht de hele dag. Hij leert me het land en de cultuur kennen, laat me kennisma ken met het eten van kwal, udong en onigiri. Hij verandert van de gepensi oneerde Japanner van tempel 1 in mijn wandelmaatje, mijn tomodachi. Heroïsch Was het heroïscher geweest als ik vanaf het begin helemaal in mijn eentje had gelopen? Is aanhaken bij Morimatsu kiezen voor de gemakke lijke weg? Mijn eerste les: leer aanne men en roep niet altijd 'ik kan het zelf wel'. Ontvang. Hij is 66, de leef tijd waarop mijn vader stierf. Na acht dagen zegt hij: 'Hier houdt mijn rol op. In de naam van Kukai heb ik je mogen helpen'. We zwaaien elkaar uit. Ik ben alleen. De 10 kilo bagage die ik draag doet pijn aan mijn schouders. Elke dag loop ik zo'n 23 kilometer en na een uur voel ik dat al. Hoe krijgen die Japanners het toch voor elkaar om alleen een handzaam tasje op hun rug te dragen? En daar is mijn taak van Kukai, de onzichtbare begeleider van elke pelgrim. Ik besluit elke dag iets van mijn bagage achter te laten in de ryokan waar ik slaap. Slippers, pennen, batterijen, toiletspullen, ik heb het niet nodig. Laat maar los. Net dinsdag 24 mei 2016 De route langs 88 tempels loopt via bos, door bergen, dorpen en langs de kust. ILLUSTRATIE KIM WELLING De 88 Tempel Pelgrimsroute ligt op het eiland Shikoku en is 1200 kilo meter lang. Pelgrims, henro's ge naamd, lopen de tocht in de geest van Kobo Daishi (Kukai), een boeddhisti sche monnik geboren in 774, die de pelgrimstocht in het leven riep. De henro's geloven dat Kukai hen ver gezelt en beschermt. Het eiland is opgedeeld in vier prefecturen, die eveneens symbool staan voor vier fases van verlichting. Een henro ver bindt zich door de tocht te lopen aan 'regels', zo mag je niet klagen als iets niet volgens plan verloopt, maar neem je zo'n ervaring mee als onderdeel van de verlichting. Het is handig als buitenlandse pelgrim wat Japans te spreken, de meeste Japanners spre ken geen woord Engels. Japanners zitten graag op een ver warmde wc-bril. Verkrijgbaar in alle soorten, ontwer pen en geurtjes: mondkapjes! Borden langs de weg hebben een vrolijk tintje met bloemetjes, lachende wolken en vrolijk fietsende kinderen. Een klaarover wordt gerust in de Ja panse tekenstijl manga afgebeeld. Misosoep eet je met... stokjes! Heel gewoon: het warme badwater wordt niet weggespoeld, maar na jou opnieuw gebruikt. Wel eerst even schoondouchen voor je in bad stapt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 50