Ringen vertellen herkomst lepelaar
De oudste
cavia van
het land
mm
ZEELAND 11
Zeeuwen in de buiten
Piet Cijvat maait het gras op mini-
camping Oranjepolder bij Arnemui-
den. Hard nodig, aanstaande Pink
steren zijn alle vijftien plaatsen
weer bezet.
Het gras maaien is één van de ve
le karweitjes die Cijvat (66) op de boerderij uit
voert. Hij woont zeifin Oost-Souburg en werk
te in het onderhoud bij aluminiumsmelter Pe-
chiney. Een jaar of tien geleden werd hij ar
beidsongeschikt verklaard. Hij was al een cam-
pinggast op de boerderij. Sindsdien is hij er al
lerlei klusjes gaan uitvoeren. „Stik leuk om te
doen, en ik kan toch niet stil zitten", zegt hij.
Zo verdiende hij een gratis campingplaats en
werd een graag geziene gast van de kampeer
ders.
Hij vertelt: „Buiten de kampeermaanden
help ik mee aan het onderhoud van de boerde
rij. Electriciteit, metselen, stukadoren - ik heb
in het onderhoud gezeten en ben dus van alle
markten thuis. Ik voel me net een zoon van de
boer. Je leent elkaar eens wat over en weer, ik
krijg aardappelen en uien mee naar huis."
Tijdens het vakantieseizoen vermaakt hij de
kinderen op de camping. En hun ouders. „Ik
ben ook een beetje de clown van de camping",
zegt hij. „Ik organiseer het krabben vangen in
het Veerse Meer. 's Avonds steek ik het kamp
vuur aan. En help ik mee als er een wijntje
wordt gedronken. De kinderen zijn gek op me,
ze maken tekeningen voor me."
Natuurjournaal
doorChiel Jacobusse
HET ZEEUWSE LANDSCHAP
De lepelaar is een beetje
het symbool van de Ne
derlandse natuurbe
scherming. Dat is al zo
sinds begin vorige eeuw, toen de
lepelaarkolonie in het Naarder-
meer bedreigd werd door plannen
om ter plekke een vuilnisbelt in te
richten. Destijds was het heel ge
woon om 'woeste gronden' - niet
zelden onze mooiste natuurgebie
den - voor vuilstort in gebruik te
nemen. Dan hadden ze tenminste
nog enig nut. Er is geen reden om
met de beschuldigende vinger
naar de gemeente Amsterdam te
wijzen, hoewel die de initiatiefne
mer was voor het banale plan.
Maar een korte inventarisatie leert
dat een groot aantal Zeeuwse kre
ken, welen en inlagen eveneens
als vuilnisbelt misbruikt zijn. De
plannen voor het Naardermeer
zijn nooit uitgevoerd.
Want deze snode plannen
vormden de aanleiding voor het
ontstaan van de natuurbescher
ming in Nederland. Daar stond de
wieg van organisaties als Natuur-
monumenten en Vogelbescher
ming en ook de Koninklijke Ne
derlandse Natuurhistorische Vere
niging (KNNV) vindt daar haar
wortels. Met vereende krachten
werd het Naardermeer met de le
pelaarkolonie gered en daar was al
le aanleiding toe. De in Nederland
broedende lepelaars bezetten in
Europa een uiterst noordwestelij
ke voorpost en de dichtstbijzijnde
volgende kolonie lag in Mid
den-Europa aan de Neusiedlersee.
De tijd dat een Zeeuwse waar
neming van een lepelaar alle voge
laarsharten sneller deed kloppen
ligt nog maar enkele decennia ach
ter ons. In de huidige tijd is de
waarneming van een lepelaar niks
bijzonders meer. Of nee, dat is ei
genlijk verkeerd uitgedrukt. Een
lepelaar is nog steeds heel bijzon
der, maar het is niet uitzonderlijk
als je er één ziet. In het Kram
mer-Volkerak, het plan Tureluur
op Schouwen, de Weihoek of de
Zeeuws-Vlaamse kreken is de le
pelaar in het zomerhalfjaar een da
gelijkse verschijning en dat is te
danken aan de enorme uitbrei
ding die de laatste decennia heeft
plaatsgevonden. Dat mag als één
van de grote successen van de in
richting van de ecologische hoofd
structuur worden beschouwd.
Die uitbreiding wordt door we
tenschappers en vogelaars op de
voet gevolgd. Eén van de midde
len waarmee dat gebeurt is het
aanbrengen van kleurringen. Veel
lepelaars dragen aan beide poten
drie gekleurde ringen en één van
die ringen heeft een zijwaarts uit
steeksel, de zogeheten vlag. De
kleurencombinatie en de rang
schikking van de ringen en ook de
kleur van de vlag geven exacte in
formatie over de herkomst van de
vogel. Wie de kleurencombinaties
opstuurt ontvangt snel bericht
over de life history van een gering
de lepelaar. Daarbij is van belang
om de kleur van de vlag te note
ren en tevens om onderscheid te
maken tussen de ringen aan de lin
ker- en aan de rechterpoot. Info
kan worden opgestuurd naar
www.werkgroeplepelaar.nl
Afgelopen voorjaar lukte het
om in de eerste week van mei elke
dag een nieuwe geringde lepelaar
te ontdekken; in totaal zes stuks.
Vier ervan waren geringd in het
Deltagebied, maar er was ook een
exemplaar dat als nest jong ge
ringd was in Noord-Duitsland en
een Belgisch exemplaar. De life
histories geven aan dat de lepe
laars de winter doorbrengen in
Spanje en Portugal en dat Mar-
quanterre in Noord-Frankrijk een
belangrijke pleisterplaats is tij
dens de trek. In het voorjaar zijn
lepelaars uit alle windrichtingen
present in de Delta.
Uit de Zeeuwse klei
In 2010 onderzocht de Wal-
cherse Archeologische
Dienst ten noorden van
Middelburg de voormalige
buitenplaats Ramsburg. Aan de
rand van het terrein vonden de
archeologen drie grote kuilen
boordevol eet- en kookgerei, por
selein, kleipijpjes, wijnflessen,
drinkglazen en dierlijk botmate-
riaal. Ziedaar het nagenoeg com
plete huisraad van een welgestel
de familie uit het begin van de
achttiende eeuw! Groot was de
verbazing toen de resten van
een cavia tussen de vondsten
bleken te zitten.
Hoewel cavia's tegenwoordig
weinig wenkbrauwen doen fron
sen, is een vroeg achttien-
de-eeuws exemplaar wel dege
lijk bijzonder. Cavia's zijn af
komstig uit Zuid-Amerika, waar
ze vanaf 2500 voor Christus als
voedsel en offerdieren werden
gebruikt. Hoe ze precies in Euro
pa verzeild raakten is onduide
lijk; vermoedelijk brachten de
Spanjaarden het diertje om
streeks midden zestiende eeuw
mee. Op de muur van de voor
malige antichambre van het
achttiende-eeuwse Van de Perre-
huis, het huidige Zeeuws Ar
chief, neemt de cavia een promi
nente plaats in als exotisch curio
sum. De Franse priester Noël
Chomel beschreef het dier in
1778 als volgt: „Behalven het ver
maak dat men van deeze Bigge
tjes heeft, door hunne gebaar
den en vlugheid verstrekken zij
ook tot een lekkere spijse. Men
plukt het haair uit en braadze,
wanneer hun vleesch de mal-
scheid van Konijnen- en de vet
heid van Varkens-of Zwij-
nen-vleesch heeft. Zij worden
derhalven dikwils in Europa, we
gens hunne sterke voortteeling,
voor de Keuken zo wel als tot
vermaak aangefokt."
In Engeland en België zijn ca
via's gevonden in contexten uit
de tweede helft van de zestien
de en de zeventiende eeuw.
Maar de cavia van Ramsburg is
het oudste exemplaar dat in Ne
derland is gevonden. De familie
die het diertje bezat, behoorde
waarschijnlijk tot de rijke burge
rij die in de loop van de zeven
tiende eeuw haar fortuin ver
gaarde met de overzeese handel.
Of het dier als exotisch huisdier
het leven op het buiten opfleur
de, of een minder fortuinlijk ein
de kende als exquise delicatesse
kon niet worden achterhaald.
WOENSDAG 11 MEI 2016
Clown
van de
camping
door Jan van Damme
Piet Cijvat op minicamping Oranjepolder bij Arnemuiden. foto Lex de Meester
Een lepelaar met kleurringen in de Yerseke Moer. foto Chiel Jacobusse
door Bram Silkens
Bram Silkens werkt bij de Walcher-
se Archeologische Dienst
Achttiende-eeuwse cavia op de
muur van de antichambre in het
Van de Perrehuis. foto Zeeuws
Archief
.wZ;