PORTRET 13 den, nam ik me toen voor." Hadden jullie niets aan de oorlog overgehouden? „Mijn broer wel. Maar aan mij was eigenlijk niets te merken. We moesten naar een psycholoog, die ons liet tekenen. Hij zei nog nooit zo'n vrolijke tekening te hebben ge zien. Ik was gewoon zo blij dat ik nog leefde. Het ging ook goed op school. Ik kon zelfs studeren, al had ik daar geen zin in. Kleuterleidster, dat leek me leuk werk." Maar toen werd u verliefd. „Op een zeeman, in zo'n smette loos wit pak. En stommeling die ik was raakte ik nog zwanger ook. Dus we moesten trouwen, twee maan den voor mijn examen. We hebben even bij mijn ouders gewoond en toen verhuisden we naar een flat in De Bilt. Daar kregen we nog twee kinderen. Elk jaar één. En later nog een. Twintig jaar lang ben ik alleen maar moeder geweest. We verhuis den van Nieuwkoop, naar Voorscho ten, naar Moordrecht. En we woon den nog vier jaar in Nigeria, waar mijn man hielp bij de herinrichting van een haven. Daar werden we on dergedompeld in totale luxe." Net als in Indië. „Precies zo'n leven. Een chauf feur, een kok, een dagwacht, een nachtwacht, twee mannen die de rest deden. Elke dag was een avon tuur. En een feest. Ik droeg mooie ja ponnen en vaak als de kinderen naar school waren en naar de Ikoy Club, ging ik met de bananenboot naar Ba- dagry Beach. Even bijkomen van alle verantwoordelijkheden." Deed u dan niet hetzelfde als uw moeder altijd gedaan had? „Welnee, ik was er voor de kinde ren, altijd. Toen we terug naar Neder land gingen en alle kinderen het goed voor elkaar hadden, zeiden ze: 'Mama, je hoeft voor ons niet bij pa pa te blijven.' Zij wisten ook wel dat het geen goed huwelijk was. Dus we gingen scheiden. Tegen de veertig was ik toen. Acht maanden ben ik vrijgezel geweest. Acht maanden heb ik gefeest. Ik had een paar heel rijke mannen kunnen trouwen. Maar ik wilde dat niet. Ik wilde zelf mijn leven voor elkaar boksen. Ik zei tegen mijn kinderen: ik ga nog één keer op stap. Als ik dan niet de man van mijn leven ontmoet, dan heb ik mijn kans gehad. Dan heeft het zo moeten zijn." „Die nacht ontmoette ik Willem. In satehtent 't Pegeltje. Ik vroeg naar zijn sterrenbeeld. Maagd, zei hij. Pre cies wat ik zocht. En dat bleek. We pasten perfect bij elkaar. Het was zelfs zo erg dat we zeker wisten dat we in een vorig leven tweeling wa ren geweest. We wisten allebei: dit is het. Die avond al." Hoe bent u uiteindelijk in Zee land verzeild geraakt? „Ik had een vriendin, een nogal 'Luxe is fijn, maar niet het belangrijkst gebleken. Ik wilde gewoon tante Truus zijn. En dat is gelukt' excentrieke, die precies deed waar ze zin in had. Vijf kinderen had ze, van twee verschillende mannen. Ze woonde in Zierikzee. Je moet ook een huisje in Zeeland kopen, zei ze, als een soort belegging. Dat leek ons wel wat, van de laatste centen die we samen hadden. We reden hier wat rond. Toen zagen we dit huis." „En een krot dat het was. Zo rot, dat op zolder een grote berg sneeuw lag. Maar we waren er verliefd op. Het plan van het weekendhuisje werd al gauw van tafel geveegd. We wilden er gaan wonen. We wilden er iets van maken." In Dreischor. Na Surabaya, Jakarta, Antwerpen, Lagos... „We hebben vanwege Willems werk zelfs nog drie keer in het bui tenland gewoond. Een jaar in Saudi- Arabië, een jaar in Nigeria en ook nog in Indonesië. Heel heftig was dat. Bij aankomst heb ik vreselijk ge huild. En na tweeënhalf jaar moes ten we echt gaan, anders wilde ik nooit meer weg." „Maar na al die verplaatsingen en verhuizingen was Dreischor onze vaste grond geworden. Eindelijk. Het symbool voor ons leven. Met kippen, kalkoenen en onze kleinkinderen vaak over de vloer." Maar zonder baboe. Zonder luxe, waar u zo op gesteld was. „Luxe is fijn, maar niet het belang rijkst gebleken. Ik wilde gewoon tan te Truus zijn. En dat is gelukt. Ik voel me hier heerlijk. Ik ben 8i. Het kan nog vier jaar duren, nog vijf of zes, maar geen twintig meer. Ik ge niet van elke dag. En ik heb mijn le ven op papier gezet. Na al die jaren. Mijn levensgeschiedenis, mijn leven. Even voelde ik me schuldig, in het begin, maar uiteindelijk heeft het me ontzettend opgelucht." ZATERDAG 7 MEI 2016

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 13