Tüssen Veerse voegen
Sporen van
Romeinse
boeren
V
ZEELAND 11
Zeeuwen in de buiten
Als je hier rondkijkt, zie je alleen
maar leegte, maar vergis je niet:
onder de grond ligt op veel plek
ken een wirwar aan kabels. Wij
werken voor Bos Grijpskerke. Bos
Grijpskerke doet boringen, persin
gen en grondzuigen. Hier op de Heuvelsweg in
Kerkwerve wil Delta een middenspanningska-
bel leggen om het stroomnet te versterken. Wij
boren in de grond en leggen de mantelbuizen,
zij trekken er later de kabels door", zegt Hanko
Ovaa. „Zo'n borinkje als dit doen we in twee
uurtjes. Het ligt ook aan de grond natuurlijk.
Zand of klei, dat scheelt heel veel. En dit hier is
veen; daar gaat de boorinstallatie doorheen als
een mes door de boter. Dat apparaat achter ons
is een gestuurde boorinstallatie. Daar leg je bui
zen mee onder wegen, dijken of gebouwen.
Mijn collega Johan Maljaars meet, ik zit in de
boorinstallatie en boor op zijn aangeven. Het ap
paraat in zijn hand is een ontvanger. Dat vangt
het signaal van de boorkop op en stuurt de posi
tie van de boorkop door naar de boormachine.
Ik zit op de boormachine en stuur steeds bij. Dit
is nog een kleintje, voor boringen tot zo'n dertig
meter. Wat er ligt, weten we tevoren. Wij gaan
de diepte in om alles wat er al ligt te ontwijken
en zoeken een veilige plek om boven te komen.
Op sommige plekken is het onder de grond
bijna niet meer te doen. Water, elektriciteit, gas,
glasvezelkabels, riool, warmteleidingen. Het
wordt steeds voller onder grond."
Natuurjournaal
door Chiel Jacobusse
HETZEEUW5E LANDSCHAP
Zwerven door een oud
stadje als Veere is het
summum van genoegen
en dat geldt helemaal in
het voorjaar als het stadje nog niet
overlopen wordt door horden toe
risten. Je kunt dan bijvoorbeeld
rustig kijken naar de rijke planten
groei op en langs eeuwenoude mu
ren. Dat levert al gauw tientallen
karakteristieke soorten op. Klassie
ke muurplanten als de muurva
ren, de gele helmbloem en de
muurleeuwenbek natuurlijk,
naast een heel scala aan mossen
en korstmossen. Maar ook planten
die je als liefhebber in eerste in
stantie niet zozeer met muren in
verband brengt, zoals klimopere
prijs en zandraket.
Die laatste staat vaak aan de
voet van oude gevels en het valt al
snel op dat op die standplaats be
paalde soorten steeds weer terug
komen. Robertskruid, een scha-
duwplant die eigenlijk in het bos
thuishoort floreert uitbundig aan
de voet van Veerse gevels. En ook
klein kruiskruid - sensejuun in
goed Zeeuws - komt steeds weer
terug. Maar het meest karakteris
tiek op deze standplaats is de stin
kende gouwe. Weliswaar staat die,
in tegenstelling tot beide andere
soorten, nog niet in bloei, maar de
planten zijn al flink uit de kluiten
gewassen en duidelijk herkenbaar.
Er bestaat over die stinkende
gouwe een alleraardigst volksver
haal. De stengels van de stinkende
gouwe zitten vol met felgeel ge
kleurd melksap, dat rijkelijk vloeit
als je de stengel afbreekt. Er werd
verteld dat jonge zwaluwtjes
blind geboren worden en dat ze
pas kunnen zien als de oudervo
gels wat melksap van de stinken
de gouwe in de oogjes druppelen.
Het lijkt een nogal dun en onbe
duidend verhaaltje, totdat je reali
seert waarom ooit het verband tus
sen zwaluwtjes en stinkende gou
we werd gelegd. Ze waren langs
bijna iedere gevel te vinden! De
stinkende gouwe aan de voet en
de zwaluwen tegen het overstek
van de gevels.
Niet alleen aan de voet van de
muren, ook hogerop en zeker bo
venop die oude muren zijn heel
wat planten te vinden. Eén van de
mooiste is de muurbloem, in Zee
land algemeen verbreid als 'ouder
wetse' tuinplant. De geur van de
ze beauty is met recht legenda
risch. Behalve als gecultiveerde
tuinplant is de muurbloem ook be
kend als muurplant. De bekendste
en grootste groeiplaats is het fort
Rammekens bij Ritthem. Maar
ook op diverse muren in Veere
bloeien de 'flieren' momenteel uit
bundig. De Zeeuwse naam flieren
is waarschijnlijk een samentrek
king van het woord violier of fïo-
lier, waarmee overigens in de hui
dige tijd een heel andere plant be
doeld wordt.
Na een paar uurtjes Veere gaan
we terug naar de parkeerplaats aan
de haven. Daar staan een paar oude
dienstgebouwtjes met keurig wit
geschilderde overstekken. De zwa
luwen scheren er omheen dat het
een lieve lust is. En zowaar: aan de
voet van één van die gebouwtjes
ontdekken we de stinkende gou
we. Zo gereed voor gebruik.
Uit de Zeeuwse klei
De aanleg van de Wes-
terscheldetunnel be
tekende een enorme
vooruitgang voor de
kennis van de plattelandsbewo-
ning in Romeins Zeeland. In
twee onderzoeken werden res
ten van negen verschillende
boerderijen bij Ellewoutsdijk
ontdekt, waarmee het aantal
Romeinse boerderijen in Zee
land meer dan verdubbelde.
Naast de sporen van huizen
kwamen ook delen van houten
omheiningen, veekralen, water
putten en enkele kuilen tevoor
schijn. Alle sporen zijn te date
ren tussen circa 6o en 140 na
Christus. De boerderijen ston
den op 40 tot 200 meter van el
kaar. Er stonden telkens niet
meer dan drie boerderijen tege
lijkertijd in een gebied van 20
hectare. Van een nederzetting
is dan ook nauwelijks sprake.
De woonstalhuizen stonden
op en in het veen, dat toen het
maaiveld vormde. De conserve
ring van de houten gebouwres
ten was daardoor uitstekend. In
de constructie van zes gebou
wen was fossiel grenenhout ge
bruikt, dat toen al 3500 jaar
oud was! Die oude boomstam
men van een oerbos waren in
geulen in het veen ontdekt.
Van twee boerderijen kon
een volledig grondplan worden
opgetekend. Eén grote boerde
rij van 25 bij 7 meter had een
aparte woonkamer binnen de
buitenwanden van het huis. In
de grote stal was ruimte voor
24 runderen of 48 schapen,
maar uit het bot blijkt dat deze
boer meer koeien dan schapen
had. De andere boerderij was
de kleinste en mat 13 bij 6 me
ter. Hiervan waren zelfs de hou
ten drempel van een ingang en
delen van de met klei bestre
ken wanden van wilgenvlecht
werk nog bewaard. De kleine
stal had geen ingang en was al
leen bereikbaar door de woon
kamer. Uit de gevonden mest-
keutels bleek dat er alleen scha
pen en geiten in de stal hebben
gestaan.
Enkele kuilen waren niet zo
maar afvalkuilen. Eén kuil on
der de wand van een huis bevat
te bewerkte stukken elzen- en
berkenhout als bouwoffer. In
enkele andere diepe kuilen la
gen complete potten. Die zijn
niet weggegooid, maar in een ri
tueel zorgvuldig begraven.
WOENSDAG 4 MEI 2016
Het is
vol in de
grond
door Ondine van der Vleuten
Hanko Ovaa (I) en Johan Maljaars aan het grondboren in Kerkwerve. foto Lex de Meester
STICHTING
door Robert van Dierendonck
Robert van Dierendonck werkt bij
Stichting Cultureel Erfgoed Zee
land.
Complete handgevormde pot
uit een 2,20 m diepe kuil bij de
grootste boerderij van Ellewouts
dijk; datering 65-100 na Christus.
foto SCEZ
De muurbloem of flier is een ouderwetse tuinplant, foto Chiel Jacobusse
ZONE