Hoe het nou écht zat met de Hoe deden de Zeeuwse profs het? Goese watertoren kon niet wachten op onderhoud Onderzoeksraad voor Transportveiligheid kraakt veiligheidsdenken in binnenvaart Erwin Kroll over het weer op 1 februari 1953 Onderzoek naar het kapseizen van twee beunschepen bij Hoofdplaat toont aan dat sector en overheid falen. ZEELAND 14 15 ZEELAND 10 11 HOOFDPLAAT. Het is een rommel tje in de wereld van het zandtrans port over water. Een andere conclu sie valt niet te trekken uit het on derzoek dat de Onderzoeksraad voor Transportveiligheid heeft ge daan naar het kapseizen van twee beunschepen vorig jaar op de Wes- terschelde bij Hoofdplaat. De eige naar van de Rick uit Moerdijk liet hierbij het leven. De Raad voor Transportveilig heid velt in zijn onderzoek een hard oordeel over het veiligheids- denken in de zandtransportsector. Eigenaren van beunschepen zijn veelal kleine zelfstandigen. De con currentie is groot en de marges op het vervoer van zand zijn klein. De branche is, aldus de Raad, niet snel geneigd uit eigen beweging meer in veiligheid te investeren dan vol gens de wet strikt noodzakelijk is. Niet alleen de sector krijgt naar aanleiding van de ongevallen op de Westerschelde een veeg uit de pan, ook de rijksoverheid komt er slecht vanaf. De Inspectie Leefom geving en Transport (ILT) voert sinds 2013 niet meer zelf inspecties uit, maar laat die over aan particu liere bedrijven. Het enige wat de ILT nog doet, is die bedrijven con troleren, waardoor de inspectie minder zicht op de sector heeft ge kregen. Als regels voor de binnenvaart worden aangescherpt, gebeurt dat pas na ernstige incidenten, signa leert de Raad. De rijksoverheid rea geert achteraf, niet vooraf. Zo leg de het ministerie in 2004 nog een oproep naast zich neer om te strij den voor internationaal strengere stabiliteitseisen. 'De schipper is pri mair verantwoordelijk', luidde de reactie. Ook vreesde het ministerie (nog) meer administratieve lasten. Wat de schepen betreft die vo rig jaar bij Hoofdplaat kapseisden, De branche is niet snel geneigd uit eigen beweging meer in veiligheid te investeren. noemt de Raad het ongeval met de Rick 'een noodlottige samenloop van omstandigheden' bij het over laden van zand uit een zandzuiger. De Rick was in goede staat. Scherp is het oordeel over het andere schip, de Willem, dat lek raakte. De Willem, opgebouwd uit een achterschip uit 1972 en een duw bak uit 1964, was pas zes maanden in de vaart als beunschip. 'Wel cer tificaatwaardig', aldus een verzeke ringsexpert na afloop, 'maar geen hoogvlieger, wat doorgaans wordt gezien als oud en versleten'. De Raad beveelt aan stabiliteit- scontroles op de verbouw of om bouw van beunschepen 'te waar borgen' en eigenaren van bestaan de schepen te wijzen op de risico's die zij lopen. Het ministerie van Infrastruc tuur en Milieu moet hierin het voortouw nemen. www.pzc.nl walcheren@pzc.nl VRIJDAG 29 april 2016 Zeeland Zandtransport een rommeltje door Harmen van der Werf Onderzoeksraad voor Transportveiligheid pagina Zeeland 2: Commentaar Watersnoodramp OUWERKERK. Oud-weerman van de NOS Erwin Kroll is de kunst van het presenteren nog niet verleerd. Dat liet hij gisteren zien tijdens de opnames van een filmpje over de weersomstandigheden in de nacht van de Watersnoodramp. Hij kroop in opdracht van het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk even terug in zijn oude rol. „Er wordt vaak gedacht dat de ramp puur is veroorzaakt door de storm. Dat is een misverstand. Ik voel me als meteoroloog aangesproken om uit te leggen hoe het wél is gebeurd", vertelde hij. „De dijken waren niet sterk genoeg. Als die het niet hadden begeven, had de storm nooit zulke grote gevolgen gehad. Bovendien denken veel mensen dat alle slachtoffers zijn verdron ken door de overstroming. Maar de meeste mensen hadden de vloedgolven overleefd. Ze zaten op daken, in bomen en op drijvende wrakstukken. De storm was allang gaan liggen, maar het was hartstikke koud. Het sneeuwde en hagelde. Mensen raakten onderkoeld en sommigen stierven daardoor alsnog." Het filmpje is onderdeel van de veranderingen die het museum doorvoert om de kennisoverdracht interactie ver te maken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 33