I 7 Drugshandel Ik ben ervan overtuigd dat zijn onnozele goedgelovigheid hem het leven heeft gekost Geleidelijk ontwikkelde Kleine Jan daar een Brabants accent. Hij was de eerste van wie ik de uitdrukking 'heb jij dat weieens op?' hoorde. Ik had geen idee wat hij bedoelde. Wij in het westen zeiden: 'heb jij dat weieens gegeten?' Bij onze wederzijdse familiebezoe ken vroeg Kleine Jan steevast aan mijn vader of ze een stukje met de auto gingen rijden. Zijn ouders hadden zelf geen auto en je kon hem geen groter plezier doen. Van mijn vader mocht Kleine Jan wat ik nooit mocht: lekker toeteren. Later verloor ik hem door familie perikelen uit het oog. Via mijn ou ders hoorde ik over problemen op school en dat er bij oom en tante geregeld politie aan de deur kwam, omdat Kleine Jan weer iets had uit gevreten. Mijn moeder vertelde ook hoe Kleine Jan, na het overlijden van zijn vader, door tante Alie uit huis was gezet, omdat ze het niet langer aankon, altijd die problemen rond haar zoon. En hoe hij toen op straat hard had staan huilen. Reus De laatste keer dat ik Kleine Jan ontmoette, was na het overlijden van onze opa. Kleine Jan was een reus geworden, die kwam aanrijden in een aftandse Mercedes. Zijn spie dende blik over de schamele boedel van opa bleef hangen op diens tele visie: die wilde hij wel hebben. Maar dat was mijn vader te gortig. Kleine Jan was al die jaren amper op bezoek geweest bij opa en had dus geen rechten, vond hij. Dus ging de tv naar mijn zus. Soms sijpelden berichten door over Kleine Jan. Dat hij in de autohan del zat en zich met allerlei ondui delijke zaakjes bezighield. Of dat hij was getrouwd en twee kinderen had. Ik dacht af en toe wel aan hem, vluchtig, maar hij speelde geen rol van betekenis in mijn leven. Tot ik zijn onflatteuze, opgeblazen portret op televisie zag. Ik her kende hem meteen op de on scherpe politiefoto die werd vertoond en die je nu overal op in ternet kunt vinden. Ik was ge schokt toen ik hoorde dat hij Hells Angel was geworden en werd ver mist. Echt?! Vergetelheid Maar na de eerste schok, dacht ik: ja, dat is ook wel echt weer wat voor Kleine Jan, om zich aan te sluiten bij een club als de Hells An- gels; de saamhorigheid van out laws, de intimiderende motoren, de antiburgerlijke levenshouding, de opwindende geur van het (half-)il- legale, het warme bad van respect dat hij er waarschijnlijk kreeg en waarin hij zich onaantastbaar kon wanen. En intussen te naïef om te beseffen in welke wereld hij zich werkelijk had begeven. Ik ben ervan overtuigd dat zijn onnozele goedgelovigheid hem het leven heeft gekost. Bezoekje In de media is veel over zijn zaak geschreven. Het schijnt dat zijn vrouw haar aangifte van vermissing heeft ingetrokken na een bezoekje van zijn mede-Angels. Naar verluidt zijn zulke bezoekjes erg overtui gend. Zij wilde verder met haar leven en dat van haar kinderen. Wie kan dat haar kwalijk nemen? Nu spookt Kleine Jan soms door mijn hoofd. Dan denk ik aan zijn laatste ogenblikken. Het moment dat hij besefte dat ze hem gingen vermoorden. Was hij bang? Huilde hij net als vroeger, als ik hem had gepest? De hartverscheurende een zaamheid die hij in zijn laatste mo menten moet hebben gevoeld, snijdt me door de ziel. Wat Kleine Jan ook heeft uitgevreten, dat ver diende mijn neef niet. Dat verdient niemand. Soms kijk ik naar de groepsfoto van het gouden huwelijksfeest van mijn grootouders. Ik was een jaar of 10. Naast mij staat Kleine Jan, een mannetje in zijn verfomfaaide nette kleren dat onbevangen de wereld in kijkt. Goddank nog onwetend van het feit dat diezelfde wereld hem later zou dumpen in de vergetel heid van een haastig gegraven graf verborgen in een bos of - want dat gebeurt in die kringen - ingemet seld in een vat cement ergens op de bodem van de Maas. Soms is de we reld de hel. Maar dat ervoer Kleine Jan pas veel later. dinsdag26 april 2016 GO Het gouden huwelijks feest van de opa en oma van Jan en Johan Nebbeling. Jan is de jongen vooraan links, naast hem staat Johan. De criminaliteit in Bra bant, en met name in het westen waar Jan Nebbe ling woonde, is de laatste jaren geëxplodeerd. De oorzaak: drugs. Xtc-la- boratoria, cocaïnesmok kel (via de nabijgelegen havens van Antwerpen en Rotterdam) en hen nepteelt zijn er wijdver spreid en leiden geregeld tot 'on-Nederlandse' wildwesttaferelen: schiet- en moordpar tijen, bomaanslagen, ontvoeringen, afpersing, intimidatie. Ook de bo venwereld ondervindt daarvan de gevolgen. Dieptepunt tot dusver was de aanslag met brandbommen op het ge meentehuis van Waalre in 2012, waarvoor nooit een schuldige is gevon den. Motorbendes als de Hells Angels, de Nomads en Satudarah zijn vol gens justitie verantwoor delijk voor een groot deel van deze criminaliteit. De opgelegde zwijgplicht binnen de clubs, waar aan de leden zich strikt houden, maakt vervol ging moeilijk, vaak on mogelijk. Talloze verdwijningen van en moorden op afvallige clubleden of op leden van concurrerende ben des zijn daardoor nooit opgelost. De motorclubs hebben bovendien vol doende middelen om de beste advocaten in de huren en verspreiden via gerichte publieksacties ('Leden Satudarah za melen levensmiddelen en speelgoed in voor gezin nen in armoede') graag het imago van 'ruwe bol ster, blanke pit.' „Wij zijn geen lieverdjes, maar ook geen crimine len," is steevast hun boodschap. 44

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 51