alleen buiten rechtszaal
Belediging bevriend
staatshoofd 'wankelt'
met Syriër die aanspoelde op him eiland
NIEUWS 9
DNA-test levert het laatste bewijs:
het lichaam in het graf op Texel is
dat van Mouaz al-Balkhi uit Da
mascus, Syrië. Verdronken terwijl
hij naar Engeland wilde zwem
men, op weg naar zijn oom die
daar woont. Een vlucht uit de el
lende van Syrië. In Engeland wil
de hij verder studeren. Tien eerde
re pogingen om in een vrachtwa
gen op een schip te komen, mis
lukten.
„Toen ik dat verhaal las, ben ik
naar het graf gegaan", zegt Nettie.
„Om wat bloemen en plantjes
neer te zetten." Ze trof er Kees. Al
lebei zijn ze geboren en getogen
op het eiland. „Dit was zo'n tra
gisch verhaal. Het is zo verschrik
kelijk zoals vluchtelingen worden
behandeld in Europa. Ik wilde iets
doen."
Een glimpje menselijkheid to
nen in de zo grote en kille geopoli
tieke vluchtelingencrisis. Kees
plantte een boompje, met daarin
enkele (ijzeren) sterren. „Net zo
als in de Syrische vlag." En hij
boog van ijzer de letters van
Mouaz' naam. „Die heb ik samen
met mijn kleinzoon op zijn graf
gelegd."
Nettie: „Een vriendin van me
zei: ben jij gek, een beetje het graf
van zo'n Syriër bijhouden! Dat
vond ik zo lelijk van haar. Weet je:
'Een vriendin zei: ben jij
gek, het graf van zo'n
Syriër bijhouden! Dat
vond ik lelijk van haar'
in het laatste jaar van de oorlog
stond ik als kind ook bij deze be
graafplaats. Toen kwamen er kar
ren aan met door de Duitsers
doodgeschoten Georgische krijgs
gevangenen erop. Ik weet nog
goed dat mijn moeder zei: 'al die
jongens hebben ook een moeder'.
En dat geldt nu ook voor Mouaz.
Ik dacht: die vrouw vindt het vast
fijn dat wij zijn graf een beetje fat
soenlijk houden."
Dat klopt. „Het is prachtig dat
deze mensen een graf bijhouden
van iemand die ze helemaal niet
gekend hebben. We beschouwen
hen nu als familie", laat Rahaf al
Balkhi, een zus van Mouaz, vanuit
Jordanië weten.
Het gezin woont daar als vluch
telingen, nog steeds vol van ver
driet over het overlijden van hun
broer en zoon. Rahaf en een zus
willen graag naar Nederland ko
men om het graf te bezoeken,
maar krijgen daar vooralsnog geen
visum voor. Kees: „Zo nu en dan
mail ik Rahaf foto's van het graf,
zodat ze kunnen zien hoe het er
bij ligt."
Het verhaal, zegt Kees, laat
hem echt niet meer los. Dus vindt
hij het ook fijn te horen dat na de
identificatie van Mouaz inmiddels
ook de tweede drenkeling een
naam heeft gekregen: Shadi Kataf
'Zo nu en dan mail ik
zijn zus foto's van het
graf, zodat ze kunnen
zien hoe het er bij ligt'
(28) uit Damascus. Hij en Mouaz
troffen elkaarop hun reis door Eu
ropa, doken samen het water in
en kwamen samen om.
Ook Sahdi's lot bleef niet onge
merkt. Op zijn begrafenis in fe
bruari van dit jaar in Forsand,
Noorwegen kwamen dertig men
sen af. Journalist Anders Fjellberg:
„Andere vluchtelingen die in de
regio wonen, maar ook lokale No
ren die hun medeleven wilden be
tonen."
Eilander Nettie kan nog steeds
emotioneel worden als ze aan hun
lot denkt: „Die jongens hebben de
zee niet gekend. Anders doe je zo
iets niet. Ze hadden het niet ge
red. Nooit."
plotseling zijn stem en iets van
zijn bravoure terug. In de drie
kwartier die volgen, doet hij te
genover deze krant en advocaat
Martin de Witte alsnog, voor het
eerst, een boekje open.
„Dat het Rolodexonder-
zoek doorgestoken kaart
is, daar geloof ik per- JH p
soonlijk niks van. Nie
mand had mij inge-
licht dat er een onder- J'2J
zoek liep, maar toch WÊj
voelde ik het. Ik wist dat
mijn telefoon werd getapt.
Ik belde een vriend en zei: 'Code
C8, code C8.' Dat sloeg nergens
op, maar ik deed het om de poli
tie te stangen."
„De arrestatie was vroeg in de
morgen. De deur werd ingesla
gen. Ik sliep nog, samen met een
jongen. Ik kreeg een lap om mijn
hoofd en werd afgevoerd."
„Ik ben onder meer verhoord
door Fred Teeven, samen met de
chef van de Rijksrecherche. Ik
vroeg nog: moet je daar
fllfc geen proces-verbaal van
((A, opmaken? Nee, dat
was niet nodig, kreeg
ik te horen. Dat vond
kV;' ik raar."
Ww „De jaren ervoor had
ik al contact met de ge
heime dienst, de BVD. De
BVD was nog heel kwaad op me,
omdat ik met Amerikaanse inlich
tingenmensen had gepraat. Die
wilden namen van Amerikaanse
klanten weten, zodat die nooit
meer in aanmerking konden ko
men voor promotie, zeiden ze. Ik
heb ze mijn hele klantenbestand
laten doornemen. Dat ik werd
veroordeeld tot 4 jaar celstraf,
vond ik onterecht. Bordelen zoals
het mijne werden gedoogd. Er
kwamen politie en sociaal wer
kers over de vloer. Die jongens
moesten niet te jong zijn. Jonger
dan 16, daar werd moeilijk over
gedaan, 16 jaar werd toegestaan."
„Ik voel me een zondebok.
Van alle bordeelhouders was ik
nog één van de netste. Ik deed
mee aan acties om condooms te
verspreiden, hielp mee met maat
schappelijke organisaties. En die
jongens, dat waren vaak geen lie
verdjes hé. Ze hebben mij regel
matig beroofd en bestolen. Eigen
lijk ben ik slachtoffer."
DEN HAAG. Belediging van een be
vriend staatshoofd is straks moge
lijk niet langer strafbaar. Het kabi
net overweegt dat. Nu kan ie
mand daar nog maximaal twee
jaar celstraf voor krijgen, maar vo
rige week riep een meerderheid
van de Tweede Kamer het kabi
net op dat uit de wet te schrap
pen.
Minister Ard van der Steur (Veilig
heid) zegde de Kamer gisteren
toe te bezien óf en zo ja wanneer
de wet kan worden aangepast.
„Het Wetboek van Strafrecht is
niet bedoeld als museum voor in
onbruik geraakte wetsartikelen",
aldus de bewindsman. De laatste
keer dat iemand in Nederland is
veroordeeld voor belediging van
een bevriend staatshoofd was in
de jaren zestig van de vorige
eeuw. Toen werd een student ge
straft voor het scanderen van de
leus 'Johnson moordenaar', over
de Amerikaanse president John
son. Vorige week werd het ver
bod actueel nadat de Turkse presi
dent Erdogan in Duitsland een
aanklacht indiend tegen cabare
tier Jan Böhmermann nadat die
hem een geitenneuker had ge
noemd. Dat zou Erdogan ook in
Nederland kunnen doen. Cabare
tier Hans Teeuwen noemde pas
hem een jongensprostitué.
WOENSDAG 20 APRIL 2016
Nettie Jongejan
Kees Dros
Kees Dros en Nettie Jongejan zor
gen voor het graf van Mouaz. „Die
jongen heeft ook een moeder."
foto Edo Kooiman
door Hans van Soest