PORTRET 13 ij fietst z'n rond jes nog, tuft met z'n autootje de he le provincie door langs paarden sportwedstrijden en ruziet er zo nu en dan nog lek ker op los. Lucien Roelandt is van daag 85 jaar geworden, maar de ja ren zitten meer in zijn lijf dan in zijn hoofd. Zijn levenselixer? „Puur geluk." In zijn rijtjeshuis in Axel gaat Lucien er 's voor zitten. Hij woont alleen sinds het overlijden twintig jaar geleden van zijn vrouw Frans je. Maar van alle kanten in de ka mer wordt hij vanuit fotolijstjes aangekeken door zijn familie. Door zijn vrouw, zoon, zus en kleinzoon. Ze houden hem in stil te gezelschap. Glaasje water op tafel, appelflap je erbij en Lucien zit op z'n ge mak. De appelflap moet geduldig zijn, want Lucien gebruikt zijn mond vooral om te verhalen. In 85 jaar heeft hij immers veel gezien en nooit stilgezeten. „Ik heb 85 jaar gezopen, gevreten en gefeest", zegt hij met een ondeugende gri mas. „Nu ga ik het vijftien jaar rus tiger aan doen." „Toen ik achttien was, was ik veel ziek. Ik was net een geraamte. Mijn moeder liet de dokter ko men, sloeg de dekens open van mijn bed en wijzend naar mij zei ze: 'Ga je hier nog 's wat aan doen of niet?"' „Acht maanden heb ik in het ziekenhuis van Sluiskil gelegen. Ik had een abces tussen mijn ruggen- wervel en slokdarm. Ik was als het ware langzaam aan het stikken. Toen heb ik geluk gehad. Het had zomaar klaar kunnen zijn." Anderen in zijn leven hebben niet zo veel geluk gehad. Lucien verloor zijn vrouw Fransje aan kanker na een gevecht van vijftien jaar, samen verloren ze hun zoon toen deze vijf was, Luciens broer zakte in elkaar toen hij nog een af zakkertje in het café nam en tien jaar geleden overleed zijn zus. Vrouw, zus en broer werden alle drie 63 jaar. „Ik heb het een en ander meege maakt op mijn levenspad, ja. Maar ik kijk niet te veel achteruit. Wat schiet je daarmee op? Soms word ik daar wel 's over veroordeeld. 'Jij trekt je nergens wat van aan, jij stapt overal zo overheen'. Maar dat betekent niet dat ik nergens om geef. Vaak genoeg denk ik: het zou toch leuk zijn als Fransje hier bij was geweest." „Nee, zo zit ik niet in elkaar. De vrije dagen rond kerst vind ik wel 's rottig. Dan zit ik alleen. Ik kan natuurlijk bij mensen op visite gaan, maar moeten zij die ouwe dan over de vloer hebben?" „Uit een arbeidersgezin uit Zuid- dorpe. Je had toen nog rangen en standen; de burgemeester was de baas, daaronder zaten de boeren en daaronder de arbeiders. Ik denk dat ik aan die tijd heb overge houden dat ik een beetje opstan dig, een beetje rebels ben gewor den. Joh, ik ben altijd zo tegen die hiërarchie geweest." Vertel. „Ik ben misdienaar geweest. Als er een eredienst was, werden al tijd de zoontjes van de boeren of middenstanders gekozen. Dat vond ik al verschrikkelijk oneer lijk. Als moeder overste - Zuiddor- pe had toen nog een klooster - met haar gevolg de kerk binnen kwam, stonden wij door kiertjes te gluren. 'Daar heb je die soep- kar met haar kippen', zei ik. Het zoontje van de wethou der verraadde me. Moest ik bij moeder overste komen voor een repri mande. Ze haalde naar me uit, maar ik bukte net op tijd, waardoor ze haar hand tegen een gietijzeren kap stok sloeg." ven een café, in de rust zat je in een afgekeurde veewagen van de Zeeuws-Vlaamse Tram Maatschap pij. Dat was een mooie tijd." „Nee, nooit. Je moet tegenwoordig totaal je onafhankelijkheid inleve ren. Je kunt fluiten, maar niet meer in de geest van het spel. Op de tribune zitten harlekijnen van de KNVB je te beoordelen, geflip te of geflopte scheidsrechters, en die kijken alleen of je wel een gele kaart geeft als het moet. In mijn tijd kon je tegen de rotzakken op het veld nog wel 's zeggen: 'Als je dat nog 's flikt, zal ik je 's onder je ballen trappen'. En dat werkte. Maar dat hoef je nu niet meer te proberen." eiertjes soep- Die strijd tegen onrechtvaardigheid komt telkens terug. Toen Lucien een gere nommeerde scheidsrech ter was in het Zeeuwse voetbal, initieerde hij een staking met zijn Zeeuwse collega's uit onvrede met de behandeling door de voet balbond. Sportjournalist Harry Vermeegen schreef zelfs over 'Ra zende Roelandt' in het landelijke voetbaltijdschrift Kick. „Ik heb geen dag spijt van die actie, maar ik had het nu mis schien wel anders aangepakt. Je wordt rijper hè. Het voetbal heeft me veel gebracht. Ik kon zelf geen poot voetballen. Daarom werd ik op mijn 21e al scheidsrechter. Dat paste ook wel bij mijn rechtvaar digheidsgevoel. Precies op de Dag van de Arbeid ben ik overigens ge slaagd voor de cursus." „Als de dag van gisteren. Ik moest grensrechteren bij de beslissings wedstrijd Vogelwaarde 2-Terneu- zen 4. Theo Sturm was grensrech ter aan de andere kant, die kreeg een klap op zijn smoel. Door mij werd een doelpunt afgekeurd. Dat was een lekkere binnenkomer. Omkleden in een slaapkamer bo- 'Ik heb 85 jaar gezopen, gevreten en gefeest, nu ga ik het vijftien jaar rustiger aan doen 1 25^ „Als ik onrechtvaardigheid constateerde wel. We hadden bijvoorbeeld een ideeënbus. Twee vrouwen had den een idee inge bracht om te voor komen dat het tin telkens tegen de lampen spetterde. Prima idee en ze werden beloond met 2500 gulden. Wat ge beurt er? Hun chef claimde dat hij dat zelf al had bedacht en daarom kregen ze die beloning niet. Dan gaat Lucien op de barricaden, hè. Uiteindelijk wonnen we dat, maar die vrou wen lieten zich wel afschepen met minder geld." „Ik heb altijd PvdA gestemd, maar de laatste keer niet. Ik kan me niet meer verenigen met het asociale van de partij. Wat er allemaal ver kwanseld is wat wij hebben opge bouwd. En ze laten ons nu stik ken. Wat voor zorg hebben wij nu nog? Niks meer. Mijn vrouw heeft in de Daniel Den Hoed kliniek ge legen. Ik weet nog hoe het toen was. Ik kon daar gewoon blijven slapen. Weet je wat er nu bij een kennis gebeurt? Zijn vrouw ligt er. Als hij er wil blijven slapen, moet hij 25 euro betalen wat niet vergoed wordt. Maar als hij naar huis gaat met de taxi kost dat 200 euro en dat wordt wél vergoed. Zulke dingen zijn schering en in slag." De appelflap is nog maar half 'Ik denk dat ik aan die tijd heb overgehouden dat ik een beetje opstandig ben geworden' op. Lucien kijkt door het raam naar zijn achtertuin. Het is een beetje kaal. Zijn 'hofje' bijhouden is één van de weinige dingen die hij vanwege zijn fysiek op een laag pitje heeft gezet. Twee pille tjes per dag en een spuit vanwege zijn suikerziekte zijn tastbare teke nen van de tijd. En zijn rug zeurt eeuwig, vanwege een hernia. „Die hernia was de reden dat ik moest stoppen als scheidsrechter. Ik werd geopereerd, maar de ope ratie mislukte. Daar moet ik mee leven. Toen ben ik correspondent bij de PZC geworden. Ik heb de ge meenteraden gevolgd in Axel, ik ben over sport gaan schrijven en dik dertig jaar geleden zei Joop van de Berg, toenmalig chef sport: 'Jij gaat de paardensport doen'. Maar Joop, daar heb ik helemaal geen verstand van. 'Daarom vraag ik het. Al die betweters, jij bent onafhankelijk'." „Waarom denk je dat ik het nog steeds doe? Ik blijf er jong bij. Ik wil zo lang mogelijk alles blijven doen wat ik doe. Ik kook zelf, doe mijn boodschappen zelf, ga de hort op. Ik wil zo lang mogelijk op mezelf blijven wonen. Ik zie me zelf niet in een bejaardenhuis zit ten. Dan verstar je toch? Ik heb het al in de wachtkamer bij de dokter; die mensen 'zagen' zich zelf toch ziek? Dat wil ik niet." „Oorlogsboeken pluis ik uit. Ik heb de Tweede Wereldoorlog zelf meegemaakt. De interesse komt daarvandaan, denk ik. In Zuiddor- pe heb ik als klein jochie de Duit sers zien binnenvallen, sluipend met hun geweer achter muurtjes. Ik heb ze een handgranaat in een schuilkelder zien gooien zonder te controleren of er wel iemand in zat. En ik heb in de loop van een revolver gekeken." „In het grensdorp Overslag zaten onderduikers. Ik ging er wel 's met de melkboer mee naartoe om eten te brengen. De bussen had den een dubbele bodem en daarin smokkelden we het eten. We gin gen naar binnen op het onderduik adres, maar dat hadden ze niet ver wacht. Eén van de onderduikers schrok zich dood en richtte een re volver op ons." „Klopt. We waren net bevrijd door de Polen en het was fantas tisch weer. Ik zat in de tuin een boekje te lezen en vlak naast me sloeg er iets in op een stoeptegel. Een verdwaalde kogel. Ook toen had het zomaar afgelopen kunnen zijn. Daarom zeg ik: ik heb puur geluk dat ik de 85 heb gehaald." door Rudy Boogert Maar het is toch 85 jaar goed ge gaan? Dat is nogal wat om te verwerken. Voel je je nooit eenzaam? Uit welk nest komt die ouwe? Zou je in deze tijd nog scheidsrech ter kunnen zijn? A Weet je je eerste wedstrijd nog? Je hebt jarenlang bij Philips ge werkt op de personeelsafdeling en je zat in de ondernemingsraad. Was je daar ook wel 's een razen de Roelandt? Vergis ik me als ik denk dat je uit een PvdA-traditie komt? Je bent erin gedoken, hebt je erin vastgebeten en met je 85 jaar ben je inmiddels één van de oudste freelan cers, misschien wel dé oudste, van Nederland. Heb je hobby's? Wauw... Ook zo'n moment waarop het leven een andere wending had kunnen ne men.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 13