12 NIEUWS
Vadertje Drees
Truus van Herpen
kwam in 1949
ter wereld, het jaar
van de 10 miljoenste
Nederlander.
Ze greep de kansen
die vrouwen uit haar
generatie kregen met
beide handen aan.
Haar relatie zorgde
voor een breuk met
haar familie.
Nederland staat
op het punt zijn
17 miljoenste
inwoner te
verwelkomen.
In aanloop naar
deze mijlpaal
kijken we terug
naar het Nederland
van 10 miljoen en
van 15 miljoen
mensen.
Vandaag deel 1:
De 10 miljoenste
Truus van Herpen
Deel 2:
De 15 miljoenste,
Nick Keulen
Deel 3:
Wordt de 17
miljoenste een
baby of migrant?
Dit gebeurde er in
Willem Drees is na
mens de PvdA pre
mier van 1948 tot
1958. Hij wordt ook
wel Vadertje Drees
genoemd. Hij is een
overtuigd sociaaldemo
craat. Onder zijn lei
ding wordt de AOW
ingevoerd.
Populairste
jongensnaam:
Johannes
Populairste
meisjesnaam:
Maria
Het eerste salaris dat Truus
van Herpen (66) krijgt,
een envelopje met in
houd, geeft ze af aan haar
ouders. Het is 1968, Truus
woont nog thuis in het
Brabantse Nuland. Het geld komt goed
van pas in het gezin waarin zeven kinder
monden gevoed moeten worden. „Ik had
niets voor mezelf."
Toch vormt die eerste baan, lerares op
de kleuterschool, de opmaat naar een le
ven dat uitblinkt in zelfstandigheid. Haar
moeder is altijd huisvrouw geweest, heeft
vijf dochters en twee zonen grootge
bracht, maar heeft zich nooit buiten de ka
ders van het gezinsleven kunnen ont
plooien. Een groot gemis, dat zal haar
dochters niet overkomen. „Mijn moeder
zei altijd: 'ik heb niet mogen studeren,
mijn meisjes mogen dat wel'."
Truus is het eerste kind in het gezin
Vrijsen. Ze ziet op 4 november 1949 het le
venslicht. Haar ouders zijn in januari van
dat jaar getrouwd. „Het was meteen prijs."
Vader is inspecteur van het varkensstam
boek. Hij doorkruist heel Brabant om bij
de boeren varkens te registreren. Moeder
zorgt voor huishouden en kinderen. „Ze
deden alles in overleg."
Het katholiek geloof vormt een belang
rijke leidraad in de opvoeding. „We gin
gen elke zondag naar de kerk." Christelijke
waarden als samen delen en eerlijk zijn
krijgen de broers en zussen met de paple
pel ingegoten. De ouders gehoorzamen
ook. „Als je niet deed wat zij zeiden, kreeg
je straf. Dat kon huisarrest zijn, of geen
zakgeld.
„Mijn ouders waren heel liefdevol naar
elkaar. Mijn vader was heel attent, hij gaf
mijn moeder altijd complimentjes. Maar
ze waren soms te streng naar ons. Je moest
de dingen op hun manier doen. Dat gaf
ons weinig zelfvertrouwen. Ze hielden
zich erg vast aan regeltjes, die soms min
der ruimte lieten aan de liefde voor hun
kinderen."
Die regels zorgen voor grote spannin
gen als Truus verliefd wordt op Jan, die ze
kent uit het bestuur van het gemeen
schapshuis in Nuland. Truus en Jan vor
men een geoliede machine samen, ze zijn
de spil van het culturele centrum.De zake
lijke klik legt de kiem voor een heftige ver
liefdheid, een verliefdheid die er niet mag
zijn. Jan is vijftien jaar ouder dan Truus,
getrouwd en vader van een geadopteerde
zoon. „Onze relatie was voor mijn ouders
een grote schande."
Vader en moeder Vrijsen weigeren de
relatie te accepteren. De pastoor komt bij
Truus op school langs om haar op andere
gedachten te brengen, maar haar besluit
staat vast: met Jan wil ze haar leven delen.
„Ik heb het er heel moeilijk mee gehad",
vertelt ze nu nog met tranen in haar ogen.
„Maar de liefde was sterker. Ik heb er
nooit aan getwijfeld dat ik de juiste keuze
heb gemaakt."
Een keuze met verstrekkende conse
quenties. Op een morgen trekt ze de deur
van het ouderlijk huis achter zich dicht,
om niet meer terug te komen. Ze is 25 jaar,
heeft haar koffers gepakt zonder haar
ouders in te lichten. Die avond slaapt ze
bij een broer van Jan, samen met haar gro
te liefde. Haar familie heeft er tien jaar
voor nodig om dat te accepteren, een perio
de waarin ze hen niet ziet of spreekt.
„Mijn ouders wilden niks meer met me te
maken hebben."
Zonder spaarpotje of uitzet beginnen
Jan en Truus aan hun nieuwe leven sa
men. „Ik had nog geen vaatdoekje. We had
den het niet breed, moesten alles van de
grond af opbouwen." Truus kan haar ge
zicht niet meer laten zien op school in Nu
land. Ze vindt gelukkig snel nieuw werk
op een school in Valkenswaard. Daar vindt
het jonge stel ook een huurhuis dat Truus
bij hoge uitzondering op haar naam kan
zetten. „Vrouwen mochten eigenlijk niet
zelf een huis huren, maar ik heb gezegd
dat ik een relatie had en van plan was om
te trouwen. Toen kon het toch."
Truus en Jan trouwen als de scheiding
is beklonken, op 9 mei 1975. Met een feest
je, want dat hebben ze wel verdiend na al
die ellende. Haar ouders, broers en zussen
zijn de grote afwezigen. Haar oma komt
wel. „Die vond dat zij boven de ruzie tus
sen mij en mijn ouders moest staan."
De impasse wordt doorbroken als
Truus na tien jaar een brief naar huis
schrijft. Een gesprek tussen Truus, Jan en
haar ouders betekent het begin van een
hernieuwde band. „Dat kon alleen als ze
Jan accepteerden als mijn partner. Dat heb
ben ze gedaan; niemand was zo gek met
Jan als mijn moeder. Mijn vader was niet
zo'n prater. Hij kwam ons helpen in de
tuin, dat was zijn manier om te laten mer
ken dat hij het goed vond."
Kinderen komen er niet. Truus legt
zich erbij neer. Ze heeft haar handen vol
aan haar baan en haar activiteiten in het
verenigingsleven. Ze werkt ruim veertig
jaar in het onderwijs. Ze staat voor alle
klassen in het basisonderwijs, helpt mee
bij de oprichting van een openbare school
en is vijf jaar directeur van een basis
school in Duizel. „Ik ben altijd financieel
onafhankelijk geweest. Als het fout zou
gaan met Jan wilde ik niet afhankelijk van
hem zijn."
Ook voor haar sociale contacten wil ze
niet leunen op haar man. Als ze op haar
61e stopt met werken, verwacht Jan dat ze
de hele dag samen op de bank zitten en al
les samen moeten doen. Geen sprake van,
zijn vrouw pakt haar hobby's, tennis en
bridge, voortvarend op en stort zich in het
bestuur van het Kempisch Vrouwengilde.
„Tuurlijk, we doen ook veel samen, maar
ik vind het ook heerlijk om alleen dingen
te ondernemen. Ik wil mijn eigen contac
ten houden, anders hebben we elkaar
thuis niets meer te vertellen. En ik wil
mijn eigen ideeën hebben, van mening
kunnen verschillen met Jan. Die zelfstan
digheid is voor mij een groot goed."
Truus van Herpen heeft de kansen die
vrouwen van haar generatie voor het eerst
kregen met beide handen aangegrepen. Zo
is zij de moderne vrouw geworden die
haar eigen broek kan ophouden en zich
zelf de bediening van de computer heeft
aangeleerd. „Ik heb geen kinderen die voor
mij even een app op mijn telefoon zetten.
Dat zoek ik zelf uit."
Alleen in de keuken van huize Van Her
pen in Bladel wil de emancipatie niet echt
doordringen. Als ze een dagje uitgaat met
de vrouwenclub, zorgt ze dat het eten
voor Jan klaarstaat. „Anders voel ik me
schuldig." Lachend: „Toch dat ouderwetse
rollenpatroon, hè."
1949
'Zelfstandigheid
is voor mij
een groot goed'
door Heieen Boex