i 10 NIEUWS Ruud Snel, de bedenker en maker van de wereldberoemde Domkaars, is overleden. Op het laatste moment verzoende zijn dochter zich met hem. 'Zonder de winkel hadden ze me in een verzorgingstehuis gestopt. Dat was geen leven geweest' Ruud Snel op de voi- cemail. Woensdag ochtend 27 januari, even na acht uur. „Bel je asjeblieft te rug? Het is belang rijk." Even later: „Ik ben termi naal. De dokter heeft het maandag gezegd. Ik ga dood. Ik schat dat ik nog een week heb. Maar het is niet erg. Want ik geloof in de lief de. En de liefde blijft, ook na de dood. Kom je me nog een keertje interviewen?" Diezelfde middag ligt Ruud Snel op de afdeling cardiologie van het Diakonessenhuis in Utrecht. Het praten valt hem zwaar, hij heeft het benauwd. Af en toe overvalt hem een hoestbui. Maar zijn humeur is opgewekt, in elk geval berustend. „Ik leef in het nü", zegt hij. „In het nu kan je wei nig gebeuren." Het is zijn hart. In figuurlijke zin mag het dan groot zijn, in let terlijke zin is het tot op de draad versleten. „Ik heb alles al los gela ten." Veel Utrechters kenden Ruud Snel beter als Ruud Waskit. Hij was de gehandicapte, spastische kaarsenmaker met zijn eigen win keltje in de Donkerstraat. Be roemd geworden als de bedenker van de Domkaars, het perfécte Utrechtgeschenk. Christian Prud- homme, de baas van de Tour de France, kreeg er vorig jaar bijvoor beeld eentje bij de Utrechtse Tourstart. „Ik heb mijn steentje wel bijgedragen aan de promotie van deze stad", vond Ruud Snel. Pretogen, vaak een schaterlach bij wijze van punt achter een ge sproken zin. Geen spoortje van zelfmedelijden, oh god nee. „Ik heb geen enkele reden gehad om te klagen." Tientallen jaren woon de hij zelfstandig boven zijn kaar senwinkel. Gekluisterd aan de rol- stoel, afhankelijk van de zorg van een ander. Gefinancierd uit zijn pgb, maar vooral gerekruteerd uit de brede schare vrienden en - dat vooral - vriendinnen waarop Ruud Snel durfde vertrouwen. Zijn kaarsenwinkel betekende vrij heid. „Zonder de winkel om te runnen, hadden ze me in een ver zorgingshuis weggestopt. Dat was geen leven geweest." Hij begon ermee in de Schalk wijkstraat. Herman van Veen opende het. De laatste 37 jaar zat hij in de binnenstad: Happy Heart Candles. Er hoorde ook een stich ting bij, die zich ten doel stelde 'de minderbedeelden zo lang mo- gelijk mobiel te laten zijn of hou den'. Middels 'massages, aura-hea- ling-reading en gesprekken', 'in dien mogelijk door zelfvertrou wen bij te brengen'. Ruud: „Die stichting zou ik met mijn laatste adem zó nieuw leven in willen blazen." Een paar dagen later gaat het aanzienlijk slechter. Ruud weet ze ker dat hij over twee dagen, op zondag, komt te overlijden. „Ik voel het al gebeuren in mijn lichaam. Het gaat achteruit. Ik volg het met bewondering. Ik ben nieuwsgierig naar hoe het zal gaan. Euthanasie wil ik niet. De cirkel moet uit zichzelf rond wor- 'Dit is zo fijn. Dat de laatste schakel nog wordt gelegd. Dat ik dit nog mag meemaken. En het is zo'n mooie meid!' den; dat proces ga ik niet versto ren." Zachte stem: „Ik heb een kind op de wereld gezet. Ik heb het geboren zien worden. En ik heb op eigen benen gestaan. Zo is het af. Ik hoef niet langer te blij ven." Christa heet zijn kind. Ze moet 28 jaar oud zijn, maar Ruud weet niet veel van haar. Hij zag haar voor het laatst toen ze vijf jaar oud was. Het wonder voltrekt zich in de nacht van zaterdag 30 op zondag 31 januari. Op een moment dat Ruud er zó slecht aan toe is, dat ie dereen er rekening mee houdt dat hij inderdaad op zondag gaat over lijden. Om twee uur 's nachts staat ineens Christa aan zijn bed. Ze heeft gedaan wat ze al die ja ren niet durfde te doen: over de drempel stappen en het contact dat haar moeder verbrak, herstel len. Het klikt meteen. Ruud leeft op, letterlijk. Hij wil toch nog even niet dood. De dagen erna ligt er opnieuw een montere Ruud in het Diakonessenhuis. Het is nog steeds een komen en gaan van vrienden die afscheid nemen. Aan de muur hangen kaartjes, daartus sen ook een handgeschreven laat ste groet van Utrechts burgemees ter Jan van Zanen. Er is nu ook een bed bijgescho ven. Voor Christa. Zodat ze bij haar vader kan blijven waken. In een paar dagen tijd hebben ze ja ren ingehaald. „Dit is zó fijn", glundert een op geflakkerde Ruud Snel. „Dat ik dit nog mag meemaken. Dat de laat ste schakel nog wordt gelegd, en dat daarmee de cirkel van mijn le ven rond wordt getrokken." Met zijn typische schaterlach: „En het is zó'n mooie meid!" Ruud Snel overleed gisteroch tend, kort voor vier uur. Hij wordt volgende week vrijdag begraven. De afscheidsdienst wordt gehou den in de Utrechtse Domkerk. Geluk flakkerde nog even op voor kaarsenmaker door Maarten Venderbosch Ruud Snel bij zijn Domkaarsen. foto Marnix Schmidt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 10