Hoezo kortste weg naar de Olympische Spelen? Thijs Zonneveld bakt er niets van SPORT 19 Het antwoord op de vraag Hoe Moeilijk Kan Curling Nou Helemaal Zijn? blijkt simpel: verrékte lastig. tramt mee Ik kon het niet helpen. Elke keer dat ik curling zag, be kroop me de gedachte: hoe moeilijk kon dat nou zijn? Misschien kwam het door die lullige bezempjes. Of anders doordat curling veel weg had van sjoelen met grote stenen. Een paar weken terug insinueerde ik dat het de makkelijkste route naar de Olympische Spelen was voor iedere huis-tuin-en-keuken- sporter. Ik pochte dat ik het ook moest kunnen. En dus sta ik hier nu, met een mond vol tanden en een bezem in mijn handen, op het ijs van de cur- lingbaan in Zoetermeer. Om me heen de vier mannen die het Ne derlands curlingteam vormen: Carlo Glasbergen, Laurens Hoek man, Wouter Gösgens en Jaap van Dorp. Ze zien eruit als de spelers van de Ai van de plaatselijke voet balclub: jong, atletisch en de ha ren zorgvuldig in de juiste coupe geboetseerd met een paar klod ders gel. Ze komen allemaal uit de buurt. Dat is geen toeval: deze baan in Zoetermeer is de enige echte curlingbaan in Nederland. Bij de warming-up vraag ik hoe vaak je moet trainen om het Nederlands curlingteam te halen. Carlo Glasbergen: „Tactische trai ningen, technische trainingen, fit nesstrainingen, cardiotrainingen en individuele sessies. Elke dag ei genlijk." Dat valt me vies tegen. Het past niet in bij mijn vooroor deel van curling als sport voor hobbyende huismoeders. Bondscoach Shari Leibbrandt, een geboren Canadese die haar team 'my boys' noemt, neemt het programma van de ochtendtrai ning door. Ik word geacht volledig mee te draaien na een spoedcur sus Hoe Speel Ik Curling. Mijn cur susleider is Jaap van Dorp, het tac tische brein van het nationale cur lingteam. We zijn nog geen mi nuut bezig of mijn zelfvertrou wen ligt al in gruzelementen op het ijs. En ik lig ernaast. De curlingschoenen die ik aan heb getrokken hebben één ruwe zool en één gladde zool. Je kunt er mee over de baan glijden. Dat wil zeggen: als je het onder de knie hebt. Ik glij alle kanten op, behal ve de goede. Het is als schaatsen met één schaats. Het is dat ik op de bezem kan hangen, anders stui ter ik om de paar seconden op mijn achterhoofd. Kortsluiting Jaap schuift een curlingsteen naar me toe en legt de techniek stap voor stap uit. Door de knieën, rug recht houden, balans zoeken, af zetten, bezem links naast me hou den, loslaten voor de eerste rode lijn en dan ook nog de juiste draaiing meegeven - ik moet aan zoveel dingen denken dat in mijn hoofd dezelfde kortsluiting plaats vindt als tijdens het in elkaar han nesen van een IKEA-kast. En dan moet het moeilijkste nog komen: vegen. Juist het onder deel waarvan ik dacht dat het een appeltje-eitje was blijkt in werke lijkheid niet te doen. Het idee er achter is om de baan van de steen (harder bezemen betekent dat de steen verder en rechter glijdt) te beïnvloeden. Je moet met je hoofd vlak boven de bezemkop hangen, de stok zo hard mogelijk het ijs in duwen en dan ook nog zo snel mo gelijk heen en weer borstelen. Na een half baantje oefenvegen loopt het zweet over mijn rug. Ik kan de anderen bij lange na niet bijhou den bij een veegoefening, ook niet als ik af en toe een metertje over sla. Leibbrandt slaat moederlijk een arm om me heen: „Je hoeft je We zijn nog geen minuut bezig of mijn zelfvertrouwen ligt al in gruzelementen op het ijs. En ik lig ernaast niet te schamen hoor. Van de bes te tien vegers van Europa hebben wij er drie in ons team." Daarna bootsen we wedstrijd situaties na. Urenlang. Want zo gaat het in het echt ook: op grote toernooien stappen curlingspelers om acht uur 's morgens het ijs op, en om acht uur 's avonds eraf. Ik bak er helemaal niks van. Vrijwel elke steen die ik gooi gaat de ver keerde kant op. Te zacht, te hard, te veel naar links, te veel naar rechts, en anders wel met te veel of te weinig of te veel erin. Van de tactiek begrijp ik hooguit de helft. Hoekman, Gösgens, Glasbergen en Van Dorp hebben het over back eights, top fours, T-lines en delen allerlei cijfers met elkaar, al glijdend en vegend over het ijs. Als ze Chinees hadden gesproken, had ik er net zoveel van begrepen. Veegwerk Het vegen wordt zwaarder en zwaarder naarmate de uren vorde ren. Bij stenen die veel veegwerk vereisen hijg ik als een oud trek paard met bronchitis. De afslui ting van de ochtendtraining is een partijtje. Het team waar ik in zit verliest - hoe kan het ook anders. Na de ochtendtraining eten de mannen hun boterhammen op in de kantine terwijl ze vertellen hoe de route naar de Olympische Spe len van Pyeongchang. De kans dat ze alle obstakels overwinnen is klein, maar niemand lijkt eraan te twijfelen dat het lukt. Na de lunch stappen de vier curlers de fitnesszaal in voor de middagtraining, ik ga naar huis. Door al het veegwerk hangen mijn armen naast mijn lichaam als de geknakte vleugels van een meeuw die net tegen het raam van Snackbar Henkie is gevlogen toen hij dacht even snel een frie tje mee te pikken. Het antwoord op de vraag Hoe Moeilijk Kan Curling Nou Hele maal Zijn? blijkt simpel: verrékte lastig. DINSDAG 23 FEBRUARI 2016 Met mond vol tanden en bezem in mij n handen door Thijs Zonneveld Sportjournalist Thijs Zonne veld traint de komende maan den mee bij verschillende sporters en teams. Vandaag: op bezoek bij het Nederlands curlingteam. Thijs Zonneveld kijkt aan' dachtig hoe Laurens Hoek man (links) en Carlos Glas bergen (rechts) vegen. foto Guus Schoonewille

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 19