28 CULTUUR SHOW
De titel doet het al vermoeden: Not the Tommy Cooper Story van Toneelgroep Maastricht belicht
niet het leven van de Britse komiek. „Bij een imitatie leg je het altijd aftegen het origineel."
et is bizar, zeggen
cabaretier Jan
Jaap van der Wal
(36) en acteur
René van 't Hof
(59), hoe lang het
publiek soms blijft denken dat
iets bij een voorstelling hoort. Ze
hebben het over het moment dat
de Britse komiek Tommy Cooper
in 1984 op het podium het leven
laat, in een show die live op tv te
zien is.
Terwijl een assistente hem een
mantel aantrekt, zakt hij als ge
volg van een hartaanval in elkaar
voor het rode doek. Het publiek
schiet in een lachstuip, want het
denkt dat het bij de act hoort, en
ook de assistente loopt lachend
richting coulissen. Gekke vent, zie
je haar denken. Het blijkt geen
gebbetje te zijn, maar een triest
eind van het leven van de zeer ge
waardeerde komiek. In een film
pje op YouTube hoor je hem naar
adem happen, terwijl medewer
kers het rode doek over hem dra
peren en het orkest vlug muziek
begint te spelen. Het publiek lacht
nog en applaudisseert. „Heel on
aangenaam om naar te kijken",
zegt Van 't Hof. „Achteraf wordt
over zijn manier van overlijden
raar romantisch gedaan", vindt
Van der Wal. Alsof het op zo'n ma
nier wél fijn is om te sterven.
Toneelknecht
Van 't Hof en Van der Wal spelen
in Not the Tommy Cooper Story van
Toneelgroep Maastricht. De voor
stelling gaat 27 februari in premiè
re. Ze vertelt niét het verhaal van
Cooper. Wel dat van de toch wat
sneue toneelknecht Terry Copper
die na een voorstelling een rode
fez op het podium vindt en op
zoek gaat naar de artiest aan wie
het hoofddeksel toebehoort. On
derweg loopt hij een buikspreek-
pop tegen het lijf, alsmede een sjo
fele bandleider gespeeld door Van
der Wal.
„Tommy Cooper was de groot
ste komiek van zijn tijd", zegt Mi
chel Sluysmans, een van de artis
tiek leiders van Toneelgroep Maas
tricht. „Een ongrijpbare man, ook
qua humor. Bij hem ging het al
mis voordat hij op kwam, dat was
zijn kracht. In deze voorstelling
vertellen we zijn leven niet na."
Waarom niet? Simpelweg om
dat iemand dan Cooper moet spe
len. Sluysmans: „Bij een imitatie
leg je het altijd af tegen het origi
neel. Daarom gaan we met deze
voorstelling een andere kant op,
maar de komiek is niet geheel af
wezig. In de Alice in Wonderland
achtige reis van de toneelknecht
waart de geest van Cooper wel de
gelijk rond."
Bij de eerste lezing van de tekst
voelen de acteurs zich nog wat on
wennig. Veertien scènes, verdeeld
over 71 bladzijden. Op een aantal
momenten in het script staat cur
sief dat Van der Wal daar improvi
seert. De cabaretier lacht, terwijl
hij letterlijk met zijn handen in
het haar zit. „Tuurlijk, joh. En er
na zijn we zes minuten verder."
Als een van de collega's een
foutje maakt tijdens de lezing,
zegt Van der Wal plagerig: „Ik
vind dat jij nog wat meer tekst
moet krijgen." Voor Van 't Hof
voelt de lezing onwennig: „Het
hoort erbij, maar ik vind het zo'n
zenuwengedoe. Mij zegt dit niet
zo veel, ik ga liever een-op-een
het podium op met het tekstboek
in de hand."
Solo
Voor Van der Wal is het een totaal
andere manier van werken dan bij
zijn eigen cabaretvoorstellingen,
waarin hij nagenoeg altijd solo op
het toneel staat. „Ik ben altijd in
mijn eentje en schrijf mijn tekst
nooit uit. Die zit in mijn hoofd.
Als ik een grap vergeet, dan was
hij gewoon niet goed genoeg om
te onthouden."
We komen terug op Tommy
Cooper, een jeugdheld van Van 't
Hof. „Ik moest altijd vreselijk om
hem lachen. Ik heb een aantal
dvd-boxen van hem thuis, dit is
een goed moment om die weer
eens te bekijken."
Het lijkt de acteurs vreselijk
om op zo'n treurige manier aan je
einde te moeten komen, terwijl
het publiek maar blijft lachen.
Van 't Hof heeft meegemaakt dat
de toeschouwers niet in de gaten
hadden dat het menens was. Het
was midden jaren negentig, hij
speelde met het gezelschap Car
ver de voorstelling De Witte Hal in
Leeuwarden. In een scène met Ja
cob Derwig draaide Van 't Hof
zijn lichaam, terwijl zijn voet
bleef staan. Die brak en stond er
na scheef aan zijn been. De pijn
was immens, maar het publiek
dacht dat het bij de voorstelling
hoorde.
Brancard
„Zelfs toen Beppie Melissen (me
deoprichter van Carver, red.) het
podium opliep en vroeg of er een
dokter in de zaal zat. Uiteindelijk
werd elders in het theater een dok
ter gevonden. Ik werd met een
brancard door de foyer afgevoerd
en zelfs toen dachten mensen nog
dat het allemaal een act was."
Van der Wal maakte in 2009
iets soortgelijks mee toen in het
net geopende theater in Arnhem
middenin een show de sprinkler
installatie op het podium afging.
„Er kwam dertigduizend liter wa
ter naar beneden. Mensen op de
voorste rijen waren kletsnat en
het theater moest zes weken dicht
voor reparatie. En nog dachten
sommige bezoekers dat het bij de
show hoorde. Dat geloof je toch
niet?"
Tommy Cooper is er niet
...en toch weer wel
door Ruud Maas
H
Toneelgroep Maastricht: Not the Tom
my Cooper Story. Te zien vanaf 25/2.
Info: www.toneelgroepmaastricht.nl
Jan Jaap van der Wal (links) en René van 't Hof. foto Stephan Vanfleteren