O Fun-factor 28 CULTUUR SHOW Je hoort ze nauwelijks meer op de radio, toch zijn ze er nog wel degelijk: de echte carnavalskrakers. De hits lijken misschien in een kwartiertje geschreven, maar ze moeten voldoen aan vijf vuistregels. O Doe de 'roetewisser' O Geen druppel bier O Hup, meezingen! als Sjiek Is Miech Dat en De Körk. Hij heeft zelfs een 'gouden hitregel': „Binnen vijftien seconden moet er een pakkend refrein langs komen." Steek je armen naar voren en doe je handen omhoog, zwaai van links naar rechts en je hebt 'm al onder de knie: de 'roetewisser', het dansje dat bij het gelijknamige nummer van Fabrizio hoort. Radio 538-dj's Coen en Sander zijn fan en riepen het lied zelfs uit tot de carnavalshit van 2016. Volgens Fabrizio is het bijbehorende dans je één van de succesfactoren van een echte hit. „Een leuk dansje of een gimmick doet het altijd goed", meent de Limburgse zan ger. „Bij De Körk kun je bijvoorbeeld het plopje van een kurk uit een fles nadoen, bij Roetewisser dus een ruitenwisser." 'Hoe kun je nou 2,5 minuut zingen over een ruitenwisser?', vragen velen zich af als ze het nummer Roetewisser van Fabrizio horen. Zijn antwoord? Probeer in je nummers origi neel te zijn. „De humor zit altijd in het on verwachte." Daarbij let hij erop dat hij cli chés voorkomt. Vader Abraham, die carnavalscreaties voortbracht als Olleke Bolleke en Wittewatte- tis Gewittetnie, sluit zich daarbij aan. „Wan neer je een kneiter van een carnavalshit te pakken hebt, wil dat zeggen dat je hebt nage dacht over de tekst: er moet geen druppel bier in voorkomen", vertelde hij eerder deze maand aan Omroep Brabant. Of het nou over vrouwen of ruitenwissers gaat, het gaat om de lol. Beelen vindt die 'fun-factor' misschien nog wel het belang rijkste. „Je moet erom kunnen lachen. Zo'n carnavalsnummer moet vooral niet te moei lijk zijn." Dat laatste helpt om een nummer te laten aanslaan bij het publiek. Dat merkte ook André van Duin met de alom bekende carnavalskraker Er Staat een Paard in de Gang. Een eenvoudig nummer dat elk jaar steevast wordt gedraaid tijdens het carnavalsfeest. „Dat komt doordat het in het geheugen van de mensen zit", legt Van Duin uit aan Omroep Brabant. „Vroeger wer den carnavalshits al tijd op de radio ge draaid, tegenwoordig niet meer. Gelukkig zijn die hits van vroe ger blijven hangen." „Een carnavalsnummer moet altijd makke lijk mee te zingen zijn", vindt Rob Kemps uit Best, bij Eindhoven. Kemps is één van de oprichters van Snollebollekes, de feestact die iedere bontgekleurde mensenmassa laat meezingen en -dansen op liedjes als Vrouwkes en Alaafrojack. Volgens hem is het belangrijk dat een nummer meteen aanslaat. „Je moet na één keer luisteren al denken: Hup, meezingen!" De Maastrichtenaar Fabri zio scoort al jaren achter el kaar legendarische carna valskrakers met nummers Een wals of een treurmars, dat werkt vol gens Fabrizio niet. „Mensen moeten altijd de alonaise kunnen lopen", benadrukt hij stel lig. 3FM-dj Giel Beelen organiseert al jaren de landelijke zoektocht naar de carnavalshit van het jaar. Ook hij merkt op dat het juiste tempo voor gegarandeerd succes zorgt. „Bij een carnavalshit moet je meteen het ritme goed aanvoelen." Rob Kemps vindt het bovendien belang rijk dat iedereen mee kan doen. „Wij probe ren met Snollebollekes een mix te maken van ouderwetse hoempapa en moderne mu ziek. De oudere generatie kan erop mee doen, maar mijn neefje van 10 moet ook uit z'n panty kunnen schieten." André van Duin schreef ze ja renlang aan de lopende band. Feestknallers als 'k Heb hele grote bloemkoole en Willempie. Ook Vader Abraham schudde ze moeiteloos uit de mouw. Meezingers die de sfeer tijdens het jaarlijkse carnaval op temperatuur houden. Het genre kent zijn eigen geheimen. Maar welke? We lichten een tipje van de sluier op. Regels voor de carnavalskrakers door Eline Kramp

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 28