Ekster en buizerd azen op kadaver
'Graven'
naar een
archeoloog
ZEELAND 11
Zeeuwen in de buiten
Bob Focke (44) staat op het oude
veerplein van Vlissingen. Hij is in
structeur van rijschool Actief, al 23
jaar. Vrachtwagen, bus, scooter,
motor, theorie, nascholing
truckers: hij is van alle markten
thuis. Het veerplein biedt ruimte voor bijzonde
re verrichtingen van de motorrijders, zoals rem-
en uitwijkoefeningen. Alleen als het glad is of
harder waait dan kracht 7 worden de lessen uit
gesteld.
Focke heeft de belangstelling voor de motor
zien veranderen. Waren er tot een jaar of tien
geleden nogal wat 'midlifers' die avontuur zoch
ten, nu zijn er veel jongeren die zich melden.
Focke: „Vroeger had je mensen, die een motor
rijbewijs haalden zonder vaste plannen om ook
daadwerkelijk te gaan rijden. Nu wordt er gaan
deweg het traject een helm en een pak aange
schaft, en aan het eind staat er een motor klaar."
Wat de sfeer op de weg betreft heeft de in
structeur één woord paraat: „Bedroevend. De
mentaliteit van veel verkeersdeelnemers is be
droevend. Ze zijn met zoveel andere dingen be
zig, dat ze niet meekrijgen wat ze eigenlijk
doen. Er is veel agressiviteit. Ik leer mijn kandi
daten: iedereen om je heen is gek. ]e kunt niet
genoeg op je qui vive zijn."
v:
Natuurjournaal
doorChiel Jacobusse
HETZEEUWSE LANDSCHAP
Vogelen op Neeltje Jans
heeft twee kanten. Ener
zijds heb je de soorten
die er altijd zijn; je kunt
er bij wijze van spreken de klok
op gelijk zetten. Anderzijds zorgt
de bijzondere ligging tussen de
Oosterschelde en de Voordelta re
gelmatig voor verrassingen. Tot
die laatste categorie behoort de
zwarte zeekoet die nu al weken
lang in de zogenoemde Vluchtha-
ven aan de Noordzeezijde ver
blijft. In dezelfde haven verbleef
vorig jaar maandenlang een ijsdui-
ker en - om niet meer te noemen;
ook de kuifaalscholver is er gere
geld te zien.
Maar de drie eksters die in de
berm langs de Faelweg rondom
een prooi huppen horen echt bij
de vaste inventaris. Ze komen op
Neeltje Jans in meer dan gemid
deld aantal voor. Dat zal op zijn
minst voor een deel te maken heb
ben met de vele verkeersslachtof
fers langs de autoweg die het voor
malig werkeiland doorkruist. Voor
een aaseter als de ekster is hier
zijn kostje gekocht. Tenminste...
Als het meezit. Want de concur
rentie is er altijd en dat is ook dit
keer niet anders. Een buizerd is be
zig om een kadaver te slopen. Met
zijn scherpe snavel trekt hij een
lange, bloederige reep los uit wat
een juveniele zilvermeeuw ge
weest moet zijn. En de eksters heb
ben vooralsnog het nakijken. Af
en toe doet de buizerd een schijn-
aanval naar de concurrenten, maar
tot een schermutseling komt het
niet.
Een fietser kijkt niet op of om
als hij de lijkenpikkers passeert,
maar die vinden zo'n passant toch
te gevaarlijk. Ze vliegen alle vier
op en de buizerd strijkt neer in
een duindoornstruik zo'n twintig
meter verderop. De eksters vlie
gen alleen een rondje en zien hun
kans schoon nu de buizerd even
weg is. Weliswaar sta ik met een
lange telelens uit het raam een
eindje verderop in de berm, maar
voor de eksters is dat geen reden
om zich niet op de rijke maaltijd
te storten. Ze hebben inmiddels
gezelschap gekregen van nog een
paar soortgenoten. De buizerd
kijkt wat afwachtend mijn kant
op en dat biedt een mooie gelegen
heid om de vogel op de gevoelige
plaat vast te leggen.
Het is een buizerd zoals je ze
meestal ziet. Overwegend midden
bruin, met een lichte band onder
aan de borst. Speciaal in het win
terhalfjaar vind je ook veel lichte
exemplaren, tot soms bijna hele
maal witte toe. Hoewel vaak ge
zegd wordt dat lichte buizerds in
de zomer net zo talrijk voorko
men, zijn mijn ervaringen anders.
Afgelopen jaar heb ik tientallen
buizerds gefotografeerd om de ver
houding tussen lichte en donkere
individuen vast te leggen. Dat le
verde een duidelijke toename van
lichte buizerds op in het winter
halfjaar.
Ómdat de buizerd mijn aanwe
zigheid toch kennelijk te bezwaar
lijk vindt om zijn maaltijd voort
te zetten rij ik voorzichtig weg. In
mijn spiegel zie ik hoe de buizerd
op de wieken gaat, maar meteen
is daar een troep pesterige eksters
die om de vogel heen cirkelt. Ken
nelijk om hem weg te houden bij
zijn maaltijd. De hele bende
strijkt weer neer en ik zie hoe een
ekster zich vliegensvlug uit de voe
ten maakt met een deel van de
buit. Zo'n buizerd blijft toch een
beetje een sullige vogel. Een sper
wer of havik zou al lang korte met
ten gemaakt hebben met zijn
plaaggeesten. Maar de buizerd laat
zich zowaar wegpesten. Met trage
vleugelslag vliegt-ie naar een gro
te steenhoop om daar te landen.
Op zoek naar een nieuw kadaver
misschien.
Uit de Zeeuwse klei
Archeologen kunnen
zelf ook het object
worden van oudheid
kundig onderzoek.
Frans Beekman, historisch-geo-
graaf, publicist en docent, ont
dekte in 2000 op het kerkhof
van Burgh het graf van de be
kende amateurarcheoloog J.A.
Hubregtse (1878-1940). Deze on
derwijzer-oudheidkundige ver
kende dertig jaar lang, tussen
1911 en 1940, onverdroten de
duinen en stranden van de Kop
van Schouwen en bracht een
grote collectie aardewerk, mun
ten en andere metaalvondsten
bijeen. Het was bekend dat Hu
bregtse in Burgh begraven lag,
maar waar? Beekman kwam in
actie toen in de pers berichten
verschenen over mogelijke rui
ming van graven in Burgh, om
dat uitbreiding van de begraaf
plaats niet mogelijk was. Voor
Beekman reden genoeg om
eens te gaan zoeken naar het
graf van Hubregtse. Het bleek,
dat dit graf niet gedekt was
door een steen of ander grafte
ken. Hubregtse lag 'anoniem'
op het kerkhof Niet verwonder
lijk: de onderwijzer, sinds de ja
ren dertig op wachtgeld, leefde
in zeer sobere omstandigheden.
Zijn begrafenis vond plaats op
13 juli 1940. In zijn geval op een
nogal bijzondere plek. Want de
begraafplaats ligt op een deel
van de Karolingische ringwal-
burg, waar hijzelf diverse fraaie
benen voorwerpen uit de ne
gende en tiende eeuw had ge
vonden. Het begraafboek ver
meldde dat Hubregtse's graf in
rij 3 lag, nummer 5 van de heg.
Erachter stond 'afgekocht' en
dat wees erop dat de grafruimte
maar voor een bepaalde tijd
was verkregen. Toen Beekman
eenmaal de locatie van Hubregt
se's graf had vastgesteld, opper
de hij in het tijdschrift Nehalen-
nia dat er best een klein gedenk
teken mocht komen 'om de
plaats te markeren voor deze
eenzame speurder naar het ver
leden van zijn woongebied op
de Kop van Schouwen'. En die
wens is een aantal jaren later
ook vervuld: er kwam een be
scheiden steen met reliëf in de
tuin van museum De Burghse
Schoole. Hoewel nog levende
oud-leerlingen en andere beken
den van de onderzoeker regel
matig beweerden dat Hubregt
se nooit enig grafmonument
zou hebben gewild.
WOENSDAG 3 FEBRUARI 2016
Altijd
op je
qui vive
door Jan van Damme
Bob Focke geeft motorrijles op het oude veerplein van Vlissingen. foto Lex de Meester
STICHTING
Een buizerd op Neeltje Jans. foto Chiel Jacobusse
door Jan Kuipers
Jan Kuipers werkt bij Stichting Cul
tureel Erfgoed Zeeland
Meester Hubregtse bij zijn ach
terdeur in Burgh, een foto uit de
zomer van 1926.