m Levenswerk van evangelist Johan Huibers moet plaatsmaken voor woonwijk 10 NIEUWS 'I -m De Ark van Noach heeft de deuren gesloten. Voorlopig althans, want de eigenaar heeft opnieuw grootse plannen: met het schip naar Brazilië. Ik ken geen twijfel'. ~W" ohan Huibers (57): „Weet je I wat het is? Als ik in de file I sta, en om me heen kijk, dan I denk ik: weten al die mensen W wel van God? Weten ze van het eeuwig leven? En dan weet ik weer wat me te doen staat. Ik wil de hele wereld vertellen van Zijn grootheid. En liefst een beetje spectaculair." Achter hem kijkt een groepje Poolse lassers verbijsterd naar Hui bers' levenswerk: een eigenhandig gebouwde Ark van Noach. Een uurtje eerder meerde het 3.000 ton zware bouwwerk aan op deze tijdelijke ligplaats, een kade vol vervallen loodsen aan de rand van Krimpen aan den IJssel. Een be zoekje aan de ark zit er voor de Po len niet in: de ark is sinds deze week gesloten voor publiek. De ge meente, die het goed vindt dat de ark hier tijdelijk ligt, geeft nog geen toestemming om publiek te ontvangen. Geen probleem, vindt Huibers. Krimpen is immers maar een tus senstation. Want de evangelist en zijn gezin hebben een nieuw doel. Rio de Janeiro, waar komende zo mer de Olympische Spelen plaats vinden. Nadat Nederland drie jaar lang van de ark heeft kunnen ge nieten, is het nu tijd voor de rest van de wereld. Huibers: „De hele wereld kijkt straks naar Rio. Dan moet de ark daar ook zijn." Pontons Ergens in de komende vijf maan den moet het enorme gevaarte dus de oversteek maken van Krim pen aan den IJssel naar Rio de Janeiro. Het lijkt het plan van een waanzinnige: het schip mag niet eens zelfstandig de zee op. Maar de ark krijgt hulp, vertelt dochter Deborah. „We gaan het schip op motorisch aangedreven pontons plaatsen. Daar zijn er hier genoeg van." Ze wijst naar de overkant, waar binnenvaartschepen in alle soor ten en maten op werk liggen te wachten. „We wachten nu alleen nog op de geldboot." Want het transport van de ark naar Zuid-Amerika gaat zeker een miljoen euro kosten, en misschien wel meer. Wie dat gaat betalen? „We hopen op geldschieters", zegt Deborah. „We denken dat er ge noeg mensen zijn die ons hiermee willen helpen. Er is bij ons totaal geen twijfel. Dit gaat lukken." De scepsis begrijpt ze wel. „Natuurlijk is het een wonderlijk idee. Maar dat was het bouwen van de ark ook, toch? En die is er ook geko men." De familie Huibers - vader Johan, moeder Bianca, kinderen Jessica, Deborah en Roy - gelooft in dro men. Zo ging het vanaf het begin, in 1992, toen Johan bedacht dat hij de Ark van Noach wilde nabou wen. Hij was 33, runde een succes vol aannemersbedrijf, maar verzet te de bakens na een droom. Of lie ver: een nachtmerrie. „Ik droomde die nacht van een geweldige stormvloed, die heel Noord-Holland onder water zette. Ons huis kwam onder water te staan, ik moest mijn gezin redden, zag buiten de dode dieren drij ven." Toen hij wakker werd, begreep Huibers welke opdracht God hem zojuist gegeven had. In 2005 bouw de hij zijn eerste ark: een nog rela tiefbescheiden exemplaar, waar mee hij langs zo'n twintig plaat sen in Nederland voer. Het werd zo'n succes, dat Huibers in 2008 besloot de Ark van Noach op ware grootte na te bouwen. Wat die grootte was, vertelde de Bijbel hem -119 meter lang, 29 meter breed en 23 meter hoog. Een bouw plan gebruikte hij niet: daar had Noach destijds immers ook niet de beschikking over gehad. Dankzij sponsors, leningen en veel vrijwilligers kwam de ark er, inclusief een enorm amfitheater, een zondvloedexperience, speel goeddieren in alle soorten en ma ten. Allemaal om het verhaal van Noach te vertellen, en daarmee het verhaal van God. 4,2 miljoen euro kostte het bou wen van de Ark van Johan. Deels gefinancierd uit de opbrengsten van zijn aannemingsbedrijf, dat in middels wordt gerund door zoon Roy, maar vooral dankzij hulp van de bank en van geldschieters. Hui bers voorspelde een toeristen- Ark zet koers richting door Peter Groenendijk Johan Huibers met een tijger van stof voor de Ark van Noach. foto Peter Dejong/AP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 10