-a NIEUWS 17 •j _2~ jy iXii' I'- r i 'Wïrid.': (gevoels)leven gaat. „Ik schilder wat ik mee maak." De overzichttentoonstelling toont de manshoge doeken van de vrouw, die nog al tijd bekendheid geniet door haar overweldi gende realisme en 'figuren in windsels', veelal vrouwen wier lichaam is gehuld in re pen stof. Symbolen voor een donkere perio de in haar leven. „Ik trouwde op mijn 20ste. Was een beet je ondeugend geweest. Ons gezin verhuis de naar Noord-Brabant en ik raakte van mijn eerste vriendje zwanger. Maar het hu welijk was gedoemd te mislukken. Als elke dag tegen je wordt gezegd dat je niet deugt, ga je daar heilig in geloven. Mijn eigenwaar de was compleet weg." Toen ze 30 was, scheidde ze. „Een keer punt. Voor die tijd liep ik met mijn handen in mijn zakken, de kraag rechtop. Ik ver borg me. De windsels staan voor dat gevoel. Ik had geen geld en vroeg mijn dochter Si- grid model te staan. Sigrid is nu 47, maar is altijd mijn muze gebleven. Ze speelt een hoofdrol in mijn werk. „Acht jaar duurde het eer al die windsels er allemaal af waren. Toen kwam het geloof in mezelf terug. 'Ho even', dacht ik, 'ik mag er ook zijn'." Sindsdien verrast de vrouw, die haar car rière begon in 1977 met het tekenen van be zoekers op braderieën, met een repertoire waarvan het moeilijk is te geloven dat het is gemaakt door een autodidact. „Perspec tief, lichtval, kleurgebruik.Ik heb het zelf ontdekt. Ik ken geen regeltjes, word niet ge hinderd door enige kennis. Ga puur op mijn gevoel af, techniek is voor mij een middel." Haar elegante verschijning - lang en slank, het haar strak naar achteren, de mo dieuze kleding zwart - is net zo typerend als haar werk. Haar ogen zijn steevast zwart- gerand, een knipoog naar de Franse zange res Juliette Gréco, die zij in haar jeugd zo be wonderde en die evenmin zuinig was met eyeliner. Maar toch: „Ik was nooit een zeker meisje, ben nog altijd onzeker. Ook als het gaat over mijn uiterlijk word ik geplaagd door twijfel. Ik zou weieens ergens zelfver zekerd willen binnenkomen, me de mooi ste van het bal voelen. Ik word emotioneel als ik er over spreek. Mijn man Wybe kan honderd keer zeggen 'Je bent de mooiste, de liefste.maar ik kan het niet geloven. Gek hè. Dat gaat er bij mij niet meer uit." Ze leerde Wybe Tuinman (1946), kunst verzamelaar en ondernemer, kennen toen ze 40 was. Hij is haar steun en toeverlaat die haar workshops zakelijk begeleidt. Naar haar atelier op Prinseneiland in Amsterdam zijn in de loop der tijden ruim 30.000 be zoekers afgekomen om individueel of in groepsverband te schilderen. „Het liefst verkoop ik mijn schilderijen niet", peinst ze. „Dat betekent dat je ook an dere bronnen van inkomsten moet zoeken. Behalve de workshops zijn dat portretten in opdracht. Waarbij ik altijd schilder wat ik zie. Oók de lijntjes rond de ogen en mond die sommige vrouwen liever niet vastgelegd zien. IJdelheid, hè? Maar ik poets niets weg." Ze vervaardigde beeltenissen van Her man Van Veen, Anne Wil Blankers, voorma lig minister Jo Ritzen en koningin Maxima, maar toch vooral van anonieme Nederlan ders, onder wie veel mensen uit het be drijfsleven. Van de negenhonderd doeken die ze maakte, is 80 procent verkocht. De prijs van een portret? „Die beginnen bij 10.000 euro", zegt ze. Ans Markus retoucheert evenmin de rau we naaktheid van het leven. Haar kunst is onontkoombaar direct, zoals in de reeks Ver borgen Verdriet, die in Zwolle is te zien en waarop ze individuele mannen, allen aange slagen, soms overmand door emotie, toont. „Ik kreeg het verzoek een jongeman te schilderen die op zijn 30ste aan een hartstil stand overleed. Ik werd geraakt door het in tense verdriet van zijn broer. Dat leidde tot een serie portretten over wat heftige gevoe lens met mensen doen. Mensen die zich staande pogen te houden en aan wie je voorbijloopt als je niet luistert. Ik schilder omdat ik begaan ben met de mensen om mij heen." In haar atelier hangt een doek waarop handen staan afgebeeld. Het zijn de oude handen van haar moeder, de geprononceer de aderen ragfijn geschilderd. „Mamma, ze is 101 geworden, wilde niet dat ik haar zou portretteren. Ze sloeg daar om haar handen voor haar gezicht, dezelfde handen die hadden gepoetst om mijn broer naar de hts en mij naar het lyceum te kun nen laten gaan. „Op haar brommertje reed ze naar een si garenzaak om met poetsen een extra centje te verdienen. Mijn vader begon als leer ling-timmerman en eindigde als bedrijfslei der. We hadden het vroeger niet breed ge noeg om dure opleidingen te bekostigen. Dat was mijn moeder." Bovendien schreef Ans Markus over haar moeder de boeken De pijn van oud en Het is goed zo waarin ze beschrijft hoe ze tien jaar lang haar moeder dagelijks in het bejaarden tehuis opzocht. En waarin ze aan de hand van ontroerende schilderijen de laatste fase van het leven verbeeldt. Het was in de pe riode dat ook haar broer overleed. „Ik ging toen werken met was en klei", zegt ze. „Dat resulteerde in een aantal sculp turen. Koperen hoofden met, inderdaad, weer windsels. Want die staan voor mij ook voor de betrekkelijkheid en de kwets baarheid van het bestaan." Nog altijd voelt ze 'elke dag de nood zaak' om te schilderen. „Op die plek", wijst ze naar haar schildersezel, „ben ik echt ge lukkig. Ik word wel benaderd voor exposi ties in het buitenland, maar ik wil hier niet meer weg. Wil het vertrouwde dat ik hier heb niet kwijtraken. Daarbij heb ik vlie gangst. En heimwee. Op vakantie ga ik zel den. Ik reis in mijn schilderijen." ZATERDAG 23 JANUARI 2016 Ans Markus, foto's Pim Ras i Zelfportret van Ans Markus. „De boodschap is: ik houd mijn mond over wat er over mij wordt gezegd."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 17