Voor het eerst weer naar de sportschool Verdriet over geestelijk gehandicapte zoon Osman NIEUWS 17 Het is een donke re middag en in een apparte mentencom plex in Wageningen staat op één hoog de tv aan. Vanaf de bank proberen vier van de zeven kinde ren van de Syrische fami lie Othman de Nederland se televisie te volgen. Tussen zijn kinderen zit Khudida Othman. Naast hem ligt een grijs kussen tje, 'Dont't worry, be hap py' staat erop. Ja, Khudida is best wel happy, maar heeft toch ook nogal wat zorgen. Want daar zit Khudida dan. Een Koerdische vee handelaar uit een klein dorpje in het Al-Hasakah district in Noordoost-Sy- rië. Hij verkocht zijn laat ste koeien om zijn vlucht naar Europa te betalen. Het ging niet meer, zegt hij. „Er werd te veel ge vochten, door allerlei par tijen. We moesten in ga ten in de grond schuilen." Dag Syrië, Khudida gaat. In Turkije kroop hij in de laadruimte van een truck, een paar dagen later was hij in Nederland. „Hier ko men voelde als opnieuw geboren worden." Negen maanden eerder zat Khudida op dezelfde bank. Toen waren er nog veel meer 'worries', vertel de hij. Twee van zijn zo nen waren nog in Turkije. De oudste, Osman (21), is geestelijk gehandicapt. De één na oudste broer bleef bij hem, om voor Osman te zorgen. „We waren niet compleet. Continu zorgen over hoe het met hen ging." Tot dit najaar. Toen mochten door een wets wijziging ook volwassen kinderen gevluchte ouders nareizen. „Mijn eerste grote moment was dat ik zeifin Nederland aankwam, het tweede mo ment dat mijn vrouw met vijf kinderen op Schiphol landden, en nu, nu zijn we compleet." Met de blijdschap kwam ook verdriet. Alle kinde ren van het gezin gaan naar school, maar Osman niet. Er is ook nog geen dagopvang voor hem. „Ik wandel elke dag 1 of 2 uur met hem. Als ik naar Ne derlandse les ben, zorgt mijn vrouw voor Osman", verzucht Khudida. Hoe nu verder? Wat doet een veehandelaar van bijna 50 met de rest van zijn leven? „Ik zal werk moeten zoeken. Maar ik weet nog niet hoe en wat." De taal is een pro bleem. „Het voelt als een blokkade tussen mij en Nederland." Bij Vluchte lingenwerk in Wagenin gen denken ze mee. Een andere Syriër verdient nu de kost door op de markt telefoonhoesjes te verko pen. Khudida: „De toe komst is voor mijn kinde ren. Ik ben hier voor hun veiligheid." f uwmoude'. Het kost W Houssam Moussa (35) de eerste keer enige moei te om via de telefoon dui delijk te maken wat zijn nieuwe woonplaats is. Hij klinkt ook nogal hol, maar dat komt omdat er in zijn kersverse portiek woning in IJmuiden (want die stad bedoelt hij) dan nog helemaal niets staat. Ja: een stoel en een luchtbed. Houssam, een statenloze Palestijn uit Syrië, poseert in oktober voor de foto graaf van deze krant in zijn appartement. Hij is druk bezig de laatste din gen te regelen zodat ook zijn vrouw en hun vier kinderen (15,13,11 en 9 jaar) er kunnen komen wonen. Die verblijven dan nog in het azc in het Drentse Oranje. Vrouw Lobna is het daar zat: „Ie dereen zit op eikaars lip en in Oranje is niets te doen." Twee maanden later zet Houssam foto's op zijn Facebookpagina van zijn kinderen op het strand van IJmuiden. Hij vertelt over zijn vlucht uit Syrië. Het was een 'big decision' om te gaan, maar Damas cus werd te gevaarlijk, de dood kon plots en overal opduiken. Hij vertelt over hoe hij 'gewoon' de bus pakte vanuit Damascus, richting Turkije. „Steeds als er weer een wegver sperring was, vertelde de chauffeur snel welke strij ders er stonden. Waren het militairen van Assad, dan vertelde ik dat ik inge nieur van telecombedrijf Ericsson was en ergens iets moest gaan repareren. Waren het strijders van IS, dan zeiden we dat we op de vlucht waren voor het leger. Het was dood eng." Zo bereikte hij Tur- 'De douaneman vroeg vriendelijk: komt u hier wonen? Welkom in Nederland!' kije en, met een rubber bootje, Griekenland. Als ingenieur bij Ericsson (dat verhaal klopte) reis de hij vanuit Syrië al vaak naar Duitsland, Oosten rijk en Frankrijk. Dit keer kiest hij voor Nederland. „Iedereen was altijd posi tief over Nederland, het leek me hier fijner wonen dan in Duitsland." Ze zijn niet teleurgesteld. Lobna, met een groene hoofddoek en een prachti ge glimlach: „Toen ik met de kinderen aankwam op Schiphol vroeg de douane man vriendelijk: 'komt u hier wonen? Ja? Welkom in Nederland!' Alle stress van de reis zakte in een keer weg. Ik was zo blij." Over wonen in IJmuiden zegt Lobna: „We hebben geleerd dat de buren hier niet naar jou toe komen als je ergens nieuw bent. Ze respecteren je privacy. Wij hebben hen uitgeno digd om koffie te komen drinken, dat was heel leuk. Daarna hebben zij aan andere buren verteld: dit zijn goede Syriërs!" In 2106 willen ze hun le ven opnieuw vorm geven. Ze spreken allebei goed Engels. Hun kinderen pik ken het Nederlands snel op school op. Houssam gaat vier dagen per week naar Nederlandse les en wil verder leren om zo snel mogelijk een baan te vinden. Bij voorkeur iets technisch, zoals hij deed als projectmanager bij Ericsson. Ze krijgen nu een uitkering. Voor dat geld zijn ze dankbaar en ze kunnen ervan leven. „Maar niet zo'n leven als we gewend waren in Sy rië." Houssam is onlangs voor het eerst weer naar de sportschool gegaan. „Voor het eerst in ruim een jaar." Maar het belang rijkst? „We hoeven niet meer elk moment bang te zijn, zoals in Damascus. We hebben nu weer een normaal leven." VRIJDAG 15 JANUARI 2016 foto Koen Verheijden

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 17