De kinderen maken
al nieuwe vriendjes
De
Alharir
De uit Syrië gevluchte gezinnen
Moussa, Alhariri en Othman
bouwen in ons land een nieuw
bestaan op. Blijdschap en zorgen
wisselen elkaar af Deze krant
volgde hun belevenissen.
16 NIEUWS
In september stond
Ahmad Alhariri (41)
met zijn vrouw Ma-
lak (33) en hun vier
zoons (15,13,11 en 9) in
het overdekte winkelcen
trum in Etten-Leur. Tus
sen Grillerij Schrauwen
en de ANWB-winkel. Sa
men met andere Syrische
families uit de Brabantse
plaats deelden ze er rozen
en chocolaatjes uit. Om
dankjewel te zeggen te
gen de Nederlanders. „We
zijn zo blij met Neder
land. Dat gevoel willen
we overbrengen", zei
Ahmad toen in de krant.
„We voelden ons meer
welkom dan we hadden
verwacht." De meeste
mensen namen de bloe
men graag aan. „Er waren
er maar een paar die door
liepen."
Hij woont sinds een paar
maanden in Etten-Leur,
maar is al jaren weg uit
Syrië. Hij en zijn gezin ko
men uit een dorpje in de
buurt van Daraa, Zuid-Sy-
rië. Daar waar in 2011 de
eerste protesten tegen het
regime van Assad begon
nen. Ahmad kwam in het
vizier van de geheime
dienst en zat een paar da
gen in de gevangenis.
Daarna vluchtte hij met
zijn gezin naar Jordanië.
Toen hij de hoop op vrede
in zijn land verloor, trok
Ahmad verder: via Alge
rije met een boot naar Ita
lië en van daar naar Ne
derland. Via de azc's in
Ter Apel, Budel, Overloon.
Hij moet lachen als hij de
namen uitspreekt.
Later kwamen zijn vrouw
en kinderen over en kre
gen ze een huis in Etten-
Leur. Daar laat Ahmad nu
nog steeds zijn dankbaar
heid zien. Bijvoorbeeld
als mensen van de lokale
welzijnsorganisatie Sur
plus hem bellen of hij kan
helpen in de tuin van
oudere inwoners. Dat
'Eerst moet
ik Nederlands
leren, de taal is
nu mijn grootste
probleem'
doet hij graag. „Om die
mensen te helpen en om
wat te doen te hebben."
Ahmad en twee vrienden
vertellen hun verhaal bij
de Alhariri's thuis. Een rij
tjeshuis in een hofje. Een
tweedehands eiken wand-
meubel langs de muur, af
gedankte leren banken.
Als de mannen roken
moet van Malak de deur
op een kier. Zelf luistert
ze, vanaf een krukje in de
keuken. Een van de vrien
den tolkt.
Ahmad en zijn vrouw heb
ben pas sinds anderhalve
maand serieuze Neder
landse les. De televisie
staat op de Arabische
nieuwszender Al Jazeera,
er is een toespraak van
Angela Merkel. „Ik volg
het nieuws elke dag", zegt
Ahmad.
Hij ziet de verwoestingen
in Syrië en is blij hij dat
hij weg is. „Nu ben ik blij
met mijn leven. We zijn
veilig hier in Etten- Leur
en dat was de bedoeling.
De kinderen gaan naar
school. Nu nog op een spe
ciale school waar ze Ne
derlandse les krijgen,
maar ze maken hier al
vriendjes. Het gaat goed.
Ik hoop dat ze later gaan
studeren."
Zelf wil hij aan de slag. In
Syrië werkte hij voor een
bedrijf dat apparatuur
voor ziekenhuizen ver
zorgde. „Maar eerst moet
ik Nederlands leren, de
taal is nu mijn grootste
probleem." Het gebrek
aan kennis van het Neder
lands blokkeert het con
tact met anderen.
Dus praten de mannen sa
men maar over politiek.
Tieren ze op Assad: 'de
grote leugenaar". En op ter
reurorganisatie IS.
Ja natuurlijk missen hij
en Malak Syrië. Het is
hun land, er woont nog fa
milie. Maar ooit terug
gaan? Vrede in Syrië? „Er
is geen oplossing. Er is
geen hoop meer, daarom
zijn we hier."
Een miljoen vluchte
lingen kwamen er
in 2015 naar Europa.
Meer mensen dan
er in Amsterdam
wonen. De meesten
staken in volgepropte rubber
bootjes de Middellandse Zee
over. Gevlucht voor de bommen
van Assad en de terreur van IS,
maar ook voor het regime in
Eritrea of'gewoon' voor armoe
de. 3.700 mensen overleefden de
tocht niet. Ze stierven in de gol
ven. 59.000 asielzoekers kozen
vorig jaar voor Nederland. Meer
mensen dan er in, bijvoorbeeld,
Terneuzen wonen. De meesten
zijn afkomstig uit Syrië en
Eritrea en kregen hier een voor
lopige verblijfsvergunning.
Nederland verwelkomt én ver
wenst hen. We bieden ons aan
als vrijwilliger, maar we gooien
ook vuurwerk naar de opvanglo-
caties en hangen een dode big
op de plek van een toekomstig
asielzoekerscentrum.
Honderden Syrische gezin
nen bouwen ongeacht alle poli
tieke discussies gestaag verder
aan hun toekomst in Nederland.
Deze krant volgde het afgelopen
jaar een aantal van die gezinnen.
Hoorde de hartverscheurende
verhalen over hun vlucht, zag de
blijdschap na hun hereniging én
besprak hun zorgen over de toe
komst. U kwam sommigen van
hen al eens eerder tegen in deze
krant.
Het zijn heel verschillende fa
milies. De ene vader werkte in
Syrië voor een internationaal te-
lecombedrijfin Damascus, de
ander was veehandelaar in een
klein Koerdisch dorpje. Maar ze
zijn allemaal dankbaar en zeg
gen de hulp en de warmte van
Nederland meer te voelen dan
de protesten. Ze drinken koffie
met de buren. En als ze afspre
ken voor een interview, willen
ze dat aan het eind van de mid
dag, na Nederlandse les.
Het zijn gezinnen zoals gezin
nen zijn: waarin de kinderen
vaak sneller nieuwe dingen op
pikken dan hun ouders en waar
bij de ouders simpelweg het bes
te willen voor die kinderen.
Ze zijn vastbesloten er de ko
mende jaren iets van te gaan ma
ken. Hier in Nederland. „Want
de hoop op vrede in Syrië heb
ben we opgegeven."
Een
nieuw
begin in
een ver,
vreemd
land
door Cyril Rosman