Marianne Vos genoot in 2015 enorm van Mathieu van der Poel en Tom Dumoulin
4 SPORT
Heel langzaam is Marianne Vos (28) weer
wielrenster aan het worden. Maar het NK
veldrijden komt nog te vroeg.
arianne Vos zag het af
gelopen jaar meer
wielerwedstrijden op
televisie dan dat ze
zelf reed. Het voelde
als zelfkastijding. „Bij
de wegwedstrijd voor vrouwen op het
WK heb ik rondjes rond de salontafel ge
kropen. Verschrikkelijk. Kijken naar de
koers, die ik zelf had willen rijden."
Om het gemis draaglijk te maken,
duikt ze de Ziggo-studio in om de veld-
ritten van de Superprestige te becom
mentariëren. Het is een van de weinige
dingen waar ze lol aan beleeft. „Ik kijk
toch, wil het niet missen. Nu kan ik er
tenminste nog wat over zeggen."
Deskundig? Dat laat zich raden als
een zevenvoudig wereldkampioen cross
achter de microfoon plaatsneemt. Een
demarrage van wereldkampioen Ma
thieu van der Poel kan ze filmisch naver
tellen. „Mathieu heeft zo veel klasse en
kwaliteit. Naar hem kijken, is genieten.
Zijn mentale weerbaarheid is echt bij
zonder. Hij heeft capaciteiten om de bes
te eendaagse renner te worden die we in
jaren hebben gezien. Een kunstenaar."
Nog een van de favorieten van Vos,
op de weg: Tom Dumoulin. „Die Vuel-
ta-rit dat hij Froome versloeg. Wat een
klasbak. Ik ben renster en kan dat bijna
voelen. Je wordt teruggepakt, ze gaan
over je heen, je blijft je eigen tempo rij
den en gaat nog een keer. Bijna onmoge
lijk. Fysiek en mentaal zo op het randje.
Heel bijzonder. Dat zie je zeer zelden in
het wielrennen."
Ik heb in de afgelopen paar
maanden meer over mezelf
geleerd dan in de tien jaar
ervoor op het allerhoogste
niveau. Als mens'
„Als ik Tom dat zie doen, denk ik niet
aan mezelf. Maar dat mis ik wel. Afzien
en door de pijn heen. Heerlijk. Dat spel
is zo geweldig. Ik heb het topsportleven
gemist. De routine van trainen, voelen
dat je beter wordt, bezig zijn met een
doel. Dat is een verslaving die ik de afge
lopen maanden niet meer heb bevre
digd."
„Ik ben niet zwaar ongelukkig geweest
of depressief, maar het was een klote
jaar. Sportief gezien een dieptepunt. De
rest gaat door en jij staat aan de kant. Je
conditie en kracht worden minder. Het
geen waar ik erkenning en waardering
uit haalde, die houvast, had ik niet meer.
Je gereedschap, lijf en gezondheid, laat
je in de steek."
„Ik ben dominant én eigenwijs. Ik heb
een gecompliceerd karakter. Daar kan
niet iedereen mee omgaan en ik kan
weer niet met iedereen omgaan. Het is
goed om iemand naast me te hebben die
mij af en toe een spiegel voorhoudt.
Mijn nieuwe trainster Trudy van den
Boom is er dagelijks mee bezig. Ze heeft
zelf nog gekoerst in de tijd van Leontien
van Moorsel en is fysiotherapeut. Na al
le pijn en blessures is het fijn om ook de
aandacht te vestigen op de anatomie en
fysieke kant."
„Ja. Ik heb altijd op gevoel beslissingen
genomen. Maar als je het vertrouwen in
je lichaam kwijt bent, moet je beslissin
gen ergens anders op baseren. Dan is het
handig als er iemand meekijkt. Het gaat
in samenspraak, maar Trudy houdt me
strak. Voor mijn doen hou ik me er net
jes aan."
„Ik was overbelast en kon alleen herstel
len als ik ook écht rust zou nemen. Ik
mocht mijn lichaam niet meer onder fy
sieke stress zetten. Geen lange of inten
sieve inspanningen. In het begin dacht
ik: een uurtje fietsen, daar ga ik mijn
pakje niet voor aantrekken. Dan sta
ik voor schut."
„Ik had daar heel veel moeite
mee. Je onderhoudt je conditie ook
niet. Als ik twee uurtjes zou trappen,
dan vermoeide ik mijn lijf. Misschien
wel even prettig, maar ondertussen ver
traag je het herstel. Wat ik deed was
wandelen, zwemmen en naar de bakker
fietsen. Ik moest van nul beginnen. Als
je niet meer traint, moet je veel doen.
Ook als je Marianne Vos bent. Ik begon
op 1 november weer met trainen. Een
paar weken later vertrok ik naar
Zuid-Afrika. Eindelijk weer onderdeel
van de selectie en weer ergens naar toe
werken."
„Ja, ik ben overbelast geweest en ook
dat herinnert mijn lijf zich. Ik trainde
aangepast en heb minder gedaan dan
de rest. Van trainingblokken van drie
dagen deed ik alleen dag één en drie
mee. Ik reed vier uur en de rest wat
langer. Je rijdt dan in een groep een
steady tempo. Wie accenten wil leg
gen, doet dat vanuit die groep met
sprintjes of intensieve blokken
van tien minuten. Dit keer reed
ik heel de tijd in dat groepje.
Vroeger sprong ik wel eens ach
ter de anderen aan. Of was
mijn tempo op kop van de
groep het intensieve blokje
van een ander."
,Ik kreeg reacties van: je
bent wel veranderd. De
den zij een uurtje extra,
ging ik terug. 'Je luistert
wel goed naar Trudy,
hè', zeiden ze. Ik denk
dat ik relaxter ben, ook
voor hen. Ik had vrij ob
sessieve trekjes. Dat ik
altijd vijf uur wilde
fietsen, ook als het
koud of nat was. En
vaak een half uurtje
langer. Nu even niet."
„Zeker. Ik heb meer geleerd in deze paar
maanden dan in de tien jaar ervoor op
het allerhoogste niveau. Over mezelf.
Hoe ik naar mezelf kijk en anderen mij
zien. Ik kon mezelf altijd ophangen aan
mijn waardigheid als wielrenster. Dat
was makkelijk, daar kon ik altijd op te
rugvallen, maar nu niet. Dan moet je je
zelf op een andere manier nuttig maken.
Ik kwam erachter dat ik er ook, niet als
wielrenster, mag zijn. En dat ik in mijn
karakter wat dingen kan veranderen. In
Zuid-Afrika zag ik bijvoorbeeld dat As-
hleigh Moolman Zuid-Afrikaans kam
pioen, red.) overal moest zijn. Voor de
sponsor, voor haar ploeg, voor de media.
Voor alles.
Toen dacht ik: dat zal je hebben zeg. Ik
bedacht me: hé, dat doe ik zelf ook al
tijd. Tv-programma's, lintjes knippen,
clinics. Ook ik was overal. Ik kom steeds
vaker tot de conclusie dat niet alles no
dig is."
„Stapje voor stapje. Dit heb ik nog nooit
eerder gedaan. Ik heb nog een lange weg
te gaan, maar ben na twee maanden ver
der dan ik had kunnen denken."
„Het allermeest heb ik de competitie ge
mist, maar ik heb geen wedstrijd aange
kruist. Dan werk ik daar naartoe en gaat
het gevoel overboord. Daar ken ik me
zelf te goed voor. Dan wil ik daar goed
zijn en ik kan niet rustig koersen."
'Ik heb het topsportleven
gemist. De routine van
trainen, voelen dat je beter
wordt, bezig zijn met een
doel. Dat is een verslaving'
„Twijfel is nooit prettig, zeker als je niet
weet of je op het allerhoogste niveau te
rugkomt. Maar eigenlijk twijfel ik daar
al niet meer aan."
„Het uiteindelijke doel is het allerhoog
ste niveau. Het niveau wat ik had."
„Dat zou wel prettig zijn. Ik ben nu 28
en kan ook nog tot Tokio mee natuur
lijk, maar ik wil absoluut geen Olym
pisch Spelen missen. Voor Nederland
word je niet eens uitgezonden als je niet
goed ben, maar ik ga niet naar de Spelen
voor het 'meedoen'. Niet als je al twee
keer op het podium hebt gestaan."
„De organisatie had gevraagd of ik het
niet leuk zou vinden om mijn trui sym
bolisch te overhandigen. Dat zie ik niet
zitten. Ik vind dat niet het moment om
mezelf in de spotlights te zetten. Dat is
een moment van diegene die dan de
trui wint. Die moet daar gewoon zelf
van kunnen genieten."
'Ik had geen houvast meer'
door Daan Hakkenberg
M
Je zegt zelden. Er zijn slechts een paar wiel
renners die daarvoor hebben gezorgd de
laatste jaren. Mathieu van der Poel, Tom Du
moulin, Niki Terpstra, Lars Boom én Marian
ne Vos.
Het was een donker jaar.
Wie beschermt Marianne Vos in de toe
komst tegen Marianne Vos?
Je wordt geacht naar haar te luisteren?
Bondcoach Johan Lammerts vertelde dat je
op het trainingkamp met de Nederlandse
selectie in Zuid-Afrika weer wielrenster
bent geworden. Zie je dat zelf ook zo?
Moest jij uitkijken?
Hoe reageerden je ploeggeno
ten?
Heeft het afgelopen jaar je ook iets ge
bracht?
Hoe ga je terugkomen?
Heb je al een kruisje gezet op de kalender
voor je rentree?
Hoe goed ga je weer worden?
Het doel is de Spelen in Rio de Janeiro?
Dat wil je al voor Rio toch?
Dit weekeinde is het NK veldrijden in Hel-
lendoom. Sinds 2003 stond je tien keer op
het podium. Maar deze keer blijf je weg?