Emily's Romagna
Lezing Jan Brokken
Vrouwen
weten
alles
Ambassadeur waterbeheer van Rijkswaterstaat
ZEELAND GEBOEKT 13
Bioloog Henk Saeijs was de 'zachte
kant' van Rijkswaterstaat. Hij sprak
als eerste over ontpoldering.
Het heeft weinig
gescheeld of
Henk Saeijs
(1935) had voor
een carrière in
het onderwijs ge
kozen. De uitnodiging om als uni
versitair docent biologie in 1971
in Utrecht een nieuwe lerarenop
leiding op te zetten was heel ver
leidelijk, vertelt hij op pagina 77
in zijn autobiografie Henk Saeijs,
stormloper in een delta. Had hij die
keuze gemaakt, dan hadden we
in Zeeland weinig van hem verno
men. Maar het liep anders. Rijks
waterstaat was al vijftien jaar be
zig met de Deltawerken. Civiel in
genieurs die vooral van cijfers
wisten hadden daar van oudsher
het heft in handen. Precies in de
tijd dat Saeijs twijfelde werd de
roep om een minder technocra
tisch waterbeheer sterker. Dat
idee sprak hem aan, en zo werd
hij de eerste bioloog binnen een
club van overwegend stramme in
genieurs. En kregen we dus in
Zeeland volop met hem te ma
ken. Eerst als onderzoeker, die de
gevolgen van de aanleg van dam
men en andere ingrepen in kaart
moest brengen. Van 1989 tot 1999
was hij hoofdingenieur-directeur
van Rijkswaterstaat directie Zee
land.
Saeijs liet het schrijven van
zijn levensverhaal over aan Leo
Santbergen, met wie hij binnen
Rijkswaterstaat jarenlang nauw
samenwerkte. Ze vulden hun ge
sprekken aan met fragmenten
van lezingen en artikelen uit
kranten en tijdschriften. Boven
dien werd een selectie uit de on
gepubliceerde gedichten van de
waterstaatsman opgenomen.
Het verhaal over het werk in
de delta wordt voorafgegaan door
jeugdherinneringen. Zijn vader
werd in 1927 voor de Bataafse Pe
troleum Maatschappij naar Indo
nesië uitgezonden. Henk werd
als derde in een gezin met vier
kinderen geboren in Sangasan-
ga-dalam op Borneo. We lezen
over een avontuurlijke jeugd met
apen, krokodillen, waringin - vij
genboom met luchtwortels - en
een huiskaketoe. Van 1942 tot
Henk Saeijs
1945 leefde hij met zijn moeder,
twee oudere zussen en een jonge
re broer onder erbarmelijke om
standigheden in diverse jappen
kampen. Die tijd, zo vertelt hij,
maakte van hem een vrijbuiter
én een onderzoeker, die moeilijk
in het gareel was te houden.
Ook later in Zeeland, waar hij
uitgroeide tot een 'gedreven am
bassadeur van integraal waterbe
heer', werd hij wel zo gekarakteri
seerd. Dat hij de eerste was die in
de jaren negentig ontpoldering
opperde als natuurcompensatie
voor de verdieping van de Wester-
schelde, past in dat beeld. In 1996
zei hij: „Wanneer het nu niet
lukt, zal er in de toekomst toch
worden ontpolderd. Want sommi
ge zaken zijn nu eenmaal zo lo
gisch en vanzelfsprekend, dat er
vroeg of laat toch maatschappe
lijk draagvlak voor ontstaat." Die
uitspraak, zegt Saeijs nu, „is van
profetische waarde gebleken."
Emily de Klerk (1980, op
gegroeid in Middelburg)
is kunsthistorica en reis-
leidster bij SRC Reizen.
Zij schreef Emily's Romagna
(17,95 euro), 'een persoonlijke
zoektocht' in de Italiaanse ste
den Ravenna, Bologna, Rimini
en Ferrara. Het boek is een reis
door de geschiedenis en de
gastronomie van de steden. Wij
nen uit Bertinoro, Mortadella
worst, Grana Malatesta kaas en -
niet te vergeten - het favoriete
worstje van Lucrezia Borgia.
Het literaire seizoen
van Prometheus in
Terneuzen begint dit
jaar met een lezing
van Jan Brokken (1949). Zondag
17 januari komt hij om 15.00 uur
in Porgy Bess vertellen over
zijn nieuwste boek, De Kozakken-
tuin. Een kaartje voor de lezing
kost 10,- euro.
In zijn boek beschrijft Brok
ken de vriendschap tussen
Alexander von Wrangel en ro
manschrijver Fjodor Dostojevs-
ki. De twee ontmoeten elkaar in
Siberië, als Dostojevski net een
straf van jarenlange dwangar
beid achter de rug heeft. De dats-
ja waar elkaar ontmoeten heet
'De Kozakkentuin'.
Brokken beschreef de lotgeval
len van de familie Von Wrangel
eerder in zijn boek Baltische zie
len. De nazaten wezen hem op
de vriendschap tussen Alexan
der en Dostojevski. Aan de hand
van documenten, memoires en
brieven reconstrueert Brokken
de 19e eeuwse wereld waarin de
mannen leefden.
www.pzc.nl/zeelandgeboekt
Hoogzomer bij Ramme-
kens. 'Je hoorde niets
dan het kabbelen van
water aan de zeedijk.'
Er hangt een speciale geur, met
'een kleine beschamende onder
toon van ontbinding, direct ge
volgd door lauwe frisheid. Zo'n
lucht van aarde en hemel hangt
vaak boven ons eiland.'
Geluiden, geuren, geen kleu
ren, misschien omdat de schrijver
F.B. Hotz (1922-2000) slecht zag.
Maar door de zintuigen te laten
spreken, weet hij een historische
vertelling, doorgaans zo'n doods
genre, leven in te blazen.
'De lange weg naar Veere' heet
het verhaal uit de bundel Duistere
jaren (1983). Slechts vijfentwintig
bladzijden lang, maar meer waard
dan menige roman van een kilo.
Alle feiten kloppen, zoals alles
klopt aan Hotz' proza. Zijn betrek
kelijk kleine oeuvre is daarom een
hoogtepunt in onze literatuur.
Vooral wist hij maat te houden, zo
als in dit verhaal, het enige Zeeuw
se onderdeel van zijn werk, te mer-
F.B. Hotz
ken is. Wel een paar termen als 'te
stade komen' of'hij is vol confi
dentie' die aangeven dat we terug
gaan naar het jaar 1809, maar zo te
rughoudend gedoseerd dat het
steunt in plaats van stoort. Even
weloverwogen ging hij te werk
met sfeertekening en historisch
decor, dat inderdaad achtergrond
blijft in plaats van opdringerig te
worden.
Hotz is soms vrouwenhaat ver
weten, maar het was eerder vrou
wenangst. De hoofdpersoon in dit
verhaal, een Veerse groothande
laar in tabak die zonder tabak zit,
heeft er ook last van, tegenover
een dienstmeid voor wie hij wat
voelt en tegenover zijn echtgeno
te. 'Vrouwen weten alles', huivert
hij.
Om hen te behagen begint hij,
de antiheld, aan een heldhaftige
expeditie. Hij gaat in oorlogstijd
in Zierikzee een oom ophalen,
een specialist in de Zeeuwse
koorts waaraan de Engelse militai
ren massaal sterven. In juli 1809
zijn ze op de Walcherse kust ge
land, met kerstmis zijn ze alweer
verdwenen.
Anders dan de man hoopt,
maakt hij geen indruk met zijn ac
tie. Des te meer indruk maakt het
relaas dat Hotz hem in de mond
legde. Vol geluiden, vol geuren,
maar ongemerkt toch ook vol aller
lei kleuren.
Zeeland geboekt
VRIJDAG 8 JANUARI 2016
Henk Saeijs (rechts) met de Belgische prins Filip op de stormvloedkering, 1992. foto uit boek, bron Jaap Wolterbeek
Hij begon over
ontpolderen
door Jan van Damme
Stormloper in
een delta
Opgetekend door
Leo Santbergen
Uitgeverij Eburon
info@eburon
384 pagina's
24,99 euro
door Mario Molegraaf
Duistere jaren
(1983)