m 0% 'In Nederland laat de einde-van-het-leven-zorg bij ongeneeslijk zieke patiëntjes nog In Dankzij zijn inspanningen is sinds tien jaar levensbeëindiging mogelijk bij ongeneeslijk zieke baby's. Maar kinderarts Eduard Verhagen zit met nieuwe vragen van wanhopige ouders. „Krijgen doodzieke kinderen wel de zorg die zij verdienen?" 16 NIEUWS n 0 Ouders van overleden kin deren komen er nog wei eens bij hem op terug: waarom moest dat nou zo gaan, vijftien jaar gele den? Eduard Verhagen (53). hoogleraar kinderge neeskunde en palliatief expert van wereldfaam, snapt die vraag heel goed. Waarom moest hun baby stikken in zijn ei gen slijm terwijl hijzelf en alle andere art sen hadden aangegeven dat dat zou gaan ge beuren, vragen die ouders dan. Iedereen had voorzien dat hun kind zo zou sterven en iedereen vond het vreselijk. Maar er was niets aan te doen en dus gebeurde het. Waarom? Het formele antwoord luidt: omdat art sen destijds geen juridische bescherming hadden om het kind uit zijn lijden te verlos sen. En er ook geen officiële richtlijnen wa ren over wat in zo'n geval te doen. „Die vragen van de ouders waren te recht: waarom konden we niets doen?", zegt Verhagen. Er waren ouders die uit pu re wanhoop thuis dan maar een kussen op het hoofd van hun doodzieke kind drukten. Om het lijden te stoppen. Of ze maakten een afspraak met hun arts die het einde stie kem versnelde en beroepsmatig een enorm risico nam. Wegens kindermoord riskeerde zo'n barmhartige dokter gevangenisstraf. Er zijn door ouders boeken geschreven over die drama's. Andere zwegen. Er liggen zo veel geheimen op Nederlandse kinder kerkhoven, want vóór 2005 gebeurde het re gelmatig: stiekeme levensbeëindiging of er ger: kussens op het hoofd van de baby. Cij- fers daarover ontbreken, logischerwijs, maar Verhagen kent de verhalen. De kinderarts die ook jurist is, was een van degenen die een uitweg vond. In speci fieke gevallen bestaat nu de mogelijkheid voor ouders en artsen om het lijden van een doodziek en opgegeven pasgeborene te verkorten. Op een transparante manier. Dat zogeheten Groningen-protocol bestaat nu tien jaar en wordt opnieuw tegen het licht gehouden, zegt Verhagen, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Gronin gen (UMCG). „Ik voelde al vroeg in mijn carrière mee met ouders die het gevoel hadden dat ze voor dichte deuren stonden met hun onge neeslijk zieke kind. Ze klopten aan bij de dokter en het ziekenhuis en hoorden dan: 'sorry, het spijt ons maar kunnen niks en we mogen niks'. Sinds mijn eerste baan als kinderarts op Curasao heeft het me verwon derd over hoe het lijden van kinderen ver schilt per cultuur. Er zijn landen waar het ongebruikelijk is om als ouder bij je sterven de kind te zijn. De arts belt uit het zieken huis als het kind dood is. Die ouders hou den natuurlijk niet minder van hun kind en zijn ook niet minder verdrietig, maar dat is zoals je sterft in dat land. Hier gaat dat an ders. Maar terug in Nederland merk je dan dat de einde-van-het-leven-zorg nog veel te wensen overlaat. Dat verbaast me nog steeds trouwens." „Er kwamen heftige reacties van verwarde mensen die dachten dat ik de duivel in ei gen persoon was. Vooral in bepaalde ge- loofskernen werden onze richtlijnen voor levensbeëindiging verketterd als het slecht ste wat een mens kon bedenken. Er waren wel momenten, tijdens buitenlandse bezoe ken, dat ik me bedreigd voelde." „Ja, gelukkig zijn deze richtlijnen ontstaan in de Nederlandse samenleving waarin le vensbeëindiging al langer bespreekbaar was. De reacties hier waren ondersteunend of mild kritisch, wat prima is. Maar in voor al Italië, Spanje en Frankrijk waren ze heel fel. 'Zijn ze gek geworden in Nederland?', hoorde ik vaak. De invloedrijke Vaticaanse krant L'Osservatore Romana was echt ge meen. Die schreef de grootste lariekoek die je kon bedenken en dat heeft veel agressie opgeroepen. Zullen ze vast niet zo bedoeld hebben, maar dat had voor mij ook anders kunnen aflopen. Zo af en toe moet ik nog een brandje blussen. Vorige maand zei de bisschop van Sydney dat er in Nederland '550 baby's per jaar worden doodgemaakt'. Die man baseerde zijn uitspraak ook maar op horen zeggen, denk ik." „Nee, het Groningen-protocol heeft het beëindigen van levens niet gestimuleerd, zoals in sommige landen weieens wordt ge roepen. Eerder het tegenovergestelde. Sinds 2007 is het maar twee keer gebruikt. Beide gevallen waren kinderen met blaarziekten die we niet kunnen genezen en waarvan we weten dat de kinderen op jonge leeftijd doodgaan. Voeden is nauwelijks mogelijk, het aantal infecties is kolossaal. Op lange termijn weet je dat er veel complicaties ko men, waaronder huidkanker. Kortom, een lijdensweg waar wij geen behandeling voor door Bob van Huët Waarom grijpt het lijden van kleine kinderen u zo aan? Na het opstellen van die 'Groningse' richtlijnen voor levensbeëindiging kreeg u de volle laag. Men noemde u in het buitenland zelfs 'kinder moordenaar' en vergeleek u met nazi-artsen. Kinderarts Eduard Verhagen foto Corné Sparidaens Bent u wel eens bang geweest? Pas later begreep men hoe het echt zat. Heeft de uitweg die er nu bestaat ook geleid tot meer levensbeëindiging bij kinderen?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 16