Ik ook niet! f Ik ken geen topsporter die niet van snelheid houdt NIEUWS 15 VANDAAG: RINTJE RITSMA EN SJINKIE KNEGT Ze komen allebei uit het uiter ste zuiden van de provincie, maar zijn zo Fries als oranje- koek, Berenburg en suiker brood, met hun namen die niet hadden misstaan in de Ka meleon-reeks. Het is de meester die do ceert (Rintje Ritsma, 45 jaar), naast de leer ling die vooral luistert (Sjinkie Knegt, 26). Op twee gebieden heeft de spichtige shorttracker toch echt een voorsprong geno men op de 'Beer van Lemmer', die als prof schaatser in 2005 aan een eeuwige winter slaap begon. Knegt werd eerder deze maand door collega-sporters uitgeroepen tot Sportman van het Jaar, dankzij zijn we reldtitel; een prijs die Ritsma nooit won. Bovendien werd Knegt afgelopen zomer vader, van dochter Myrthe. En ook Rintje krijgt eindelijk een kindje: de eerste nako meling van vriendin Youandi en hem wordt komend voorjaar verwacht. Knegt: „Niet echt. Ik hoop vooral voor hem dat hij net zo'n rustig kind krijgt als ik. Ik dacht echt dat ik wel eens doodmoe zou zijn na trainingen, omdat ik 's nachts niet aan slaap zou toekomen. Maar dat gaat heel erg goed." Ritsma: „Had jouw vriendin ook zo veel last van de hormonen tijdens de zwanger schap? Kolere zeg! Ze complimenteert me Rintje Ritsma Sjinkie Knegt met hoe ik ermee omga, maar soms moet ik even de deur uit van mezelf." Knegt: „Dat viel wel mee bij haar, ik heb de eerste twee maanden van de zwanger schap niet meegemaakt. Ik zat eerst in Ame rika voor wereldbekerwedstrijden en daar na in Azië. Mijn vriendin Fenna was voor haar werk op de Filipijnen. Ze werkt nor maal gesproken als fdiaalmanager bij H&M in Leeuwarden, maar kon nu een nieuwe winkel opzetten in dat land. Via Facetime vertelde ze me dat we een kindje zouden krijgen. Fenna werd zo misselijk van de geur op de Filipijnen, daar had ze onze huis arts over gebeld. Hij raadde aan een zwan gerschapstest te doen. Die was positief, maar mijn vriendin geloofde dat eerst niet. Die dingen kosten hier 30 euro en daar 60 cent. Kan niets wezen, dacht ze. Maar het klopte toch." Ritsma: „Toen wij het ontdekten, was Youandi ruim tien weken onderweg. In die periode daarvoor hebben we aardig wat feestjes gehad, waarop ze alcohol dronk. Dat viel steeds helemaal verkeerd. Ik zei nog tegen haar: waarom giet je jezelf met een zo vol? Zij boos: Ik heb helemaal niet veel gedronken! Nee, nee, dacht ik, dat ken ik. Maar achteraf begrepen we waarom ze er zo ziek van werd." Het interview is rond lunchtijd in Lemmer, nog altijd het thuishonk van Rintje Ritsma. Bantega, het dorp van Sjinkie Knegt, ligt 7 kilometer verderop. Ritsma vraagt om een uitsmijter. 'Met al les erop en eraan en bruin brood.' Knegt wil exact hetzelfde. De bestelling vormt de toon voor het gesprek; masculien. Ze hou den van klussen, verbouwen eigenhandig hun huizen. Hebben allebei een opleiding in metaal techniek en zijn hevig geïnteres seerd in het type freestafel dat de ander heeft staan. Ze zijn verslaafd aan snelheid, niet alleen op het ijs. Brullende motoren, duizelingwekkende hoeveelheden paarden krachten, dat werk. Ritsma racet op de mo tor van een wegteam en spoort Knegt aan dat na zijn carrière ook te doen. „Met jouw bouw en inzicht behoor je binnen twee jaar tot de nationale top." Knegt: „Echt waar, joh? Mooi!" In zijn huidige bestaan als topsporter is, naast de korte ijsbaan, elk ander risico uitge sloten. Dus sleutelt hij vooral in de garage onder zijn bovenwoning, aan oldtimers. Koeltjes: „Daar bouw ik een nieuwe motor in, zodat het allemaal wat sneller wil." Dat vindt Ritsma dan weer interessant. Vertel op, Sjinkie. „Ik heb nu een wagen uit 1978 staan." Ritsma: „En daar gaat dan een...?" Knegt: „...onderstel van een oude Audi Quattro onder. En ik heb er een motor van Honda, uit een S2000, voor." Ritsma: „Inclusief bak?" Knegt: „Nee, de versnellingsbak is wel van Audi, van een gewone Quattro. En dan hebben we een mooie lichte auto, 4x4. Het is leuk speelgoed. Maar ik kan natuurlijk niet overal hard rijden." Er zijn hier in het noorden nog plekken waar dat wel kan. Knegt: „Jawel." En die plekken kent Rintje ook. Ritsma: „Hard rijden op de openbare weg, daar heb ik niet zo veel meer mee, na een paar verve lende bekeuringen. Ben nooit m'n rijbewijs kwijt geweest, het was wel een paar keer op het randje. Ik probeer het nu binnen de perken te houden, want ik kan echt niet zonder rijbewijs." Ritsma: „Ik ken geen topsporter die rustig rijdt." Knegt: „Ik ook niet!" Ritsma: „Ik heb nog een heel mooie tijd meegemaakt; als wij naar Inzeil reden, kon dat gewoon plankgas. Tegenwoordig moet je er tien of elf uur voor uittrekken, ik deed het in zes en een half uur. Het liefst om een uur of vijf's middags weg, dan was het in Duitsland: gas. Ik ben met Bart Veldkamp een keer vanuit Davos naar Friesland gere den, in zes uur en drie kwartier." Op Knegts gezicht: ongeloof, verwar ring, bewondering - alles tegelijk. Ritsma: „Da's dik 1.200 kilometer." Knegt: „Joh. Tsss. Zo." Ritsma: „We reden in een Golfje GTI, dat was niet normaal. Continu 230,240 kilo meter per uur." Knegt was er het kind niet naar om posters op zijn jongenskamer te hebben. Niet van auto's, niet van schaatsers. Hij zegt: „Ik was toch nooit op mijn kamer, ik speelde altijd bui ten." Maar die talloze successen van Rits ma, uit dat naburige dorp - ja, dat verschaf te hem wel een heldenstatus in de ogen van de jonge Sjinkie. Een jaar of 10,11 was hij toen Ritsma zich in de Heerenveense ijs- tempel Thialf zo nu en dan bij zijn short trackgroepje aansloot. Knegt: „Dat vonden wij natuurlijk gewel dig." Ritsma: „Het was in de nadagen van mijn carrière. Ik was op zoek naar andere trainingsmogelijkheden, want krachttrai ning kon ik niet goed meer vanwege rug klachten. Shorttrack bood mij een leuke uit daging, eindelijk eens iets anders dan weer die racefiets op of weer hardlopen. En het was ook nog eens goed voor mijn bochten techniek." Knegt, voorzichtig: „Je kon wel zien dat je niet uit het shorttrack kwam." Ritsma: „Het zag er gewoon niet uit, man. Stijf, houterig, hoge snelheden kon ik niet aan. Je kon toen al zien dat je in verge lijking met leeftijdgenoten heel beweeglijk was. Heel lenig in je onderrug. Daar heb je nu volgens mij nog steeds profijt van, dat je je zo klein kan maken." Knegt: „Ik hoor vaak: je had zo turner kunnen zijn. Ik ben heel flexibel in mijn lichaam. Als ik twaalf uur in het vliegtuig heb gezeten en ik stap het ijs op, ben ik ook niet stijf of zoiets. Dan gaat het meteen goed." Ritsma: „Als je de Nederlanders tussen de Aziatische wereldtoppers ziet, zie je met een een groot verschil in lenigheid. Met Sjinkie erbij zie je dat niet. Hij heeft dezelf de bouw." Knegt: „Die zijn bijna nihil, hè. Mijn oma was half-Chinees, mijn vader een kwart." Ritsma: „Ah, die roots heb je dus wel. Dat wist ik niet." Sjinkie Knegt is vernoemd naar zijn oom, die op zijn beurt dezelfde naam kreeg als zijn opa Sjing Ting. Sjing Ting maakte in de jaren '30 de oversteek van China naar Nederland om hier teng-teng, zelfgebakken pindakoekjes, aan de man te brengen. Sjing Ting, dat werd in Bantega en omstreken al snel afge kort tot Sjinkie. De jongste der Sjinkies heeft zijn oom nooit gekend; op zijn 18e werd een brommerongeluk hem fataal. Ritsma is Knegt na die eerste trainingen al tijd blijven volgen. „Bij de Olympische Spe len in Vancouver en Sotsji, waar ik voor de NOS was om het langebaanschaatsen te ana lyseren, heb ik me steeds naar de short- trackbaan gehaast om Sjinkie te zien. Fan tastisch." En hij zat onlangs in de RAI toen Knegt daar gekozen werd tot Sportman van het Jaar. Het bijbehorende beeldje ontving hij uit de verrimpelde handen van Elfsteden tocht-icoon Reinier Paping en toen kreeg Knegt het even te kwaad. Het dankwoord kwam met een bibberende stem, vochtige ogen en natte wangen. Ritsma: „Dat vond ik zo mooi. Kan je nog zo'n stoere vent lijken, maar hij heeft dus ook een klein hartje." Knegt: „Het was vooral die blik in die zaal die me zo emotioneerde. Ik vind het heel bijzonder dat ik als atleet uit een in Ne derland relatief kleine sport, zo'n prijs kan winnen." Ritsma: „Weet je dat ik nu pas voor de tweede keer op het gala ben geweest? Vorig jaar omdat ik de Fanny Blankers Koen-car- rièreprijs kreeg en dit jaar om 'm uit te rei ken. Ik werd wel heel vaak genomineerd toen het nog een volledige juryprijs was. Ik wilde vooraf altijd weten of ik 'm ook zou winnen en dat wilden ze nooit vertellen. Prima, maar dan kom ik ook niet. Simpel." Dat vindt Sjinkie nou mooi. Hij kijkt glunderend op naar Ritsma. Ritsma: „Als je ziet hoe vaak ik genomi neerd ben geweest, dan is het wel logisch dat je 'm normaal gesproken een keertje krijgt. Maar dat weet ik ook weer niet hele maal zeker. Ik had soms te veel oogkleppen op, ik gunde mezelf echt geen tijd voor zo'n gala tijdens het seizoen." Knegt, nog met pretogen: „Ik wist niet dat jij nooit Sportman van het Jaar was. Best bijzonder dat ik het nu wel ben." Ze grinniken allebei. En nemen een hap van hun uitsmijter. Met bruin brood. En al les erop en eraan. *i*'r ajfctg» -Am» DONDERDAG 7 JANUARI 2016 Sjinkie, heb jij als jonge vader nog adviezen aan Rintje? Komt die drang naar snelheid voort uit jullie gezamenlijke sport, of heeft het iets met de Friese inborst te maken? Zou dat ook met je Aziatische wortels te ma ken kunnen hebben, Sjinkie? Hoe is het mogelijk dat jij nooit sportman van het jaar bent geworden, Rintje? Denk je dat jouw weigering ook de reden is dat je niet zo'n beeldje thuis hebt staan? <«-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 15