Meer planten bloeien midwinter
Wie de
boon kreeg
was koning
ZEELAND 11
Zeeuwen in de buiten
m
Uit de Zeeuwse klei
Is het blad van de bomen valt, is het
tijd om te snoeien, vertelt Joop de
Winter. De fruitteler begint in novem
ber met het knippen van zijn perenbo
men. Daar is hij zoet mee tot begin maart, want
het onderhoud van de bomen in zijn boom
gaard aan de Klaverweg in Colijnsplaat doet hij
helemaal in zijn eentje. Met een snoeischaar
knipt De Winter de bomen. Doet de inwoner
van Wissenkerke dat niet, dan verandert de
boom in een struik. „Door het snoeien komt er
licht in de boom, dat is nodig voor de fruitpro-
ductie", legt De Winter uit. „Snoeien doet
groeien, is mij geleerd", lacht de fruitteler. „En
het is nog waar ook."
De Wissenkerkenaar (48) heeft naast de fruit
boomgaard, ook een akkerbouwbedrijf. Hij ver
bouwt onder meer graan, aardappelen, bieten
en vlas. De boomgaard heeft De Winter sinds
2006, hij gaat inmiddels het tiende fruitteeltsei
zoen in. Zijn perceel telt vier hectare en op een
hectare staan ruim tweeduizend perenbomen.
Voor het oogsten van de peren, in september,
neemt de fruitkweker arbeiders in dienst. In
twee weken tijd plukken de seizoenswerkers de
bomen kaal, zegt De Winter. Vervolgens ver
koopt hij de peren - Conferences - rechtstreeks
aan fruithandelaren, zoals Van Kessel uit het
Gelderse Velddriel.
De Winter werkt graag in de buitenlucht.
„Een dag werken op kantoor is voor mij ver
moeiender."
Natuurjournaal
door Chiel Jacobusse
V ^HET ZEEUWSE LANDSCHAP
Dubbelkelk, gewo
ne melkdistel,
klein streepzaad,
echte kamille,
reukloze kamille,
herderstasje, gro
te ereprijs, vogelmuur, paarse do-
venetel, kruipende boterbloem,
madeliefje, wilde peen, duizend
blad, klimop, braam, straatgras,
kropaar, tuinwolfsmelk, klein
kruiskruid, bezemkruiskruid, vil-
tig kruiskruid, zulte, gewone be
renklauw, boerenwormkruid, glad
de ereprijs, kleine veldkers, zachte
ooievaarsbek, rondbladige ooie
vaarsbek, witte dovenetel, kroon-
tjeskruid, paardenbloem, kleine
klaver, gewone hoornbloem, scher
pe boterbloem, harig knopkruid,
rietzwenkgras, grote teunisbloem,
dauwbraam.
Het bovenstaande is de lange
lijst van bloeiende wilde planten
die ik op tweede kerstdag 2015
vond. Ik was op pad gegaan in het
kader van de eindejaarsplanten-
jacht van Floron, de vrijwilligers
organisatie van Nederlandse floris-
ten. Voor de tweede keer hield Flo
ron dit jaar zo'n eindejaarsplanten-
jacht. De opzet ervan is eenvou
dig. Maak een wandeling van een
uur en noteer alle planten onder
weg die in bloei staan.
Op het eerste gezicht ziet zo'n
actie er nogal vrijblijvend uit,
maar dat is slechts schijn. Als ge
volg van het warmere klimaat zijn
er steeds meer planten die je - ook
nu het midwinter is - in volle
bloei aan kunt treffen. Mijn
één-uurswandeling hield ik bij
het haventje en rond het stoom
treinstationnetje van Hoedekens-
kerke. Zo'n uur is eigenlijk veel te
vlug om, want tot het laatst scoor
de ik nieuwe soorten. Maar je
moet je natuurlijk aan de spelre
gels houden, omdat anders de re
sultaten onbetrouwbaar worden.
Eén van die resultaten is het sa
menstellen van een top 25 van de
soorten die het meest aangetrof
fen zijn. De resultaten worden on
line bijgehouden en voortdurend
geactualiseerd (www.flo-
ron.nl/plantenjacht). Mijn tocht le
verde 38 soorten op en natuurlijk
heb ik onmiddellijk bij thuis
komst gekeken hoeveel ervan in
de top 25 voorkwamen. Dat waren
er maar liefst éénentwintig. Top
25-soorten die ik gemist had, wa
ren rode klaver, jacobskruiskruid,
fluitenkruid en Canadese fijn-
straal. Kennelijk leveren wandelin
gen verspreid over heel Nederland
behoorlijk eenduidige resultaten
op.
Maar natuurlijk ben je als flo
rist in de eerste plaats geïnteres
seerd in de bijzondere soorten. En
die waren er zeker ook op mijn
tochtje. Niet alledaags is bijvoor
beeld de gladde ereprijs, die met
een tiental planten langs het em
placement van het stationnetje
stond. Op dezelfde plek stond ook
volop grote ereprijs, maar dat is
een soort die je altijd al op iedere
winterwandeling kon vinden, zo
lang het niet al te winters weer
was.
De kroon op mijn zoektocht
was de rondbladige ooievaarsbek.
Deze soort had ik al op die plek
ontdekt in de jaren '70 en destijds
was ze nog uiterst zeldzaam. Vol
gens de uit 1980 daterende (papie
ren) Atlas van de Nederlandse flo
ra was de soort tussen 1950 en
1980 slechts van vier groeiplaat
sen bekend, waaronder die van
Hoedekenskerke. Door de klimaat-
opwarming is de rondbladige ooie
vaarsbek iets minder zeldzaam ge
worden, maar ze is nog steeds ver
re van gewoon. De groeiplaats bij
Hoedekenskerke kon wel eens de
plek zijn waar de plant tot nu toe
het langst standhoudt.
Het driekoningenfeest
werd in de middel
eeuwen groots ge
vierd. Op 6 januari
herdacht men dat de 'magiërs'
of'wijzen' uit het oosten het
Christuskind in zijn stal te
Bethlehem kwamen bezoeken.
De vrome volksverbeelding
maakte er Driekoningen van,
naar aanleiding van de geschen
ken die ze meebrachten: goud,
wierook en mirre. Ze kregen de
namen Caspar, Melchior en
Balthasar. Tal van relieken en
kunstwerken herinnerden aan
de 'Aanbidding der Wijzen'.
Keulen werd hun belangrijkste
bedevaartplaats. Het feest op 6
januari werd gevierd met onder
meer religieus toneel, kinderpro
cessies en het eten van lekker
nijen, zoals driekoningenkoeken
met een boon erin. Wie de boon
kreeg, was deze dag koning.
Ook in de toegepaste kunst
lieten de drie koningen sporen
na. Een mooi voorbeeld is een
luxe 'driekoningenkan' uit de
verdronken stad Reimerswaal,
in het noorden van het Verdron
ken Land van Zuid-Beveland.
Dit object, met een hoogte van
33,5 centimeter, is gemaakt van
rood- en witbakkend aardewerk
met loodglazuur en koperoxide.
Sommigen spreken van een mis
baksel, maar toch trekken de
mooie versieringen de aandacht:
het gezicht op de hals en de figu
ren van de drie koningen, omge
ven door florale motieven en
grote 'stippen'.
De kan stamt waarschijnlijk
uit Vlaanderen en wordt geda
teerd in de laatste helft van de
veertiende eeuw: de tijd waarin
Reimerswaal zijn opgang be
kroond zag met stadsrechten
(1375). Met de Sint-Felixvloed
van 5 november 1530, toen het
Verdronken Land van Zuid-Beve
land grotendeels ontstond,
kwam de neergang. Na een
doodsstrijd van een eeuw verlie
ten de laatste Reimerswalers
hun stad in 1631 en trokken naar
Tholen. Dat gebeurde na de Slag
op het Slaak, toen enkele duizen
den Spaanse krijgsgevangenen
bij Reimerswaal werden gehuis
vest. De driekoningenkan werd
in 1978 gevonden. Via verzame
laar Hendrik Jan van Beuningen
belandde hij in de collectie van
Museum Boijmans Van Beunin
gen in Rotterdam.
WOENSDAG 6 JANUARI 2016
Snoeien
doet
groeien
door Ronald Jongelings
A
- N
Joop de Winter snoeit zijn perenbomen in Colijnsplaat. foto Lex de Meester
Rondbladige ooievaarsbek. foto Chiel Jacobusse
door Jan Kuipers
Jan Kuipers werkt bij Stichting Cul
tureel Erfgoed Zeeland
Driekoningenkan uit Reimers
waal, ca. 1350-1400. foto collectie
Museum Boijmans Van Beuningen