i 7 3 De wallen onder mijn ogen zijn geprononceerder, mijn huid pukkelt, mijn haar is futloos en mijn stoelgang is verstoord r* wege een zere knie waarmee ik amper nog de trap op en af kom. En van het voornemen om drie ochtenden per week te zwemmen is het nog niet gekomen, want ik haat zwembaden en klam je kleren moe ten aantrekken. Gelukkig is het in emotioneel op zicht een redelijk beschaafde maand. Mijn gezin reilt en zeilt, de familie ook. Het werk baart weinig zorgen. De grootste rampen deze maand zijn de driekoningenkoek en de diefstal van mijn mooie grote, verlengde mamafiets, na negen jaar trouwe dienst, dus op die ene avond was troosteten, op een zak schuimpjes na, niet echt nodig. Maar verder? Afgezien van die hang naar kroketten, valt het me zeker de eerste week zwaar om te bedenken waar ik echt zin in heb. Al denk ik dat ik niet meer dieet en lijn, ik blijk mezelf toch aan een re gime van do's en dont's te houden die ik aan de vele gezondheidsre- gels heb overgehouden. Zo drink ik normaal gesproken elke ochtend een borrelglaasje aloë- verasap, reinigend en verjongend volgens de Indiase gezondheidsleer Ayurveda. Maar heb ik daar echt zin in? Het is een slok zeep op de nuchtere maag. Liever heb ik het grote glas grapefruitsap uit pak dat kennelijk heel slecht voor je is, maar waar ik elke ochtend weer enorm van opkikker. Dat zal de sui- kerboost wel zijn. Naar rijstwafels of havermout taal ik niet, de ontbij tjes die ik aan het Hormoonfactor- dieet en de Voedselzandloper overhield. Brood Als ik niet hoef na te denken over koolhydraten en gluten, ga ik deze maand weer keihard aan het brood. Dat vermaledijde, verboden, godde lijke brood. Met roomboter en kaas. Tijdelijk bevrijd van de ge dachte dat ik voor mijn gezondheid vegetariër zou moeten zijn, eet ik belachelijk veel vlees. Vleeswaren op brood, rosbief, kipleverworst. En als we uit eten gaan bestel ik entre- cote met béarnaisesaus en luiewij- venfrieten met mayo in plaats van heek op een bedje van groente. Ik drink er meer bij dan goed voor me is. Zo'n hedonistische maand; ik moet zeggen dat het tekent. Maat 44 wordt het niet, de kilo's blijven uit. Want ik stop met eten als ik géén zin meer heb en op die ma nier luisteren naar je lichaam werkt. Dat is wel de belangrijkste les van deze maand: het hoeft alle maal niet op. Maar de wallen onder mijn ogen zijn geprononceerder, mijn huid pukkelt, mijn haar is net zo futloos als ikzelf en mijn stoel gang is danig verstoord. Op de laatste dag van het experi ment hoor ik mezelf in het bedrijfs restaurant nog de hamburger met friet bestellen die op vrijdag op het menu staat. Die eet ik tegen de spelregels in helemaal op, omdat ik er eigenlijk niet eens zin in heb. „Nu het nog kan," zeg ik er haast verontschuldigend bij. Die burger ligt als een steen op mijn maag. Zodanig, dat ik me ver heug op het gareel waarnaar ik morgen terugkeer. Ik besef terdege: niet alles waar ik zin in heb, is goed voor me. Laat staan voor dier en milieu, waar ik enigszins gevoelig voor ben. Een leven zonder lijnen kan minder strak dan ik het in praktijk bracht. Voor mijn gewicht hoef ik dat kroketje niet te laten. Schuimpjes zijn troostrijk tot en met. Van brood ga je niet dood. Maar voorlopig even geen wodka in het vriesvak, die lunchfrituur gaat terug naar 'met mate' en dagelijks vlees komt toch in de ban. Verbeeld ik het me of is die onderkin kwab- beriger? Slaan de groeven rond mijn mond opvallend toe? Zie ik niet grauwer dan normaal? Mis schien toch straks maar even naar de natuurwinkel voor een nieuwe fles aloëverasap. Voor de zekerheid. dinsdag5januari 2016 GO Marjolijn de Cocq na het experiment: 'Maat 44 wordt het niet, de kilo's blijven uit'. 44

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2016 | | pagina 51