Vogels helpen elkaar onbewust
ir
Strijd om
kasteel
Poortvliet
w
ohrüi
BUITEN 11
Zeeuwen in de buiten
Het is scholekstertijd. Joop Scheij-
beler - leeftijd gepensioneerd,
vroeger teamleider bij het net
werkbedrijf van Delta - heeft
zijn telescoop opgesteld in het
weidegebied langs de Oude
Veerse Weg bij Middelburg. Zijn kijker is zo
sterk, dat hij de ringen rond de poten van de vo
gels kan aflezen.
De warme winter speelt de vogelaar parten.
In deze tijd van het jaar verblijven de scholek
sters meestal aan de kust. Volgens Joop zitten
de eksters door de hoge temperatuur al in de
broedbiotoop. In een 'normale' winter begint
die fase pas in februari-maart. Bovendien blijft
deze winter het gras groeien. Dat is lastig als je
ringen wil aflezen.
Op Walcheren trekt Joop er op de fiets op
uit. Voor speciale observaties pakt hij de auto.
Zoals voor de witkopgors, die onlangs bij het
schorretje van Wilhelminadorp werd gesigna
leerd.
De bij het aflezen verkregen gegevens wor
den op een speciale site gezet. Joop: „Zo kan ik
zien dat de scholekster die ik waarneem, nor
maal in de buurt van Zoetermeer broedt. Meest
al zijn ze trouw aan hun gebied. Ik ken er die
wel dertig jaar oud zijn."
Natuurjournaal
door Chiel Jacobusse
IET ZEEUWSE LANDSCHAP
Vogels profiteren van eik
aars activiteiten. Facilita-
tie heet dat met een def
tig woord. De term is af
komstig uit de medische weten
schap en heeft daar betrekking op
het makkelijker verlopen van de
geleiding van opeenvolgende prik
kels in het zenuwweefsel. Maar je
komt deze term ook in de ecolo
gie tegen en dan betekent het dat
het ene organisme helpt om om
standigheden te creëren die ten
gunste zijn van een ander organis
me. Dat klinkt allemaal nogal
vaag en abstract en daarom eerst
maar een paar voorbeelden om
het begrip wat helderder te krij
gen.
Het eerste voorbeeld is te zien
in onze eigen tuin. De vetbollen
die in de appelbomen hangen zijn
voor heel veel vogels een begeerlij
ke lekkernij. Zelfs bij het huidige
kwakkelweer zijn er de hele dag
door mezen die zich aan de vette
hap tegoed doen. En naarmate de
temperatuur daalt, stijgt het aan
tal bezoekers die het op onze vet
bollen voorzien hebben. Sommige
soorten, zoals groenlingen en vin
ken kijken het kunstje van de me
zen af om hangend aan een vetbol
hun honger te stillen. Maar dat
lukt lang niet alle soorten. Vogels
als merels en Turkse tortels, maar
ook heggenmussen en roodborst
jes, kunnen niet voldoende balan
ceren om hangend hun maaltijd
te nuttigen. Maar ze eten wel
mee! De vetbollen zijn nogal po
reus van samenstelling en terwijl
meesjes en andere acrobaten de
zaadjes uit het vet pikken vallen
er voortdurend stukjes vetbol op
de grond onder de appelboom. En
daarom is het onder de boom een
komen en gaan van merels, Ihrk-
se tortels, winterkoninkjes en an
dere vogels die zich tegoed doen
aan de gevallen kruimeltjes. Dat
kan alleen maar dankzij de activi
teiten van de soorten die wel aan
de vetbol hangend hun aandeel
verorberen. Een prachtvoorbeeld
van facilitatie.
Facilitatie hoeft overigens niet
altijd over voedsel te gaan. Ook bij
nestgelegenheid kan het een be
langrijke rol spelen. Spechten hak
ken nestholen uit in boomstam
men en dat zijn in het volgende
jaar ideale nestkasten voor spreeu
wen en mezen. Veel roofvogels be
trekken graag een takkennest dat
eerder door andere vogels ge
bouwd is. En zangvogeltjes ko
men aan nestmateriaal dankzij de
schapen en runderen die zich
schuren tegen een schuurpaal of
aan het prikkeldraad.
Een prachtig staaltje van facili
tatie zag ik vorige week bij een
kleine zilverreiger langs de oever
van de Oosterschelde. Deze vogel
houdt er een bijzondere manier
van vissen op na. De vogel schrikt
de vissen in ondiep water op,
door abrupte bewegingen met de,
van helgele tenen voorziene, po
ten. Daardoor worden op de bo
dem rustende vissen opgeschrikt,
en juist doordat ze gaan zwem
men kan de reiger ze ontdekken
en vervolgens vangen. Het trucje
werkt het effectiefst als de vogels
in linie of groepsgewijs vissen,
maar in onze omgeving gaat het
meestal om individuele vissers en
ook dan werkt het trucje uitste
kend. De vogel die langs de oever
van de Oosterschelde viste was
waarschijnlijk vooral uit op weg
schietende garnaaltjes. Dat werd
opgemerkt door een groep passe
rende kokmeeuwen, die zich op
de door de kleine zilverreiger op
geschrikte diertjes stortten. Zo op
het oog had deze vogel daar geen
enkel probleem mee, omdat de
overvloed aan prooien alle ruimte
liet voor deze gulzige mee-eters.
Uit de Zeeuwse klei
Middeleeuws Zee
land werd geteis
terd door tal van
gewapende conflic
ten tussen Holland en Vlaande
ren, met Zeeuwse edelen als ac
tieve deelnemers. Het destijds
gloednieuwe kasteel van Poort
vliet werd bijvoorbeeld in t204
door de Hollanders belegerd en
verwoest. Waarschijnlijk was
het een houten mottekasteel,
met als centraal element een
aarden kasteelbergje of'vlied
berg'. Nadien is het herbouwd,
maar nog altijd zijn de exacte
locaties niet bekend.
Hugo van Voorne, burggraaf
van Zeeland Beoostenschelde,
stichtte het eerste kasteel toen
hij in 1199 enkele Poortvlietse
landen in erfpacht kreeg. In de
Loonse oorlog (1203-1206) koos
hij de zijde van graaf Lodewijk
van Loon (in huidig Vlaande
ren). Een faliekante beslissing!
De strijd ging om de opvolging
van de gestorven Hollandse
graaf Dirk VII, die alleen doch
ters had voortgebracht. Zijn
broer Willem aasde op zijn ti
tel, maar Lodewijk van Loon
huwde nog vóór Dirks begrafe
nis met diens vijftienjarige
dochter Ada. Op weg naar de
begrafenis werd het bruidspaar
al opgewacht door Willems
mannen. Tijdens de bloedige
twist die zich ontwikkelde,
moest Lodewijks bevelhebber
Hugo van Voorne zich in zijn
Poortvlietse kasteel verschan
sen. Het werd belegerd en inge
nomen door Willems broer Flo-
ris, domproost van Utrecht; de
ze krijgshaftige figuur stierfin
1210 als monnik in Middelburg.
In ruil voor zijn aanspraken
kon Lodewijk zijn Ada vrijko
pen en Willem werd graaf Wil
lem I (1213).
Het tweede Poortvlietse kas
teel stond er al kort na 2220. De
resten ervan moeten rond r6oo
zijn afgebroken. Op de Visscher-
Romankaart van 1656 is er geen
spoor meer van te ontdekken.
Latere auteurs hebben zich het
hoofd gebroken over de vraag
waar beide kastelen precies
stonden. In Poortvliet zeifis in
1853/54 een motte afgegraven:
het eerste kasteel? Het tweede
stond waarschijnlijk bij de
buurtschap Oud Kerkhof. En
wat die strijd betrof: in de Wei-
hoek is ooit het gevest van een
zwaard gevonden.
I„a __dStX Vfj
ij I 1 a V1
|"«L A».
WOENSDAG 30 DECEMBER 2015
Ringen
kun je
aflezen
door Jan van Damme
Joop Scheijbeler in het weidegebied langs de Oude Veerse Weg bij Middelburg, foto Lex de Meester
Een kleine zilverreiger faciliteert kokmeeuwen, foto Chiel Jacobusse
door Jan Kuipers
Jan Kuipers werkt bij Stichting Cultu
reel Erfgoed Zeeland.
1
Fantasietekening van het ver
dwenen kasteel van Poortvliet,
door Th. Verrijk/J. Stellingwerf,
1700-1708.