Isotopenonderzoek en koolstofdatering leveren bewijs voor veldslag in Nederland 12 NIEUWS Even wennen, zo'n veldslag in je achtertuin Archeologen hebben de plek ontdekt waar de Romeinse veldheer twee Germaanse stammen overwon. Nico Roymans kreeg de sleutel in handen tot waarschijnlijk de grootste moordpartij op Nederlands grondgebied echo van eeuwen op zich te kunnen laten inwer ken. Hoor het gekrijs en geweeklaag van tiendui zenden Germanen. We hebben de bewijzen voor de gruwelen nu in handen. De Brabantse ar cheoloog Nico Roymans presenteerde gisteren in het Allard Pierson Mu seum in Amsterdam de relieken van een massa slachting die zich aan de Brabantse kant van de Maas heeft voltrokken. Het horrorverhaal van 55 voor Christus laat zich nog het scherpst aflezen aan het keurige rondje in de verder puntgave sche del van een vrouw. Daar ging dus de werpspeer van een Romein naar bin nen. Nee, dit was geen edele veldslag van dappe re krijgers. Hier hebben Romeinse legionairs ge nadeloos ingehakt op vluchtende mannen en vrouwen, kinderen en bejaarden. Was het geno cide? Roymans aarzelt. Dat is een begrip van na de Holocaust en vraagt om de intentie om een groep mensen uit te roeien. In Caesars tijden was het heel gebruikelijk om voor eens en voor al tijd korte metten te ma ken met de vijand. Ook die wetenschap biedt stof tot mijmeren op de Kesselsedijk, waar bagge raars vlakbij al eens frag menten van een Romein se tempel blootlegden. Rare jongens misschien, die Romeinen, met hun aquaducten en amfithea ters, knappe koppen wa ren het ook. Maar door Kessel weten we nu des te beter dat aan bescha ving vernietiging vooraf gaat. Een genocidale slachting in zijn dorp aan de ri vier. Dat is voor Ton Slob even wennen. Maar goed, het is meer dan twee millennia geleden dat praktisch in zijn ach tertuin een bloedbad werd aangericht door Julius Caesar zelve, dus durft Slob zich wel een grapje te permitteren. Het idee is dat wie straks naar de dijk tus sen Kessel en Lith afreist voor een historische sen satie van jewelste op een schoteltje bij Slob een klein bedrag voor de plaatselijke gemeen schap deponeert. „2,50 euro lijkt me wel reëel." In ruil mogen slagveld toeristen dan over het water van de Lithse Ham in de richting van de Maas turen. Daarna slui ten ze beide ogen om de KESSEL. Twee weken geleden pas was archeoloog Nico Roymans echt zeker van zijn zaak. In zijn handen bevond zich de sleutel tot waar schijnlijk de grootste moordpartij ooit op Nederlands grondgebied. Een drama dat zich tussen de huidi ge dorpen Kessel en Lith in het jaar 55 voor Christus moet hebben vol trokken. Het pocherige verhaal dat Julius Caesar zelf in De Bello Gallico, zijn verslag over de verovering van Gal- lië, ophing over zijn overwinning op twee Germaanse stammen moest wel bij alle objecten en been deren horen die baggeraars in grote hoeveelheden uit de Brabantse ri- vierklei omhoog hebben gehaald. Het meest spectaculaire bewijs zat in de kaakbeenderen verscho len. Roymans onderwierp tanden van drie individuen aan isotopen onderzoek, het jongste speeltje voor archeologen. „Door chemische analyse van het element strontium in het tand glazuur is het mogelijk te bepalen in wat voor landschap iemand is op gegroeid. Deze drie mensen waren overduidelijk geen locals uit het ri vierengebied van Brabant en Gel derland." Ze kwamen dus van elders, de ar me drommels die als slachtvee in het rivierwater werden gesmeten. Daar waar de Waal en de Maas sa menvloeien, vonden ze hun killing fields. Wanneer ze leefden, leerde Roy mans dan weer door koolstofdate ring, een vertrouwdere methode. Ci4-onderzoek voerde de botten en beenderen terug tot de eerste eeuw voor Christus. Eén plus één plus één werd zo drie. Aan het ooggetuigenverslag van Caesar, die zijn legers ter plek ke aanvoerde, was materieel bewijs toegevoegd. Ruiterzwaarden, gordelhaken, mantelspelden en werpsperen - de rivierbedding heeft het al die eeu wen bewaard. „De lichamelijke res ten bevonden zich in een prima staat. Er kon onder het klei geen zuurstof bij." Hoeveel mensen die ene dag de dood hebben gevonden, blijft de vraag voor Roymans, die verbon den is aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Caesar noteerde in de verslaglegging van zijn zegetochten het astronomische aantal van 430.000 vijanden. Dat moet schromelijk overdre ven zijn, denkt Roymans. „Maar tienduizenden zullen het zeker zijn geweest. Wat wij hebben ge vonden, is maar het topje van de ijs berg. We hopen nog meer te vin den nu er aan de Gelderse kant van de Maas, bij Alphen, wordt gebag gerd." Waar hadden de Tencteri en de Usipetes de toorn van Caesar aan te danken? Die riepen ze over zichzelf af door een verraderlijke aanval op Romeinse troepen, verdedigde Cae sar zijn handelwijze in de Romein se Senaat. Archeoloog Roymans vindt streven naar macht en rijk dom een waarschijnlijker verkla ring voor het brute geweld. Caesar kwam, zag, en richtte 'n bloedbad aan Buste van Julius Caesar. door Tom Tacken

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 12