Aanklaagster Miranda Paapen is per 1 januari advocaat-generaal bij het gerechtshof in
20 INTERVIEW
Zedenofficier Miranda Paapen
vertrekt uit Breda. Ze staat bekend
om de forse straffen die ze eist.
MIRANDA PAAPEN
ls zedenofficier
heeft Miranda
Paapen (37) mis
schien wel de lastig
ste portefeuille bij
het Openbaar Mi
nisterie. De aanklaagster uit Bre
da, die per 1 januari advocaat-gene
raal in Den Bosch wordt, lijkt er
met speels gemak mee om te
gaan. Ze is rap van tong en staat
bij mensen om haar heen bekend
als iemand die hoge straffen eist.
„Maar ze heeft ook oog voor on
schuld", voegt een advocaat toe.
Paapen heeft in een paar jaar
tijd een geheel eigen, duidelijke
stijl tentoongespreid. Met haar
werd het nooit saai. „Ze weet een
complexe moordzaak, met een ont
kennende verdachte, terug te
brengen tot een requisitoir van
een kwartier", zei de advocaat die
tegenover haar stond in de moord
zaak rond Gideon Verhelst in Ter-
neuzen."
„Duidelijk zijn en zorgen dat men
sen blijven luisteren. Vertellen
waar het bewijs zit. Of niet, want
ik eis ook gewoon vrijspraak als
het er niet in zit. Hoe meer woor
den ik nodig heb, hoe slechter ik
mezelf vind. Het is voor mij een
sport om in zo min mogelijk zin
nen zo veel mogelijk te zeggen. Ik
ben er van overtuigd dat heel veel
woorden alleen maar afleiden. Als
ik drie uur aan het woord moet
zijn om te kunnen zeggen dat iets
is bewezen, doe ik iets niet goed.
Dan heb ik het dossier niet goed
gelezen of ik hoor mezelf te graag
praten."
„Ja, ik zit altijd wel hoog. Dat
komt ook wel door mijn Dordtse
achtergrond. Toen ik daar werkte,
strafte de rechtbank ook hoog. Ik
ben ook niet iemand die heel
gauw tijdens een zitting de straf
die ik in gedachten had matigt. Ik
denk niet snel: goh, dat is toch
wel een sneu verhaal. Het gebeurt
natuurlijk wel. Dat het heel plausi
bel klinkt wat een verdachte zegt.
Dat er drie jaar op m'n kladje
staat, maar dat het toch een straf
van 24 maanden wordt."
„Ik heb nog nooit gehad dat men
sen boos werden over beslissin
gen die ik nam. Ook niet als ik be
sluit dat ik niet kan vervolgen. Ik
moet me houden aan de wettekst,
dat is één. Maar ik moet ook nog
wettig en overtuigend bewijs vin
den. Wettig bewijs, uit meer dan
één bron. Ik kan soms echt het ge
voel hebben dat een misdrijf is ge
beurd, maar als dat bewijsmini-
mum er niet is, kan ik niks. Dat
moet ik dan aan die mensen uit
leggen. 'Ik denk niet dat u jokt,
maar ben gebonden aan de regels
die de wet stel.' Ik doe dat niet via
'Hoe meer woorden ik
tijdens een requisitoir
nodig heb, hoe slechter
ik mezelf vind'
de telefoon of via een stom brief
je. Ik nodig ze uit en leg de kaar
ten op tafel. En ik leg ze ook uit
dat ze daarover altijd nog een
klacht kunnen indienen. Ik krijg
alleen zelden klachten, hoewel dat
natuurlijk mazzel kan zijn."
„Vooral bij zeden doe je aan maat
werk. Bij een enge verkrachting is
het natuurlijk duidelijk, dan moet
je vervolgen. Maar er zijn tegen
woordig heel veel jeugdzaken met
die telefoontjes. Ze maken fotoo
tjes en delen die. Als we die alle
maal moeten oppakken, ligt de he
le afdeling lam, en zeker de afde
ling kinderporno. Want dat is het
als je naaktfoto's van minderjari
gen gaat whatsappen. Vaak is het
dan toch: telefoon innemen en uit
leg geven over wat ze doen. Het is
dat óf vervolgen als je een foto
van je geslachtsdelen verstuurt.
En dan heb je je hele leven een ze
denfeit op je strafblad. Overigens
is dat ook echt voor ouders een
verantwoordelijkheid. Die moe
ten hun kinderen opvoeden. Niet
de school."
„Dat valt eigenlijk erg mee. Na
tuurlijk is elke straf te laag, maar
het gebeurde kan ik niet terug
draaien. Ook niet met een straf.
En Nederland straft al zo hoog. In
landen om ons heen zijn de straf
fen beduidend lager of kun je na
de helft al naar buiten. Mensen
hebben een soort onwetendheid
en denken dat het heel erg helpt
als je mensen maar lang opsluit.
Nee, al die reacties op internet
vind ik humor van de bovenste
plank. Ik lees erin dat die mensen
in hun leven heel veel geluk heb
ben gehad en nooit iets zwaars
hebben meegemaakt. Je weet niet
wat je meemaakt dan. Natuurlijk
zijn mensen boos, maar het is
vaak al voldoende om te erkennen
dat ze leed hebben en dat het niet
hun fout is. Dan ben je al een
eind."
„Dat soort onderzoeken zijn leuk,
omdat ze zo complex zijn. Er zit
heel veel forensisch onderzoek in.
Dat is heel interessant. Vanaf dag
één is de impact ook heel groot. Ik
kende ze uiteindelijk allemaal in
Terneuzen, inclusief hun bijna
men. Het is ook leuk om even een
uitstapje te hebben tussen alle ze
denzaken. Net zoals af en toe een
overval."
„Ik ga het contact met de politie
wel missen. Maar ik wil wat an
ders. Kijken naar een zaak die ei
genlijk al klaar is. Vind ik dat de
rechtbank het goed heeft gedaan?
Was de motivering in orde? Waar
om klopt de straf niet? Het lijkt
me leuk om daar kritisch naar te
kijken."
Nooit een
woord te veel
door Pieter van Klinken
Geboren: Tilburg, 1 juli 1978
Woonplaats: Breda
Burgerlijke staat: gehuwd,
2 dochters
Opleiding:
In 2001 afgestudeerd in Euro
pees en internationaal recht
en Strafrecht, Faculteit Rech
ten van de Katholieke Univer
siteit Brabant, Tilburg.
Werkervaring:
2002 advocate te Zierikzee
2002 gerechtssecretaris,
rechtbank Breda
2003-2005 gerechtssecreta
ris, rechtbank Rotterdam
2005-2006 parketsecretaris
Openbaar Ministerie, Dor
drecht
2006-2012 officier van justi
tie, Openbaar Ministerie Dor
drecht
2012-2015 officier van justi
tie, Openbaar Ministerie
Zeeland/West-Brabant
2016 advocaat-generaal,
Openbaar Ministerie Den
Bosch
Het requisitoir is hét moment van de
officier van justitie. Wat is volgens u
het belangrijkste doel van een requi
sitoir?
Een journalist die veel zaken van u
bijwoonde zei: ze durft hoog in de
boom te gaan zitten met haar strafei
sen. U eist hoge straffen.
U doet met name de zedenzaken.
Een pijnlijk en beladen onderwerp.
Ik sprak met uw naaste collega. Die
zei dat het strafrecht niet altijd ge
schikt is voor zedenzaken.
Maar mensen vinden dat je elke da
der aan de hoogste boom moet han
gen.
U deed ook een ingewikkelde moord
zaak in een al jaren slepend conflict
in Terneuzen.
Maar dat wordt allemaal minder, als
aanklager bij het gerechtshof.