Trainer NAC heeft leren leven met ontslag, oranje schoenen en ijdele spelers
16 ZEELAND
Marinus Dijkhuizen
werd bij Brentford
verbannen uit het
paradijs. De coach
vervolgt inmiddels
onverstoorbaar zijn
weg in de eerste
divisie als trainer van
NAC Breda.
Daar zit-ie dan. Roe
rend in een plastic
bakje koffie, met
uitzicht op de kas
sen en de gladge
schoren voetbal
velden in het buitengebied van
Zundert. De spelers van NAC
staan onder de douche en tafels
voor de lunch zijn gedekt. „Het
kan verkeren", zegt Marinus Dijk
huizen met een gezond gevoel
voor zelfspot.
Niet dat er volgens hem veel
mis is met 'Bredanello', het lande
lijk gelegen trainingscomplex van
NAC, maar werken op Griffin Park
is toch anders. Acht weken slechts
mocht hij er verblijven in het para
dijs van Rasmus Ankersen.
„Mijn ontslag daar was een heel
harde tik", zo begint Dijkhuizen
zijn verhaal over wat hem over
kwam op 28 september. „Het was
een maandag." Out of the blue kre
gen hij en zijn Middelburgse assis
tent-trainer Roy Hendriksen te ho
ren dat ze waren ontslagen. Spul
len pakken en wegwezen. „Het
was vooral een tik omdat ik het er
zo ontzettend naar mijn zin had.
Ik genoot van de voetbalcultuur,
het leven in Londen, de super-
vriendelijke mensen, de heel leuke
competitie. Die avond zaten Roy
en ik uiteraard bij elkaar. Wat toen
vooral overheerste, was de gedach
te dat we weg moesten uit Enge
land. Het was voor ons toch een
beetje het walhalla daar. We waren
eigenlijk niet eens boos. We waren
vooral verbaasd. Het was er zo
gaaf, en zo zouden we het dus
meer krijgen."
Daar zat-ie dus, de voormalige
spits die als trainer snel naam had
gemaakt bij de amateurs van Mont-
foort en profs van Excelsior. Dijk
huizen bleef achter met gemengde
gevoelens. „Ik was niet bang dat
het mijn carrière zou schaden. Dit
risico hadden mijn zaakwaarne
mer en ik ingeschat en hij dacht
ook dat mijn naam goed genoeg
was om na een eventueel ontslag
weer aan de bak te kunnen in Ne
derland. Wat ook zo bleek te zijn
dus. Ik had ook niet het gevoel dat
ik te hoog had gegrepen. Ik voelde
me goed genoeg voor die baan. Al
leen waren er een paar minpun
ten, waarvan ik nooit had gedacht
dat die me zo snel al de kop zou
den kosten."
Die minpuntjes waren in de
ogen van clubfilosoof Rasmus An
kersen juist de kern van de zaak.
De Deen handelt liever op basis
van allerhande feitjes en statistie
ken, dan dat hij afgaat op menselij
ke zintuigen. Zo maakte hij in De
nemarken het kleine FC Midtjyl-
Ik genoot van de
voetbalcultuur, het
leven in Londen, de
supervriendelijke
mensen'
land groot en daarom ook haalde
de goklustige voorzitter Matthew
Benham hem naar Brentford. „Ik
vond zijn innovatieve werkwijze
heel interessant. Ik had hem al
eens horen spreken en was bezig
zijn boek (Honger in het Paradijs)
te lezen. Ik dacht oprecht dat het
goed was voor mijn eigen ontwik
keling als trainer."
De praktijk bleek iets weerbar
stiger. „Het werken met allerhande
specialisten is het speerpunt bij
Brentford. Nu werkte ik ook bij
mijn vorige clubs graag met dat
soort mensen, maar bij Brentford
waren het er wel erg veel. Met een
aantal van hen zat ik niet op één
lijn en daarover hadden we veel
discussies. Er was er een aange
steld als hoofd cultuur en visieont
wikkeling en hij dacht heel anders
over voetbal dan ik. Daarnaast wil
de hij ook nog eens met mij op de
bank zitten. De mental coach wil
de ook op de dag van de wedstrijd
in de kleedkamer zijn. Dat vond ik
niet goed. Als trainer ben ik het ge
wend dat je veel dingen moet losla
ten, maar dit ging in mijn ogen te
ver. Het stomme is dat ze nooit ver
teld hebben dat ik ontslagen zou
worden als ik niet mee zou gaan in
die dingen. Maar ach, als ze het
wel zo gesteld hadden, had het
niets veranderd. Dan was ik zelf
weggegaan, want zo kan ik niet
werken.
Toch knaagde er iets in het
hoofd van de lange Westlander. „Ik
ben enkele weken later terugge
gaan en toen hebben we er een
goed gesprek over gehad. Toen
bleek ook dat het niet iets persoon
lijks was. Ze zeiden dat mijn con
nectie met de spelers goed was, dat
de trainingen oké waren en dat ik
tijdens de wedstrijden door goed
te analyseren de juiste ingrepen
deed. Het ging puur om de samen
werking met de specialisten. Dat is
voor hen hét speerpunt. Omdat ze
daar het verschil mee willen ma
ken. In die zin kan ik er achteraf
vrede mee hebben."
Moeilijke club
En toen belde NAC. „De eerste
vraag is dan of het de juiste keuze
is op het juiste moment. Ik kende
NAC niet zo heel goed. Dus dan ga
je wat mensen bellen. Er waren er
bij die zeiden dat ik het niet moest
doen. Want, zo'n moeilijke club."
Het schrok hem niet af. „In een
eerste gesprek zei ik: wat willen jul
lie met NAC? Het valt me tegen
dat jullie zo opportunistisch bezig
zijn. Als jullie dat zo willen hou
den, bedank ik vriendelijk voor
het aanbod."
NAC liet weten juist afstand te
gaan nemen van die lijn. „Toen wil
de ik alleen nog weten wie de kan-
'In een eerste gesprek
zei ik: wat willen jullie
met NAC? Het valt me
tegen dat jullie zo op
portunistisch bezig zijn'
didaten waren voor de post van
technisch directeur. Niet dat ik in
vloed wilde hebben op de keuze,
maar ik wilde geen tweede Brent
ford meemaken. Toen ze me uitein
delijk de namen gaven, was ik ook
wat dat betreft gerustgesteld."
Hij werkt nu drie weken bij
NAC. Als een trainer die veel obser
veert en praat. „Mijn kracht ligt,
denk ik, in de connectie met de
spelers. Normaal doen, open en
eerlijk zijn en ook de wisselspelers
aandacht geven, daar draait het
om. Ik heb het zelf meegemaakt
dat ik op een briefje moest lezen
dat ik de tribune zat. Dat gaat mij
nooit gebeuren als trainer, dacht ik
toen al. Ook rotboodschappen
moet je gewoon vertellen en uitleg
gen. In het begin van mijn carrière
draaide ik het vaak om. 'Hoe had
ik als speler willen hebben dat
mijn trainer het deed?' Als speler
heb ik wel eens op een dood spoor
gezeten. Dan vond ik het toch pret
tig dat de trainer aandacht aan me
besteedde."
Nu ziet hij die zucht naar aan
dacht vaak met een glimlach aan.
„Ze staan met oranje schoenen op
het veld, ze staan zo lang voor de
spiegel dat je er af en toe gek van
wordt. 'De volgende keer nemen
we ook een kapper mee', heb ik
eens gezegd. 'Goed idee trainer',
krijg je dan te horen. Ach, ze wil
len er goed uitzien en ze hebben al
lemaal aandacht nodig. Natuurlijk
moet ik wel eens zuchten als ik ze
bezig zie, maar je moet het als trai
ner ook weer niet willen verande
ren."
'Ook een rotboodschap
moet je willen uitleggen'
Marinus Dijkhuizen vond snel na zijn ontslag in Engeland een nieuwe club, NAC Breda, foto Jan Kok/ANP
door Ad Pertijs