Inlandse ligging en aanwezigheid van bewerkende industrie brengen veel voordeel 20 REPORTAGE De Antwerpse haven groeit en bloeit, maar het succes straalt amper af op het nabije Nederland. Een grens gum je niet zomaar weg. ie vanuit Zeeland over de snelweg naar West-Bra- bant rijdt, kan de haven van Ant werpen niet missen. Zeker in het donker vallen de talloze hijskra nen en grootschalige industrie op in het felle kunstlicht. De wereld haven, na Rotterdam de tweede in Europa, is het visitekaartje van het trotse Vlaanderen. Commercieel directeur Luc Ar nouts straalt dat Vlaamse optimis me uit. In zijn bescheiden kamer in het Havenhuis aan de Willem dok in Antwerpen staat een enor me blauwe reiskoffer, want Arn outs staat op het punt naar Zuid- oost-Azië te vertrekken. Voor za ken uiteraard. Haast heeft hij, maar met een jantje-van-leiden maakt hij zich er niet vanaf. Hij verkondigt de boodschap als geen ander: Antwerpen heeft het. „Wij profiteren van onze in landse ligging. Antwerpen ligt dichtbij het Duitse Ruhrgebied. Dichterbij dan Rotterdam. De ha ven heeft twee sterke motoren: de opslag van liquide goederen en de containeroverslag. De Schelde is verdiept om de ontvangst van de megacarriers mogelijk te maken. De schaalvergroting heeft geleid tot deze zeer grote schepen die ge vuld moeten worden. Dat kunnen we hier. We hebben cargo genere rend vermogen. Hier is macht aan wezig. De overslag van 200 mil joen ton goederen genereert ook industrie. Kijk naar de chemische sector. Die is hier sterk vertegen woordigd." Arnouts verontschuldigt zich voor zijn enthousiasme. „Ik wil mij geenszins beter voordoen dan Rotterdam", lacht hij. Arnouts pakt een plattegrond van het immense havengebied en schetst bijna achteloos waar de ha ven gaat uit- en inbreiden. Een groot logistiek terrein hier, nieu we overslag daar. „We willen niet een pure transithaven (doorvoerha ven, red) zijn, want dan kunnen de vervoerders zomaar weer weg trekken. We verankeren de logis tiek en de bewerking van goede ren in onze haven. Een voorbeeld van dat laatste is de Aziatische elektronica die wordt ingevoerd. We passen de apparaten aan voor de EU-landen waar ze naartoe 'We willen niet een pure transithaven zijn, want dan kunnen de vervoerders zomaar weer wegtrekken' gaan. Dat is toegevoegde waarde." De handel met Azië, en dan vooral met China, is de drijvende kracht achter de groei van de Euro pese havens. Maar de positieve in vloed is betrekkelijk. Het zijn voor al grote havens als Rotterdam, Ant werpen en Hamburg die profite ren. De groei van kleine havens als Vlissingen en Terneuzen blijft achter. Hier hebben de megacar riers immers niets te zoeken. De haven van het verderop gele gen Antwerpen groeit dan ook snel. Sneller zelfs dan de haven van Rotterdam. Arnouts: „In de eerste negen maanden van dit jaar bedroeg de groei 9 procent, maar dat cijfer zakt nu wel tot ongeveer 6 pro cent. Dat heeft vooral te maken met de stagnatie van de export uit in China. Dat land maakt een be langrijke verandering door. China wil niet langer de fabriek van de wereld zijn. Het wordt een con sumptiemaatschappij. De volu mes van de handel tussen China en Europa zijn wel heel groot, maar toch ben ik voorzichtig met voorspellingen over de toekomst." De inhaalslag die Antwerpen heeft gemaakt op Rotterdam, ty peert de verhouding tussen de twee havens. Die is vriendelijk en tegelijkertijd zakelijk. „We overleg gen over de dossiers met Europese dimensies. De onderlinge contac ten zijn goed, maar we blijven con currenten. Dat concurrentiemodel heeft ons juist sterk gemaakt. Het idee dat we op mondiale schaal één havengebied zouden vormen, is vreemd. Tussen de Chinese ha vens is de concurrentie heel fel en de onderlinge afstand is daar ook niet altijd groter dan hier. Com merciële samenwerking heeft al leen zin als het goed is voor de klant. De markt bepaalt waar de goederenstromen naartoe gaan, niet de overheden", zegt Arnouts. De verhouding tussen de Ant werpse haven en Nederland is te kenend voor de Europese werke lijkheid. Er zijn geen grenzen Alles kan in de haven van Antwerpen door Geert Nijland Commercieel directeur Luc Arnouts met achter hem het Museum aan de stroom (MAS), foto Marcel Otterspeer W

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 20