HARTOrZII I 7 "agrim ^ssponr Logrono Q Pamplona Burgos dinsdag 13 oktober 2015 Dé vraag van pelgrims onder elkaar: Hoe zwaar is jouw rug zak? Ik begon met vijfentwintig kilo. Al na twintig kilometer ging er twee kilo uit, in Eindhoven werd de slaapzak inge wisseld voor een vederlicht exemplaar dat bij de Spaanse grens op de post naar Nederland ging. Zelfs de laatste dagen nam ik nog afscheid van zaken die ik meende nodig te hebben, maar in werkelijkheid ballast waren. Heb je echt drie T-shirts nodig of kun je met twee toe? De hele reis is een metafoor: je spullen bieden schijnzeker heid. Durf je je over te geven aan de voorzienendheid, dan is je tred aangenaam soepeler. En wordt dat shirt van een waslijn gejat? 'Troost je met de gedachte dat de dief het harder nodig had dan jij,' sprak een wijze pastoor. Bij aan- komst in Santiago woog mijn bepakking twaalf kilo. Turend in de atlas lijkt het een onmogelijke opgave. Drieduizend kilometer door Neder land, België, Frankrijk en Spanje, te voet? Tja, de vraag die je als pelgrim bij herhaling naar het hoofd krijgt geslingerd ('waarop ga je niet met de auto?') is zo gek nog niet. Maar lopen is lekkerder en natuurlijker. Je kunt voor deze route niet echt trainen - dat doe je door te lopen. Zo ontdek je van zelf jouw ideale wandeltempo en het aantal kilometer dat je gemiddeld per dag aflegt. Ik deed er drie maanden over. Hoeveel stappen dat zijn heb ik niet bijgehouden, de stappen teller verzoop in een Noord-Franse on weersbui. Maar van de hele tocht gold maar één stap als de moeilijkste: de eerste. De drempel over, uitje veilige huis. Over de tweede, derde en alle daaropvolgende stap pen hoefde ik niet meer na te denken. Niet de bestemming, maar de reis. Dat is de pelgrims weg in een notendop. Voor het papiertje van de kerk dat je de route aflegde (goed voor de vergeving van minimaal de helft van je zonden) hoef je enkel de laatste honderd kilometer af te leggen. Het gros van ii de bijna 240.000 pelgrims die jaarlijks Santiago bin- nenwandelen (of -fietsen) begint in de Pyreneeën en 1 legt 800 kilometer af. Maar iedereen die dag in dag V uit 30 kilometer of meer loopt, krijgt pijntjes en onge makken te verstouwen. Als de knellende schoenen uitmogen, zijn de ontberingen ook weer zo vergeten. Alle wegen leiden misschien naar Rome, maar ook Santiago de Compostela is goed bereikbaar. Welke camino je kiest, hangt af van je persoonlijkheid en conditie. In Frankrijk zijn vier grote aanïoöjïroutes, in Spanje zelf is er nog meer keus. Veruit de po pulairste is de camino Francés, van St. Jean-pied-de-Port via Pamplona, Burgos en Léon. Deze route is vooral druk in het hoogtijseizoen. Elke dag trekken honderden pelgrims als een sprinkhanenplaag van gehucht naar gehucht, daarbij de gele pijlen volgend. Niet per se ideaal voor pelgrims die hechten aan innerlijke rust, ook 's nachts wanneer in een volle refugio een koor van snurkers domineert. Een meer y .Spartaanse route loopt parallel aan de Franse weg langs de kust,: de camino del Norte. Tussen die twee gaat de pittige camino primativo verscholen. Ook de camino V Francés is bij vlagen zwaar. Zo is de kale hoogvlakte "v Meseta een beproeving. Ikzelf genoot van het tijdloze landschap van graanvelden en slaperige dorpjes. In een Pelgrims-paspoort verzamel je stempels van pleisterplaatsen, kloosters of kerken. Pel grims met weinig vrije tijd lopen telkens een deel en doen er jaren over. De één maakt de voetreis om het gat na zijn pensioen te vullen, de ander ter rouwverwerking of als cultuurhis torische beleving. Ik liep omdat 'de route er is'. Na hikes in het verre buitenland, wilde ik dich ter bij op avontuur. Ergens halverwege, kruiste mijn pad met dat van een pelgrim op weg naar Jeruzalem. Of iets mij van het pad kon afbrengen? Nee, zelfs niet de liefde? „Pas du fout," antwoordde ik in mijn beste Frans. Een' pelgrims tocht is hard werken, en geen vakan tie. Bovendien zat ik he-le-maal niet te wachten op een vakantieliefde. Maar de camino trekt net als het leven zijn eigen plan. Ook al loöp je alleen, de weg brengt je ontmoetin gen met wandelaars uit alle windstre ken. Eén ontmoeting was extra speciaal, hoewel dat muntje pas véle kilometers verder viel. Tussen dat Britse meisje en mij ontgpon zich een slowmotion-flirt. Bij de aankomst was de liefde overduidelijk, drie jaar daarna trouwden wë. De huwelijks reis was een caminoeomeback: nog maals van de Franse grens naar Santiago, maër nu met her en der een knus hotel in plaats van ê'en uitpui lende pelgrirttsherberg. t Het leven van een pelgrim is over zichtelijk: lopen, rusten, lopen, rus ten, lopen, efen, slapen. En af en toe een handwas. Dat geeft een mens een zee van tijd om te denken, en om je één te voelen worden met de na tuur. Je bent overgeleverd aan de elementen. Dat leerde me een waar devolle les: de dag is niet om te pluk ken, maar om je aan over te geven. Schijnt de zon, knap dan een uiltje in het hooiveld, in de schaduw van een boom. Heerlijk! Hoe vaak genietje in het normale leven met volle teugen van zo'n cadeau? Het omgekeerde kan ook. Die ochtend dat het pijpen stelen regende, bood een bruggetje beschutting. In Nederland zou ik die regenbui vervloeken, nu was ik blij dat ik alle tijd had. Wie in oktober naar Santiago koerst, heeft een regenponcho nodig. Ideaal om te lopen zijn september, april, mei, juni. Mijd bij voor keur juli en augustus. Start zeker niet op 25 juli,*de naamsdag van Sint Jacob, de apostel die in 'zijn' kathedraal op de pelgrim wacht. Dan is het drukker-dan-druk. De tijd datje voor een slaapplaats betaalde wat je wilde of kon missen, is voorbij. Te veel klaplopers hebben dit vergald. De meeste refugio's vra gen een paar euro om te overnachten. Een voudige maaltijden (menu peregrino) kosten nog geen tientje. In Spanje kost een pelgrims dagje 20 tot 30 euro, in Nederland, België en Frankrijk ben je circa 50 euro per dag kwijt. Het beste informatiepunt is www.santiago.nl, ook voor een pelgrimspaspoort en stempel kaart.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 51