Keizersvliegen zijn geen lieverdjes
Vrouw
uit de
ijzertijd
BUITEN 17
Zeeuwen in de buiten
Uit de Zeeuwse klei
Het rondvaartseizoen loopt nog tot
en met oktober. Dus wat Roland
van Banning betreft is het te
vroeg om de balans op te maken.
Het seizoen tot nu toe geeft geen
reden tot klagen. Maar de komende weken tel
len echt nog mee. Van Banning runt met zijn
vrouw Marleen het rondvaartbedrijf in de Mid
delburgse grachten. Twee boten hebben ze tot
hun beschikking, elk goed voor maximaal vijf
tig passagiers. Ze heten Son en Maen, naar oude
schepen van de Verenigde Oost-Indische Com
pagnie die ooit in Middelburg werden ge
bouwd.
De boten moeten meteen na het vertrek van
af de steiger vlakbij de Kloveniersdoelen onder
een paar lage bruggen door. Vandaar dat het pu
bliek ook over de 'bukboten' spreekt. Eigenaar
en schipper Van Banning heeft in de 22 seizoe
nen dat hij vaart nog nooit iemand zijn hoofd
zien stoten.
In de boot houdt hij altijd een eigen verhaal:
„We werken niet met bandjes. Ik vertel over de
geschiedenis van de stad en welke gebouwen
we zien. Omdat ik het zelf doe, kan ik inspelen
op het publiek in de boot."
Op de foto verplaatst hij kapitein Haddock,
die meestal op de steiger staat.
De keizersvlieg legt eitjes op levende dieren, zoals egels en cavia's.
Natuurjournaal
doorChiel Jacobusse
HET ZEEUWSE LANDSCHAP
Als er midden op de dag
een egel de weg over
steekt dan weet je dat er
iets aan de hand is. Je
ziet overdag hooguit jonge exem
plaren in de tijd dat ze door de
ouderdieren uit het territorium
verjaagd worden. Dus toen ik vlak
bij huis een voortsukkelende vol
wassen egel met vrijwel helemaal
dichtgeknepen ogen zag passeren,
wist ik dat er iets niet pluis was.
Bij nadere beschouwing bleek bo
vendien dat zich enkele grote,
glanzend groene vliegen rond de
egel ophielden. Ze leken vooral ge
concentreerd te zijn op het achter
lijf van het dier.
Die vliegen kende ik maar al te
goed. Het waren keizersvliegen,
beesten die verwant zijn aan onze
alledaagse huisvlieg. Ik kende ze
al jarenlang uit het boekje en ook
wel van vluchtige ontmoetingen
in het veld, toen ik indringend
met hun levenswijze geconfron
teerd werd.
Ik werd gebeld door een nicht
je, omdat haar hamster, Roos,
doodziek geworden was. Of ik on
middellijk langs kon komen, want
ze was alleen thuis. Aangekomen
zag ik een dramatisch tafereel. Op
de flanken van Roos zaten tiental
len larven die bezig leken te zijn
om zich in de huid in te graven.
De huid was helemaal vochtig en
zag er buitengewoon teer en
kwetsbaar uit. Goede raad was
duur. Ik durfde het pijn lijdende
beest niet goed op te pakken,
maar voorzichtig haalde ik met
een pincet één voor één de larven
van de flanken en tussen de ach
terpoten weg. Zeker een stuk of
twintig. Voorzichtig deden we
met een wattenstaafje wat baby
olie op de tere huid.
Maar voor de cavia leek onze ac
tie nauwelijks verschil te maken.
Daarom besloten we de dierenarts
te bellen en die adviseerde ons
om onmiddellijk langs te komen.
Dus reden we snel in de auto naar
Goes om de cavia te laten onder
zoeken. De dierenarts had overdui
delijk meer met dat bijltje gehakt.
Zonder veel omhaal legde hij het
arme dier op haar rug en toen za
gen weVele honderden
witte larven krioelden op de buik
van de cavia en die werd als het
ware gewoon levend opgevreten.
Er zat maar één ding op, en wel de
cavia met een spuitje uit haar lij
den verlossen. Aldus geschiedde.
Thuis gekomen zagen we dat de
veroorzaker van dit leed nog in de
woonkamer zat. Het was de kei
zersvlieg, die zijn eitjes op de le
vende cavia had afgezet.
Was er met de rondsukkelende
egel iets soortgelijks aan de hand?
Het zou zo maar kunnen; tenslot
te was het bovengenoemde beest
ook op de plek des onheils blijven
rondhangen. Maar de kans is gro
ter dat het andersom was. De over
duidelijk verzwakte egel is natuur
lijk een makkelijke prooi voor pa-
rasietvliegen. Juist bij dieren die
al verzwakt zijn grijpen ze vaak
hun kans. De nachtelijke levens
wijze van gezonde egels is een ma
nier om aan dat soort parasieten
te ontsnappen. Dan blijven er ove
rigens nog genoeg andere parasie
ten over die de egel belagen.
Hoewel er veel vind
plaatsen van Zeeuw
se prehistorie met
bewoningssporen
zijn, zijn er van de bewoners
zelf maar weinig resten be
waard. Eerder in deze rubriek
werd al een stuk schedel van de
Neanderthaler-jongeman Krijn
vermeld. Hoe men in de prehis
torie in Zeeland met de doden
omging, is nauwelijks bekend.
De oudste bijzetting van een
dode kennen we sinds kort uit
Hulst. Aan de Absdaalseweg
zijn in het Laat-Mesolithicum,
circa 5800 voor Chr., crematie-
resten van een mens in een
kuil begraven.
De oudste Zeeuwse skeletbe
graving of inhumatie is van
een vrouw, gevonden aan de
Oranjezonsprink in Seroosker-
ke (Walcheren). Zij was rond
270 voor Chr. (midden-ijzer-
tijd) begraven in het veen. Om
dat delen van het skelet ontbra
ken, is niet duidelijk hoe ze pre
cies was bijgezet. Het lijk kan
bij begraving al incompleet zijn
geweest, of het graf is nader
hand verstoord geraakt of de
botten zijn deels vergaan. De
begraving lag in noord-zuid
richting, het lichaam op de rug,
het hoofd aan de zuidzijde en
één hand onder het hoofd. De
begraven vrouw was ongeveer
1,60 meter lang en 22 tot 40 jaar
oud. Aan de bewaarde botten
konden geen opmerkelijke ziek
tebeelden of een doodsoorzaak
worden vastgesteld.
Niet duidelijk is hoe in de
midden-ijzertijd het algemene
gebruik van lijkbezorging was.
Tot nog toe gaat men uit van
het cremeren van een dode. In
dat geval is het begraven van de
ze dode vrouw van speciale be
tekenis. Vermoedelijk gaat het
hier om de verering van een
voorouder die als eerste van
nieuwe bewoners stierf. Zo be
graven in een stichtersgraf
bracht de dode voorspoed voor
de nieuwe nederzetting.
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 2015
Bukken
voor
de brug
door Jan van Damme
Roland van Banning laat kapitein Haddock reclame maken voor zijn rondvaartbedrijf in Middel
burg. foto Lex de Meester
door Robert van Dierendonck
Robert van Dierendonck werkt
bij de Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland.
Het skelet van de 'oudste
vrouw' van Zeeland; circa 270
voor Christus. Het is gevonden in
Serooskerke.