ACP-voorzitter Van de Kamp: 'Het kabinet speelt Sinterklaas door voor 5 miljard euro
Al acht
maanden
heeft de
politie geen
cao. De sfeer
wordt grimmig.
Hoe heeft
het zover
kunnen
komen?
8 REPORTAGE
EERSTE HELFT
Het is een zondagochtend in februari, de
voorzitters van de vier politiebonden zitten
in een vakbondszaaltje in Woerden tegen
over topambtenaar Wim Saris van het mi
nisterie van Veiligheid en Justitie. Ze onder
handelen over een nieuwe cao voor de
65.000 politiemensen in Nederland. De
bonden willen meer salaris en een plan om
de vergrijzing van het politiekorps aan te
pakken.
Saris wil juist dat agenten meer week
enddiensten gaan draaien en niet meer met
vervroegd pensioen kunnen. „We staan lijn
recht tegenover elkaar", zegt een van de vak
bondsonderhandelaars.
Toch is er een lichtpuntje: na vier jaar op
de nullijn belooft Saris dat er weer een
loonsverhoging in zit. Maar hoeveel? Die
troefkaart speelt de top-ambtenaar niet uit.
„0,01 procent erbij is óók een loonsverho
ging", zegt hij mysterieus.
Al vanaf de eerste onderhandelingen in
januari weigert Saris te zeggen hoeveel
meer loon hij agenten gunt, omdat het af
hangt van de andere dure wensen van de
bonden. „We zijn na het eerste gesprek al
verbaasd, teleurgesteld en boos", zegt San-
na Eichhorn van de kleinste bond VMHP.
Een gesprek tussen de vakbondsvoorzitters
en minister Ivo Opstelten op zijn kamer
brengt de partijen niet dichter bij elkaar.
De voorzitters stellen een ultimatum: uiter
lijk 8 maart moet Opstelten met een goed
bod komen, anders gaat de politie staken.
„We hielden elkaar in een soort wurg
greep", zegt een bron op het ministerie.
WISSEL
De dag nadat het ultimatum afloopt, treedt
Opstelten onverwachts af. Een opgedoken
bonnetje over een vijftien jaar oude deal
met drugscrimineel Cees H. brengt hem op
maandagavond ten val. De vier politiebon
den spreken de vrijdag daarvoor al met hun
achterban over de moeizame cao-onderhan
delingen, onder meer in het politiebureau
van Leeuwarden. Het zaaltje zit stampvol.
„Geen soft gedoe, keiharde acties",
schreeuwt een agent die in de vensterbank
zit. „Leg de Tour plat!", roept een ander. De
sfeer is grimmig. Agenten zijn de onzeker
heid over de grootscheepse reorganisatie
van de politie spuugzat. Ze willen eindelijk
eens meer waardering.
Albert Springer, bestuurder van de Ne
derlandse Politiebond (NPB), probeert de
gemoederen te sussen. „We bouwen onze
acties rustig op. Het heeft geen zin om met
een vol op het orgel te gaan."
Temidden van deze onrust begint Ard
van der Steur, het scherp debatterende
VVD-Kamerlid zonder bestuurlijke erva
ring, aan zijn nieuwe baan. Hij heeft zich
als parlementariër nooit bezig gehouden
met de politie en doet zijn best om snel
kennis te maken met de bonden. Hij nodigt
-
- - -■ W ,r v
- V-f;-
door Deborah Jongejan en
Peter Winterman
Agenten tegen minister:
..w-