Distelveld is rijkgedekte tafel Romeinen maakten vissaus in Zeeland BUITEN 11 Uit de Zeeuwse klei Zeeuwen in de buiten Veertien keer per dag steekt Ma- rinus Dijkhuizen, eigenaar van Rederij Dijkhuizen, met de 'Stad Veere II' het Veerse Meer over. Zijn pont vaart heen en weer tussen Veere en Kamperland. Soms vaart hij op passagiers schip Lady Madeleine, ook eigendom van de rederij. Het maakt Dijkhuizen niet uit dat hij zo vaak per dag hetzelfde stuk aflegt. Elke keer geniet hij ervan. „We zijn met twee kapi teins. Als ik het schip niet bestuur, dan heb ik tijd om een praatje te maken met de passa giers. Dat geeft me plezier. Ze vragen welk an der veerpontje leuk is of willen weten hoe ze het beste kunnen fietsen. En als ik niet met de mensen praat, dan geniet ik van de leven digheid op het water: de zon die schijnt, men sen die plezier hebben tijdens het varen. Zee land is water." Natuurjournaal door Chiel Jacobusse HETZEEUWSE LANDSCHAP Distels staan in een kwa de reuk. Zozeer zelfs, dat er in meerdere stre ken een speciale veror dening geldt die grondbezitters aan het werk zet om distels te be strijden voordat ze in bloei ko men. Tegenwoordig lijkt zo'n dis telverordening vooral bedoeld om de verspreiding van distels tegen te gaan. Want zowel op de akker als in het weiland gelden distels als ware lastposten, die de agrari sche productie flink in de weg zit ten. Toch lijkt het erop dat regelge ving omtrent de distelbestrijding van origine een heel ander doel be oogde. Het verhaal gaat dat het oorspronkelijk ging om de be scherming van landarbeiders die zich aan de distels verwondden. Dat lijkt op het eerste gezicht mis schien wat overdreven. Maar wie wel eens met opgedroogde distels in het hooi in aanraking gekomen is, weet dat dat een erg pijnlijke er varing is, waarbij het aanraken van een levende distelplant in het niet valt. In natuurgebieden wordt veelal ontheffing van de distelverorde ning verleend. Afgezien van een bufferzone van dertig meter vanaf aangrenzende landbouwgronden, mogen distels in natuurgebieden blijven staan. En daar is alle reden toe. Er zijn maar heel weinig plan ten die zoveel insectenbezoek trek ken als juist de akkerdistel. Ho ningbijen, wilde bijen, zweefvlie gen, vlinders en andere bloembe- zoekers vinden in distelvelden een rijkgedekte tafel. En al die in secten zijn van levensbelang voor de natuur. Ze staan aan de basis van de voedselketen en ze vormen een buitengewoon belangrijke voedselbron voor uiteenlopende dieren, zoals vogels, vissen, spin nen en kleine zoogdieren, die op hun beurt volkomen onmisbaar zijn voor ons eigen functioneren. En dezelfde distels die als onuit roeibare lastposten beschouwd worden, zorgen ervoor dat een groot aantal insecten die van be lang zijn voor de bestuiving van al lerlei landbouwgewassen in stand kan blijven. Het is niet overdre ven: distels zijn van levensbelang! Natuurlijk zijn natuurbeheer ders zich ook bewust van de over last die aangrenzende grondeige naren kunnen ondervinden van distels die zich uitzaaien. In de zo mer vormt distelbestrijding we kenlang de voornaamste bezig heid van onze veldmedewerkers. Maar dan gaat het om maaien in de bufferzones. Dat vereist een zorgvuldige aanpak, want distel velden worden als veilige broed plaats gebruikt door fazanten, een den en andere vogels. Volgens de regels van de flora- en faunawet mag je pas aan het werk als eerst een zorgvuldige inspectie naar de aanwezigheid van nesten heeft plaatsgevonden. En ook dat is ie der jaar een gigantische klus. De distels buiten de dertig me terzone vormen geen gevaar voor de omgeving. Rondvliegend distel- pluis kan weliswaar honderden meters ver waaien, maar dat ge beurt alleen als er aan het pluis geen zaad zit of als het om onont wikkelde, niet kiemkrachtige za den gaat. In de afgelopen weken heb ik weer tal van pluisjes bekeken en op het bovenstaande geen uitzon deringen gevonden. Waarvan ak te. Zeeuwse mosselen wa ren al in trek in de Ro meinse tijd. In de Aar- denburgse forten zijn afvaldumps met mosselschel pen gevonden. Een deel daarvan is afkom stig van mosselconsumptie, maar grotere dumps wijzen op verwerking van mosselen tot producten. Zoals een vorm van vissaus met de Latijnse naam al lee of gekookte mosselconser- ven in azijn, olie of pekel. Vis saus, een gekruid vloeibaar zout voor de Romeinse keuken, kan gemaakt zijn van schelpdie ren of kleine, vette visjes. Langs de Noordzeekust zou die allee ook van mosselen en kok kels gemaakt kunnen zijn of van haringachtigen als ansjovis en sprot. Dat er allee is geproduceerd in Zeeland staat vast op grond van schriftelijke gegevens uit Aardenburg en de Nehalen- nia-altaren uit de Oosterschel- de bij Colijnsplaat. Sinds 2008 kennen we ook daadwerkelijk een productie plaats van vissaus of schelpdier- conserven door de opgravingen bij Serooskerke (Walcheren). Aan de Wattelsweg werden de oudste dijken van Zeeland en een terp blootgelegd. In de noordzijde van de jongste dijk was rond 225 na Chr. een bijna ronde, uit schorrenplaggen op gebouwde terp opgenomen van 7,5 bij 8-9 meter. Midden op de terp lag een haard, maar geen gebouw. Wellicht heeft men, getuige een olielamp, er ook 's nachts gebivakkeerd in een tent of plaggenhut. De flanken van de terp wa ren bedekt met een dikke laag schelpen en afval, voor 90 pro cent mossel- en 10 procent kok kelschelpen. Dit is afval van twee seizoenen. De mossels moeten in de directe omgeving 'getrokken' zijn. Er is berekend dat de schelpresten afkomstig moeten zijn van 5500 kg schelp dieren! Deze hoeveelheid is veel te groot om ter plaatse ge consumeerd te zijn. Het moet afval zijn van een productiepro ces voor vissaus of schelpdier- conserven, die verder verhan deld werden via de havens van Ganuenta (bij Colijnsplaat) of bij Domburg. In het weidege bied aan de landzijde van de dijk liep ook vee dat vanuit het basiskamp op de terp werd ge hoed. Robert van Dierendonck werkt bij Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. r WOENSDAG 29 JULI 2015 Plezier op het water door Cornelleke Blok De pont van Marinus Dijkhuizen vaart tussen Veere en Kamperland, foto Lex de Meester Er zijn maar heel weinig planten die zoveel insectenbezoek trekken als de akkerdistel, foto Chiel Jacobusse door Robert van Dierendonck Romeinse olielamp van zwart geverfd witbakkend aardewerk uit het Rijnland, gevonden in Serooskerke. foto Beeldbank SCEZ

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 69