14 ZOMER
Dwars door Europa fuiven verslaggevers Carla en
Hanneke deze zomer elke dag mee met een feestje. Klein
of groot, festival of verjaardag, als er iets te vieren valt,
zijn ze erbij. Vandaag: een 'schranspartij' in de
middeleeuwen.
DINSDAG Langs de Nederlandse kust l WOENSDAG Waar is dat feestje? I DONDERDAG Vakantieliefdes l VRIJDAG Langs de Nederl
WAAR IS DAT FEESTJE DEEL 9
Vooropgesteld: wij zijn dol op
oma's. En muziek. Maar de
combinatie? Die kan dode
lijk zijn, weten we sinds on
ze laatste stop bij Mennetou
sur Cher.
Het is het Franse plaatsje waar we
VW-bus Henri parkeerden, om een avond
je te feesten alsof het pakweg 1403 is. We
verheugden ons op ridders, prinsessen, blin
kende harnassen, minstens één nar en - ter
afsluiting - een extreem ouderwetse
schranspartij.
Even lijkt het erop alsof we hier, tussen
het krakkemikkige metselwerk van eeuwen
oude kasteelmuren op onze wenken be
diend zullen worden. We zijn nog geen vijf
minuten door de poort als we worden inge
sloten door een groepje landlopers, dat
zwarte tanden te midden van vuile gezich
ten ontbloot. Hun keiharde gekrijs over
stemt het middeleeuwse blokfluitorkest,
dat we op dit moment nog niet heel be
wust op ons netvlies hebben. Maar daar
over later meer.
Dankzij die landlopers wordt het ons
duidelijk dat niet alleen wij hier zijn geko
men om te feesten. Blijkbaar is dit tweejaar
lijkse en tweedaagse festival ook voor de in
woners van dit pittoreske dorpje achter de
kasteelpoort een excuus om eens helemaal
uit hun panty te gaan.
Twee van hen strijden duidelijk het hard-
<We verheugen ons op
kippenboutjes die we eenmaal
afgekloven op de grond
zullen mikken. Want zo
deden ze dat in 1403'
ste om de titel feestbeest van Mennetou sur
Cher. Het zijn Magaly Jouclas en Gérard
Fourré. Terwijl de vrouw met het getou
peerde haar en pokdalige gezicht haar
mond vol water nog eens met zichtbaar ple
zier spuugt op een voorbijganger - wij zijn
helaas al te grazen genomen - legt haar
zoon wat meewarig kijkend uit: „Zo is mijn
moeder. Gek."
Ondertussen begeeft Gérard zich luid
brullend richting de tap op het lieflijke
dorpsplein. Dat hij even later terugkomt
met bier in een on-middeleeuws plastic
glas, zien we maar even door de vingers. Al
negen jaar is de 6o-jarige een van de pijlers
van dit festival. „Vroeger kon ik maar één
van de twee dagen meedoen, omdat ik nog
werkte. Bij een bank." Nu beginnen wij te
brullen. „Een bank? Wat? In een pak? En
met een stropdas?" Jazeker, zegt hij, terwijl
hij zijn biertje achterover klokt, nog even
het middeleeuwse buffet aanraadt en er
dan vandoor gaat. Wij besluiten dan de
schranspartij maar op te zoeken. We ver
heugen ons op kippenboutjes die we een
maal afgekloven op de grond zullen mik
ken. Want zo deden ze dat in 1403.
Het inschrijven duurt even, net als het
betalen: 56 euro. En waar is die feestzaal
nou eigenlijk gebleven? Gelukkig is daar
een aardige man, die ons nog even de weg
wil wijzen. Die ons vertelt dat er op dit mo
ment één Nederlander in het dorp te vin
den is. Zijn schoonzoon Unal Akdogan.
'Ah,' zegt die als hij ons tegemoet komt lo
pen. „Jullie hebben Gérard al ontmoet?"
We kijken nog eens. En nog eens. Pak
ken de foto's erbij. En ja: die neus. Die
ogen. Nu kunnen we ons wat voorstellen
bij dat pak, die carrière van voor Gérards
pensioen. Dat hij niet zomaar een bankier
was, vertrouwt Unal ons toe. „Ik vraag me
weieens af of hij de president kent. Gérard
heeft me eens mee genomen naar een jacht-
Verveeld
f 'We zien de blokfluit,
het tl-licht, de bezoekers
die even verveeld als
hongerig om zich heen kijken.
„Wat leuk dat deze oma's nog
Blij dat die middeleeuwen
ledereen is verkleed in de sfeer van de middeleeuwen. Hanneke en Carla
niet, maar ze passen zich aan en wassen hun voeten in een tobbe.
zo actief zijn", zeggen we
nog opbeurend tegen elkaar.
V Tot we het eten proeven'