i
Gesink moet er zelf om lachen:
Een masochist
Seraing - Cambrai
16
John Degenkolb
(Dui/CIA)
op 3 seconden
Peter Sagan
(Slw/TNK)
op 3 seconden
COLUMN
Thijs Zonneveld
Lang na de winnaar, en
diep weggestopt in de
buik van de laatste
groep, rolde een ijshock
eyspeler over de finish.
Op zijn schouders zaten be-
schermstukken, om zijn borstkas
een harnas, en op zijn hoofd een
gele helm. Het enige vreemde
was dat hij op een fiets reed. En
dat hij op Jezus leek.
Ik weet niet wat Laurens ten Dam
allemaal ónder zijn fïetsshirt
droeg, maar het zou me niet ver
bazen als er onder alle ijshockey-
bescherming ook nog een kogel
vrij vest en een maliënkolder zat.
Hij was zo drie keer zo breed als
normaal. (Dat is ook niet heel
moeilijk overigens: Ten Dam past
zonder zo'n harnas moeiteloos
door de brievenbus.)
Dat harnas was een geïmprovi
seerde methode om Laurens heel
huids over de kasseien te krijgen
- als zijn arm niet zo worden vast
geplakt aan zijn schouder zou ie
er zomaar ergens vanaf kunnen
vallen. Niet dat dat zijn Tour in ge
vaar zo brengen: met één arm
komt Ten Dam ook wel in Parijs.
Verband om zijn
ellebogen, pleisters
op zijn knieën en
schaven op zijn kin
Maar de komende veertig jaar
met één hand tentharingen in de
grond slaan is nog een ander ver
haal.
Wielrenners die doorfïetsen met
breuken, kneuzingen, hersen
schuddingen en schaafwonden zo
groot als Texel - je kunt ze niet tel
len. Ieder jaar rijdt een deel van
het Tour-peloton rond alsof ze
zijn ontsnapt vanaf de intensive
care van het dichtstbijzijnde zie
kenhuis. Daar worden vaak heroïs
che verhalen over opgedist, maar
het is natuurlijk ook knettergek.
Er moet ergens een steekje los zit
ten als je met zeventig per uur in
een sloot duikt en daarna met ge
broken rugwervels de Muur van
Hoei oprijdt - zoals Fabian Cancel-
lara eergisteren deed. Vergeleken
bij wielrenners zijn andere spor
ters bakens van wijsheid. En wat
jes, dat ook. Als je vanuit de verte
lelijk kijkt naar een voetballer,
dan ligt ie al op de grond te
schreeuwen. Renners die met
hun ziel en zaligheid op het asfalt
smakken schreeuwen ook: om
hun fiets.
De meeste gevallen renners wens
ik eindeloze rustdagen met kop
jes kamillethee en soep van hun
moeder toe. Ik vind het zo zielig,
die jongens die hun gebutste en
geschaafde lichamen over cols,
kasseien en kinderkopjes moeten
sleuren. Er is eigenlijk maar één
renner bij wie ik dat niet heb: Lau
rens ten Dam. Ten Dam heeft al
tijd een gebutst en geschaafd
lichaam, met armpjes zo dun dat
ze breken als je ertegen blaast en
ogen zo hol dat het echoot als hij
met zijn oogleden knippert. Ik
ken hem niet anders dan met ver
band om zijn ellebogen, pleisters
op zijn knieën en schaven op zijn
kin. En zelfs als hij niet gevallen
is, dan presteert hij het nog om te
lijden. Laurens een berg op zien
rijden doet pijn aan je ogen, en in
iedere tijdrit heeft hij een slijm-
baar waar de Sint trots op zou
zijn.
Hij weet niet beter. Nadat hij gis
teren kilometerslang met een ont
wrichte schouder over de kas
seien had gestuiterd was hij ver
baasd dat er allemaal journalisten
waren die iets van hem moesten.
Last? Neuh. Pijn? Mwah. „Eigen
lijk", zei hij met spijt in zijn stem,
„Had ik het nog wel wat lastiger
verwacht." Daarna strompelde hij
neuriënd de bus in. Tomptiedom-
tiedom.
Laurens ten Dam is geen wielren
ner.
Hij is een masochist.
CAMBRAI. Met het gezicht van
een een mijnwerker rolde Robert
Gesink lachend over de streep in
Cambrai. Velen mogen hem dan
beschouwen als een brekebeen-
tje, als een brokkenpiloot. De las
tige kasseienrit door
Noord-Frankrijk doorstond hij
gisteren zonder problemen in de
eerste groep met de klassements
renners. Als veertiende rolde hij
binnen, nog voor specialist Sep
Vanmarcke die in de slotfase
weer eens pech had en lek reed.
„Jammer dat we daarmee een
mooie uitslag missen, maar dit
was voor mij een goede dag, waar
ik héél tevreden mee ben", klonk
het meteen uit de mond van de
kopman van Lotto-Jumbo, die af
'Er is vandaag bijna niet
gevallen en dat mag een klein
wonder heten op dit parcours'
en toe moet lachen om de verba
zing rondom zijn goede preste
ren in week één van de grootste
wielerwedstrijd ter wereld.
„Weet je, ik ben ook best wel een
goede renner, hoor. Het moet al
leen af en toe ook een beetje mee
zitten."
En dat zit het, tot nu toe. Niet
alleen voor Gesink, ook voor voor
malig ploeggenoot Bauke Molle
ma, nu in dienst van Trek. Giste
ren goed voor plaats 16 net achter
Gesink en nu in het algemeen
klassement twaalfde, weer twee
Sport
Laurens ten Dam
@thijszonneveld
Chris Froome (boven) toonde
zich tijdens de eerste hectische
Tour-dagen de beste van de favo
rieten. Hij won tijd op zijn concur
renten Nibali (hiernaast) en Quin-
tana (op de rechterfoto links),
foto's Belga, EPA en Reuters
door Arjan Schouten
Bauke Mollema
ETAPPE 4 223,5 KM
Tony Martin
(Dui/ETX)
5.28.58 uur