16 NIEUWS Wat is goed, wat is slecht en vooral: wat is te veel? Veel ouders worstelen met het mediagebruik van hun kinderen. Het Nederlands Jeugdinstituut komt volgende week met nieuwe tips. Verslaggever en moeder Eefje Oomen legt alvast dertien vragen voor aan deskundige Krista Okma. Ik begin er met mijn zonen van 7 en 9 wel eens over. Dat we vroeger 's avonds op één kanaal maar één kinderprogram ma hadden: 'Ahoy, daar komt de...' Dat ik de eerste werkstukken voor mijn stu die nog op de oude typemachine van mijn vader tikte. Dat ik op reis mijn ouders collect call uit een Italiaanse tele fooncel belde. Collect call! Mijn kinde ren blijven dan zwijgen. Geen vragen. Niks. Die twee weten wel beter dan hun moeder aanmoedigen op een trip down memory lane. Bovendien: waar hééft dat mens het over? Een wereld zonder mobiel. Zonder lap top. Zonder Netflix, Uitzending Gemist, YouTube. Het is voor hen absurder dan het fluoriserende uni versum van Skylanders Giants. Ik twijfel er soms ernstig aan of ik (geboortejaar 1970) degene moet zijn om hen door die virtuele wereld van verleidingen, verlokkingen en gevaren te loodsen. En vraag me zo'n beetje dagelijks af of ik het goed doe. Mag ik ze elke dag vóór de piepers achter de Nin tendo plakken? Ik vraag het aan Krista Okma, advi seur bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en schrijver van onder meer het boek Minipubers - sur- vivalgids voor ouders van 6-12 jarigen. Voordat de 40-jarige Okma - moeder van kinderen van 9, 8 en 5 - antwoord geeft, wil ze eerst even kwijt dat we niet te zorgelijk over de 'schermcultuur' moeten doen. „Ten eerste: het heeft geen zin, want de we reld digitaliseert en zal verder digitaliseren, dus we moeten gewoon mee. Ten tweede: kinderen kun nen zelfs van het meest simpele computerspelletje veel leren. Problemen oplossen. Dingen onthou den. De Engelse taal. En sociaal zijn: in zoiets als The Sims moet je voor anderen zorgen." Okma stelt wel vast dat 'de nieuwe media' een bron van onzekerheid zijn. En dat ook opvoed- coaches en leraren soms niet goed weten wat ze op schoot met al die vragen van ouders moeten. „Er is natuur lijk al best veel over dit onderwerp verschenen, maar niet alles is even goed onderbouwd. En de fo cus ligt vaak meer op de nadelen dan op de voorde len." Daarom komt het NJi volgende week met een 'toolbox mediaopvoeding', met instructies voor pro fessionals en adviezen voor ouders. Het motto: het is gewoon een kwestie van opvoeden. Eh, logisch. Maar hoe dan? Ik leg haar mijn 13 kleine en grote vra gen voor. „Veel ouders benaderen het als iets negatiefs, maar dat hoeft echt niet. Tv-kijken, gamen, met de tablet in de weer: het is prima, zolang kinderen ook maar andere dingen doen. Lego, lezen, buitenspelen. Daar leren ze weer andere dingen van." „Je moet opletten dat je kind niet te lang inge spannen voorovergebogen bezig is. Liever: in een rechte houding aan tafel. Of: liggend op de grond. Dat lijkt wat slonzig, maar is beter voor hun bovenli chaam. En combineer tv-kijken of computeren niet met eten. Het lichaam registreert voedsel zo minder en kinderen zullen dus automatisch méér eten dan goed is. Computeren vlak voor het slapen is ook niet handig: het blauwe licht werkt remmend op de aanmaak van melatonine, het stofje dat je in slaap brengt." „We hebben met het NJi geen tabel 'uw kind is zó oud, dus mag zó lang achter een scherm' gemaakt. Dat is gewoon niet realistisch. Op school, in de auto, Please mam, nog één level... 1 Eerlijk: is dat gehang voor zo'n scherm niet ge woon slecht? Kinderen horen toch te rennen, klau teren, verstoppertje te spelen? 2 En die verkrampte smoeltjes achter die toetsen dan? 3 Ik heb de regel: doordeweeks alleen games tus sen 17.00 uur en het avondeten. Maar in het weekend zitten de jongens er soms uren achter. Teun (links) van 7 en Melle van 9 gamen, vriendje Sven (7) speelt met de tablet, foto Jacqueline de Haas

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 16