CULTUUR SHOW 29 Joling presenteert zoektocht naar K3 Rotterdamse film over Potter-zwerkbal Show Entertainment De IJslandse schrijver Sjón (52) schreef met De jongen die nooit heeft bestaan zijn persoonlijkste roman. Daarin komen de Spaanse griep, liefde voor film en homoseksualiteit samen. Gerard Joling presenteert dit najaar het tv-programma Kj zoekt K3. In de SBS 6-ta- lentenjacht zoeken de huidige leden van de popgroep naar nieuwe zangeressen. Joling doet de presentatie van de show samen met met zijn Belgische collega Niels Destadsbader. Twee Rotterdamse filmmakers werken aan een documentaire over zwerkbal (foto), de sport uit de Harry Potter-boeken. Ze willen het Nederlandse zwerkbalteam dit jaar volgen bij de European Quidditch Cup in Italië. De makers zijn een crowdftmdingcampagne ge start. den in Reykjavik plaatste. Een outsider die niet op de een of ander manier getroffen wordt door de epidemie. „Toen bedacht ik dat deze jongen gek op film was, wat mij in staat stelde die kennis te gebruiken. Maar daarmee had ik het mo tiefvoor zijn plek buiten de maatschappij nog niet. Nadat ik de roman A life apart van Neel Mukherjee had gelezen, wist ik dat ik van Mani een homo moest maken." Sjón begint zijn roman met Mani die voor geld een man bevredigt. „Dat is confronterend. Maar ik wilde mijn roman zo beginnen, dat is de macht van de schrijver." Dan begint hij weer over die oudere da mes. „Ze bedankten me ook omdat ze de slechte heteroseksuele seksscènes in de lite ratuur zo zat waren. Dit was nieuw en an ders." Hij vertelt dat deze roman zijn meest persoonlijke is. „Ik val niet op mannen, maar ik lijk op Mani toen ik 16 was. Rebels, met een grote liefde voor films, trachtend zo goed als het kon mijn weg te vinden in de vastgeroeste maatschappij." De jongen die nooit heeft bestaan werd heel goed ontvangen op IJsland. Het is Sjóns succesvolste roman. „Ik heb mijn le zers in een andere wereld vrijgelaten, met andere regels, sterke sociale verschillen, an dere meningen en opvattingen." Niet zonder bijbedoelingen overigens, want Sjón wil dat de lezer zich in zijn ro man kan spiegelen, parallellen trekt met de huidige tijd, tegenstellingen onderzoekt. We komen te spreken over de laatste scè nes van het boek, als Sjón 'opeens' zijn overovergrootvader ten tonele voert. En Ma ni die man bijna ontmoet, maar vlak daar voor verandert in een zwarte vlinder. Het is minder surrealistisch dan het lijkt, maar de schrijver wilde hier het puur verzonnene niet laten samenvloeien met de realiteit. Hij is geëmotioneerd als hij ver telt dat hij Mani heeft gespiegeld aan een oom van hem die in 1993 op IJsland aan aids stierf. „In plaats van dat men compas sie met de slachtoffers van aids had, wer den ze verstoten. Ze hadden het over zich zelf afgeroepen met hun smerigheid. Ze verdienden het. Ze werden als leprozen be handeld. Dit boek is ook geschreven ter na gedachtenis aan mijn oom." Hij lacht. „Ik werd in de supermarkt en op straat door oudere vrouwen aangesproken. Ze pak ten mijn hand en be dankten me voor mijn roman." Sjón, pseudoniem van Sigurjón Birgir Si- gurdsson, neemt een slok van zijn koffie en kijkt om zich heen in de bibliotheek van het Amsterdamse Lloyd Hotel. Als hij hoort dat het gebouw van de rederij Koninklijke Hollandsche Lloyd was, die lijndiensten on derhield naar Zuid-Amerika, knikt hij. „Schepen...", zegt hij. Waarmee hij een brug slaat naar zijn roman De jongen die nooit heeft bestaan. Want een Deens schip dat in 1918 in de haven van Reyk javik aanmeert, brengt de Spaanse griep naar het eiland. De 16-jarige Mani Steinn Karlsson krijgt met de gevolgen van die epidemie te ma ken, tegen de achtergrond van een uitbarsting van de vulkaan Katla en de aanstaande onafhankelijkheid van IJsland. Het compact en mooi geschreven De jongen die nooit heeft bestaan is een histori sche roman. Niet Sjóns eerste. „Ik ben gefas cineerd door oud materiaal, ik lees graag dagboeken uit de achttiende eeuw, nieuws berichten uit negentiende-eeuwse kranten. Ik ben dol op research. Ik verzamelde al heel lang materiaal over drie onderwerpen die me boeiden, en die de achtergrond van deze roman vormen. De Spaanse griep, een nationaal trauma, de interesse van de IJslan- ders voor de vroege film en de houding van de bevolking ten opzichte van homoseksua liteit. Het viel me op hoe weinig over deze onderwerpen was geschreven. „In Reykjavik werden in 1918 negentig nieuwe films vertoond. Negentig! In twee bioscopen. Op een bevolking van vijftien duizend inwoners. Film werd door de elite als iets smerigs gezien, de bioscoop als een plek des onheils. De elite hield vast aan oude normen en waarden, om het volk er onder te houden. De bioscoop, die de voor uitgang van het volk symboliseert, is in mijn boek bijna een personage. En kijken, observeren, een belangrijk thema." Sjón, die op 16-jarige leeftijd debuteerde met een dichtbundel, kon niets met die in formatie, tot hij een weesjongen bedacht en die ten tijde van de Spaanse griep mid- DONDERDAG 18 JUNI 2015 Cultuur Vrijgelaten in andere A wereld Sjón: De jongen die nooit heeft bestaan. De Geus, 122 blz., 15,95 euro. door Maarten Moll Sjón heeft sue ces met zijn nieuwste boek. foto Rink Hof

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 29