Jan Raas
8 SPORT
Twaalf Zeeuwen reden ooit de Ronde van Frankrijk. In de aanloop naar de finish van de Tour-etappe
van 5 juli op Neeltje Jans portretteert deze krant ze allemaal. Vandaag deel 11Jan Raas.
le
Ik denk dat Jan Raas weet dat,
als hij eenmaal gaat praten,
het alles of niets is. En waar
schijnlijk is het alles, dus daar
om zegt hij niets." Het zijn de
woorden van Peter de Jonge,
zeventien jaar lang sportjournalist bij
de PZC, later chef van de sportredac
tie bij NRC Handelsblad, bijna twin
tig jaar lid van de AD-hoofdredactie,
en tegenwoordig hoofdredacteur van
CTV Zeeland. De 63-jarige Goesenaar
stond aan de wieg van de successen
van de meest succesvolle Tour-ren
ner die Zeeland ooit voortbracht en
maakte zijn hoogte- en dieptepunten
van dichtbij mee.
Peter de Jonge kan vele verhalen
uitdiepen over Jan Raas. Hoe de in
Heinkenszand geboren wielrenner
ooit als broekie de jurywagen al vloe
kend en tierend opliep bij een koers
in Goes bijvoorbeeld. „Het was de
eerste keer dat ik hem zag rijden",
herinnert De Jonge zich. „Ik was bij
die koers in Goes en de jury maakte
een fout, belde een ronde te vroeg,
waardoor Raas dacht dat hij naar de
overwinning spurtte maar er in wer
kelijkheid nog een ronde te rijden
viel. Hij was in die volgende ronde
nergens te zien en was woest. Hij
kreeg zijn 'goede' bril van zijn oudste
broer Chiel, Jan leverde zijn sportbril
bij hem in, maar smeet zijn goede
bril aan gruzelementen en was woe
dend. Dat karakter, als ik wil win
nen, win ik ook, is heel kenmerkend
geweest voor zijn carrière."
De Jonge volgde Raas, als wieier-
verslaggever van de PZC, op de voet.
„Ik zeg altijd gekscherend: 'Mijn jour
nalistieke carrière heb ik te danken
aan het feit dat ik op de bagagedrager
bij Jan Raas ben gaan zitten'. Ik
moest hem, als Zeeuwse wereldster,
natuurlijk helemaal leeginterviewen.
Als hij naar de kapper was geweest,
moest ik bij wijze van spreken vra
gen waarom en wat hij had laten
doen. Dat was nieuws voor ons."
De Jonge leerde Raas kennen als
een principiële man, die al vloekend
en tierend zijn koersen reed en met
zijn beresterke gestalte in 'de sterkste
ploeg ter wereld' ontzag kreeg van te
genstanders. „In het peloton wist ie
dereen wat ze aan hem hadden. Je
kon een afspraak met hem maken.
Het gaat erom dat je kunt verdelen
en heersen. Dat kon Raas als geen an
der."
De Jonge zag Raas zes van zijn
tien Tour-etappes winnen. „Maar de
meest geniale zet van Raas in de
Tour vond ik dat hij de bolletjestrui
pakte in de proloog van de Tour van
1982. Hij had gezien dat er een hel-
linkje in zat en hij ging als een raket
naar de top. Iedereen verdeelde zijn
krachten nog een beetje in die pro
loog, behalve Jan. De man die altijd
afstapt als de bergen eraan komen,
pakte de bolletjestrui."
De Jonge geeft daarmee direct de
verklaring voor het feit dat Raas van
de acht keer dat hij aan de Ronde van
Frankrijk begon hij 'slechts' twee
keer in Parijs aankwam. „Een wielren
ner die zo kan rijden als Raas, kan Pa
rijs halen. Maar zijn lijfis niet ge
bouwd om bergen op te gaan. Dat
kostte hem alleen maar energie, dan
kreeg hij last van zijn rug. Dat was de
reden die hij bijna altijd noemde
voor zijn opgave. Maar een Raas die
'Mijn journalistieke
carrière heb ik te danken
aan het feit dat ik op de
bagagedrager bij Jan Raas
ben gaan zitten'
niet kan winnen, die rijdt zo'n wed
strijd als voorbereiding op een wed
strijd die hij wél kan winnen."
Met die pijnen in zijn rug kwam
hij toch maar mooi tien keer als eer
ste over de meet in een Tour-etappe,
nog steeds een Nederlands record dat
hij deelt met Joop Zoetemelk en Ger-
rie Knetemann. De Jonge noemt een
ritzege die hij zelf op de televisie aan
schouwde als mooiste overwinning:
de eerste etappe in 1978. Raas won
een dag eerder de proloog al, maar de
directie besloot dat die zege hem het
geel niet op zou leveren. De proloog
telde ineens niet meer mee voor dat
klassement. Woedend was hij toen
hij begon aan de eerste etappe, die fi
nishte in Sint-Willebrord.
„De beelden zijn te vinden op You-
Tube. Je ziet hem dan centimeter
voor centimeter wegrijden bij dat
langgerekte peloton, net iets harder
trappen dan de rest. Ze krijgen dat
gaatje niet dicht. Dat heb ik zo su
bliem gevonden, dat lukt tegenwoor
dig niet meer. Als ze hun benen stil
houden in het peloton, dan kan het.
Maar ze reden zó hard. In die fase
van de Tour de France wil iedereen
nog winnen. Hij rijdt weg uit dat op
hol geslagen peloton, want hij slaat
nog iets harder op hol. Dat beeld zal
ik nooit vergeten. Superieur."
De Jonge was erbij toen Raas zijn
successen vierde in de Tour de Fran
ce, maar ook in klassiekers als Pa-
rijs-Roubaix en de Ronde van Vlaan
deren. Hij was er echter ook deelge
noot van dat de carrière van Raas let
terlijk in een ravijn stortte. Dat deed
de inwoner van 's-Heerenhoek in
een afdaling in de Milaan-San Remo
van 1984. „Die tuimeling in Italië is
natuurlijk weerzinwekkend ge
weest", doelt De Jonge op de val in
de Italiaanse klassieker die het einde
van zijn tijd als actief renner mar
keerde. Hij heeft na die enorme val
echt veel last van die rug gehad. Hij
moest zo gedoseerd gaan rijden. Hij
voelde dat de renners in het peloton
wisten: dit dier is gewond geraakt.
En voor Raas is dat geen omstandig
heid waarin hij wil functioneren,
dus daarom is hij in 1985 uiteindelijk
gestopt."
Het herstel van de val in Mil
aan-San Remo volgde De Jonge op de
OURPORTRET
'De meest
geniale zet van
Raas vond ik
dat hij de
bolletjestrui
pakte in de
proloog van de
Tour van '82'
voet. „Raas was na die val eerst naar
een ziekenhuis in Italië gebracht. Hij
had het niet op de ziekenhuizen
daar, dus hij eiste dat hij naar een zie
kenhuis in Nederland mocht. Hij
heeft het toen zélf - al lag hij nog zo
in de puinpoeier, zijn hoofd was nog
in orde - voor elkaar gekregen dat hij
drie stoelen naast elkaar kreeg bij een
vliegtuigmaatschappij en liggend
naar Nederland kon. Ik ben zelf met
een fotograaf in de auto gestapt. We
kwamen op zondagavond vermoeid
thuis aan in Nederland. Ik ben om
tien uur 's avonds naar het zieken
huis in Goes gegaan en we mochten
bij hem komen. Hij deed zijn verhaal
over de val, zijn transport, alles... Ik
vind dat het gedrag van een ultieme
professional. In goede en in slechte
tijden stond hij de pers te woord."
Hoe anders is dat vandaag de dag.
Raas praat al jarenlang - een uitzon
dering daargelaten - niet meer met
de media en wenste ook niet mee te
werken aan dit Tour-portret. „Ik
heb hem anderhalfjaar geleden
voor het laatst gesproken toen ik
voor CTV Voetbal bij een wedstrijd
van de Patrijzen was", vertelt De
Jonge, met de kennis dat Raas vrij
williger is bij de voetbalclub uit
's-Heerenhoek.
„Hij was nooit iemand die zelf de
publiciteit zocht, hij ging er gewoon
mee om. Daarom denk ik dat hij nu
kan zeggen: 'Het hoort niet meer bij
mijn leven, ik hoef het nu niet meer'.
Dan ga je lezen dat hij zich als een
kluizenaar terugtrekt in 's-Heeren
hoek, maar dat is echt bullshit. Een
kluizenaar zit in een donker holletje
met de gordijnen dicht. Hij heeft ge
woon gekozen voor een normaal le
ven, hoeft niet meer in de belangstel
ling te staan. Maar wij journalisten ac
cepteren niet dat iemand zwijgt. Als
iemand zwijgt, krijgt hij in de krant
op zijn sodemieter. In de rechtspraak
heb je zwijgrecht, journalisten gaan
er vaak vanuit dat sportmensen ook
een spreekplicht hebben. Dat is na
tuurlijk niet zo. Jan is daar een 'spre
kend voorbeeld' van. Natuurlijk be
staan er nog heel veel vragen. Over
zijn tijd bij de Rabobank bijvoor
beeld. Voor de geschiedschrijving
van het wielrennen zou het mooi
zijn dat die vragen beantwoord wer
den."
'Jan Raas sloeg harder
op hol dan de anderen'
door Mitchell Minnaard
Peter de Jonge oud-journalist
r 29 dagen