Zomer en winter Nooit in de winter honden houden de wacht NIEUWS 13 'Onze zwemlerares Marie zei gewoon: weer of geen weer, ga er maar in. Dat deed je dan' Iedere namiddag op weg van zijn werk naar huis zwemt Leo de Koster (51) eerst even bij het Halve Maentje net bui ten Breskens in de zee. „Het begon denk ik allemaal met mijn zwemlessen in het oude zwembad aan de haven van Bres kens", antwoordt hij op de vraag waarom hij bij ieder weertype in de Schelde duikt. „Onze zwemlerares Marie zei gewoon: 'weer of geen weer, ga er maar in'. Dat deed je dan. Later heb ik jarenlang aan windsurfen gedaan, dus koud water was ik wel gewoon. Haast twintig jaar ge leden begon ik met het dagelijkse zwemmen in de zomer, ging door in het najaar en, omdat het goed ging, bleef ik dagelijks zwemmen ook gedurende de gure winter maanden. Ik luister wel naar mijn lichaam. Dus zwem ik naar gelang de watertemperatuur. Tien gra den? Dan zwem ik tien minuten, lekker warm water? Dan ga ik lan ger door. Maar zodra mijn lichaam zegt: genoeg! stop ik ermee en ga ik eruit." Het zeewater hoeft maar een graad of acht, ne gen te zijn of Lieske Lust (79) uit Vlissingen trekt 's ochtends vroeg haar bad pak aan. Badjas erover, handdoek je onder de arm, boulevard over steken en hup, het water in. „In het begin tien, twintig slagen en dat wordt steeds meer. Tot je het voelt in de botten van je polsen. Als je eruit komt, voel je je zo pret tig. Alsof je helemaal bent opge kikkerd. Geen kou of niks; alleen zoals de^' <E"<e aVOnd Duitsers dat bedenk ik: ze§ze doet wat ben ik blij dat ik aan ker tot me- 2ee WOO 11 dio novem ber. „Ik heb het een keer een hele winter ge probeerd, zo van 'wat mijn buur man kan, kan ik ook', maar nee, dat toch niet. En ook die nieuw jaarsduik lijkt me niks, eerst een half uur op je slippers wachten tot je erin kan, nee, ik bepaal het zelf wel. En ik ben niet de enige hoor. We gaan meestal met zijn tweeën, maar we zijn ook wel eens met een ploegje van negen bewoners gegaan. Soms met gasten van ons hotel. Die ene mevrouw is al 86, daar heb ik zo veel respect voor." Mevrouw Lust houdt het tij goed in de gaten. „We gaan niet als het water heel hoog staat en ook niet als het stormt. Vorig jaar heb ik een meneer bijna zien ver drinken. Die golven, die armen omhoog, die hulpdiensten die kwamen toegesneld; dat beeld raak ik maar niet kwijt. In de loop der jaren ben ik wel voorzichtiger geworden. Op die keien kan het verraderlijk glad zijn en ik heb net twee nieuwe heupen. Maar ik blijf gaan. Zolang ons lieve Heertje mij gezond laat zijn, blijf ik gaan. Elke avond als ik in bed lig, denk ik: wat ben ik blij dat ik aan zee woon." Op een bruiloft van een vrien din leerden ze elkaar kennen. „Hij zei tegen een vriend: als ik met die kleine dikke uit kan, laat ik de pont varen." Jopie vond Lou in zijn uniform van de Marechaussee maar wat stoer. En toen ze tijdens een af spraakje spontaan besloten te gaan zwemmen, bleek die stoere man ook nog eens een zwem broek standaard in zijn binnenzak mee te dragen. Vanaf dat moment kon het niet meer stuk. 'Al voel ik me nog zo rot door de ziekte van Ménière, dan ga ik toch. En meestal knap ik er van op, hè Lou?' „Lopen over strand doen we het hele jaar door, ook als het sneeuwt of hagelt. Wel altijd vroeg anders lopen er zo veel men sen. Ik denk dat we daarom zo ge zond blijven, omdat we bewegen. Dat zwemmen is vanzelf gegaan. Als je naar zee gaat, wil je er in. Als ik kramp in mijn nek krijg, is dat het seintje om het niet meer te doen. We stoppen weer, zegt Lou dan. Maar afgelopen jaar zijn we best nog lang doorgegaan." Opa Lou en oma Jopie raden het 'de hele wereld' aan. „Al voel ik me nog zo rot van de Ménière (een ziekte met draaiduizelingen, oorsuizen en slechthorendheid, red) dan nog ga ik. En meestal knap ik er van op, hè Lou? We zien het niet heel veel andere men sen doen. Een keer een Duitser die al zijn kleren uittrok en toen de zee in ging. Je zag 'm denken: als die oudjes het kunnen, kan ik het ook." ZATERDAG 6 JUNI 2015

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 14