ZEELAND GEPEILD
44 BUITEN
In deze serie reizen we de pijlen achterna. Wekelijks landt er
eentje lukraak op de kaart van Zeeland. En precies daar, op
die toevallige plekken waar ze natrillend wijzen, nemen we
poolshoogte. Op akkers waar bieten op de rooier wachten,
op borrelende schorren en slikken, in door westenwinden
getekend bosgebied,- op dromerige duinen - elk stukje
Zeeland heeft een verhaal.
STAVENISSE
Ze leeft in extra tijd, zegt ze.
Want ze had al drie keer dood
kunnen zijn. Daarom is er veel
waarvan ze intens geniet. Een
etentje, feestje, een paar dagen
ertussenuit - ze is voor veel te
porren. Ook het licht over de
Oosterschelde bekoort haar; de zeilen en boeg
golven, en hier, in de haven naast de ruim
tweehonderd jaar oude korenmolen, de
après-sail tussen klapperende lijnen en flap
perende vaantjes, schreeuwende scholeksters
en gierzwaluwen.
Gery Boneschansker (57), regisseur en editor,
kijkt om zich heen: „Het is hier zo pittoresk."
Ze vertelt dat de naam Stavenisse vermoede
lijk is afgeleid van de voormalige landtong die
in 1509 overstroomde en negentig jaar later
werd herdijkt: „Ik vind het als filmlocatie zeer
geschikt."
Het is een combinatie van beroepsdeformatie
en passie, grinnikt ze. Altijd kijkt zij naar lij
nen, beelden, kleuren en verhoudingen. Ooit
geboren in Oostellingerwerf (Friesland), ver
huisde ze als jong meisje naar Axel; volgde
kunstopleidingen in Gent en Breda; studeerde
af als grafisch vormgever en werkte bij Video-
Press in Groningen en Hilversum, als onder
deel van de Toonder Studio's, en ook bij de
NOB aldaar; om daarna weer naar Zeeland te
verhuizen en neer te strijken in Middelburg,
waar zij vanuit haar eigen bedrijf BW Audiovi
suele Producties voor verschillende opdracht
gevers werkt: „En ik ga nooit meer weg. Waar
naar ik verlang, vind ik hier."
Ze vertelt dat Stavenisse een geschiedenis van
koppige standvastigheid kent, ondanks alle
plagen en plannen die erop werden losgelaten.
De inundatie in 1944 spoelde niet alle bewo
ners voorgoed weg. En ook de watersnood
ramp, die negen jaar later weliswaar honderd
drieënvijftig mensenlevens eiste, wist het ver
zet tegen het voorstel om de haven als zwakke
plek in de zeewering te sluiten, niet te breken:
„Verhoogde dijken en een keersluis waren het
compromis." Net als het massale protest in
1975 tegen de komst van vijfhonderd Surina-
mers, die als asielzoekers avant la lettre in een
bungalowpark aan de rand van het dorp zou
den worden ondergebracht: „Ook dat resul
teerde uiteindelijk in andere oplossingen."
Het knokken herkent ze wel, zegt ze. En ook
het gevoel nooit te willen opgeven. Zijzelf on
derging drie levertransplantaties: „Je vertelt
zoiets natuurlijk niet altijd. Maar soms kwam
ik er niet onderuit. Na een operatie herkende
niemand mij meer; ik zwol helemaal op door
de prednison."
De eerste keer was in 1990. Zij was drieënder
tig en bleek Hepatitis B te hebben, zegt ze.
Haar eigen immuunsysteem ging het virus zo
hard te lijf dat het ook de levercellen verwoest
te: „Ik werd grieperig en geel en stond boven
aan de wachtlijst van Eurotransplant. Volgens
de artsen had ik 2procent kans om het zelf te
redden, maar levertransplantaties groeiden
net uit de kinderschoenen en ze wilden we
ten wat er zou gebeuren als je een donorlever
in een redelijk gezond lijf plaatst. Knapt zo ie
mand sneller op dan iemand die door een le
verziekte langzaam al is afgetakeld?" Dood
ging ze toch, zegt ze. Dus dan maar een nieu
we lever: „Mijn overlevingskans zou groter
zijn."
Na ruim zes jaar gingen haar leverwaarden
toch langzaam achteruit. Via de bloedtransfu
sie of het nieuwe orgaan is er dit keer sprake
van Hepatitis C, waar men indertijd nog niet
streng op controleerde: „Dus belandde ik met
cirrose weer op de wachtlijst." In december
2002, zij is dan vijfenveertig, meldt het Acade
misch Ziekenhuis Groningen dat er een lever
voor haar is: „Vrij ontspannen zag ik de trans
plantatie tegemoet", zegt ze. „Maar het ging
verkeerd: pas twee maanden later werd ik wak
ker."
Het bleek dat de lever niet aansloeg. Artsen
hielden haar in coma tot de volgende trans
plantatie, vier dagen later. Daarna vergden
nierdialyse en complicaties nog vele weken:
„Op een gegeven moment deden alleen mijn
hart en mijn hersenen het nog."
Maar in maart 2003 is zij zover aangesterkt,
dat zij haar leven weer kan oppakken. De le
ver die zij sindsdien heeft, is jonger dan zij
zelf, weet zij. En ondanks alle medicijnen die
zij tegen het afstoten moet slikken, voelt het
alsof haar lichaam het vreemde DNA tole
reert: „Als het goed is, leef ik met deze tot
mijn dood."
Rond die tijd is het idee geboren om over le
vertransplantaties een documentaire te ma
ken. Een groot project, in eigen beheer, waar
mee zij in 2011 daadwerkelijk is gestart. Zij re
gelde sponsors, een cameraman, sprak als erva
ringsdeskundige met mensen op de wachtlijst
en met mensen die al getransplanteerd zijn,
en allemaal vertellen die openhartig over het
moeilijke traject en hoe zij na een intensieve
periode van ziekte en spanningen het leven
weer aandurven. Ook komen chirurgen, inter
nisten en de transplantatiecoördinator aan het
woord over operaties, medicatie en revalidatie,
en kreeg zij toestemming om in het Acade
misch Ziekenhuis Groningen een transplanta
tie te filmen.
„De documentaire 'Levertijd' bevat uniek ma
teriaal en is mooi en informatief geworden",
zegt Boneschansker. „Geschikt voor filmfesti
vals en televisieomroepen. En voor geïnteres
seerde particulieren. Ik wil ermee laten zien
dat wij geen slachtoffer zijn."
Ze is tevreden, zegt ze. En dankbaar. Ze wijst
naar het waterpeil dat langzaam daalt; de ha
ven oogt smaller tussen de oprijzende kades.
Bij de huisjes deint traag zwart wasgoed aan
een lijn. En achter de dijk, ver op de Ooster
schelde, verschuiven witte zeilen. „Hoopvol
en realistisch, vind je niet?" glimlacht ze. „Het
leven is nog niet voorbij."
door Jacoline Vlaander
Strijden om
een smalle
landtong
Stavenisse is heel geschikt als filmlocatie.
Voor meer informatie:
'Levertijd - kwaliteit van leven na een
levertransplantatie' (documentaire)
e-mail: g.boneschansker@av-producties.nl
www.levertijddefilm.nl