Met 'Parijs' scoort de 53-jarige Kenny B. een hit. Voor de zanger een volgende onverwachte wending in een tumultueus leven. Eerder was hij zowel vredesonderhandelaar in de Surinaamse burgeroorlog als bewoner van een asielzoekerscentrum. 14 VERDIEPING Amsterdamse parodie op Parijs met woorden als 'mesjogge' en 'pikketanissie' Grote hits worden al snel geparodieerd, zo ook Parijs van Kenny B. De jongens van YouTubekanaal Pon kers maakten een Amster damse versie, met typisch Mokumse woorden. Eer der gaven zij al een draai aan hits van Nielson en Gers Pardoel.Zoals Kenny in Parijs een dame ontmoet in de Franse hoofdstad, is in de videoclip van Amster dam te zien hoe één van de heren van Ponkers een knappe Rotterdamse ont moet bij Amsterdam Cen traal. Hij, met een typisch Mokums accent, kan haar dialect ('Ik kom uit Rotter dam. Keije da niet horih dan?') echter niet verstaan. En dus zingt hij: 'Praat Am sterdams met me. Effe Am sterdams met me.' Daarna volgen nog veel typisch Amsterdamse woorden als 'mesjogge' en 'pikketanis- sie'. Net als het origineel blijkt ook de Amsterdamse ver sie goed aan te slaan op in ternet en inmiddels ook op de radio. Kenny B. zelf zegt bovendien de remake ook 'heel tof te vinden. Vind jij dat ik een zwaar accent heb?" Kenny B. geeft zelf het antwoord. „Voor mijn gevoel praat ik niet krom. Maar toen ik in de fabriek werkte, deden collega's mij steeds na. Met zo'n overdreven wee-klank. Daar kon ik hartelijk om lachen, maar Neder landstalige muziek durfde ik nooit op te nemen. Dat leek me voor een zwarte man uit Suriname een brug te ver." Dat de zanger, die voluit Kenneth Bron heet, nu al enkele weken op de eerste plek van de hitlijsten kampeert met het zomer se Parijs bewijst het tegendeel. Sterker: half Nederland galmt het refrein 'Praat Neder lands met me, even Nederlands met me' ongeremd mee. Bron straalt van blijdschap. „Ik ben er trots op dat ik word begrepen. Een donkere man kan dus toch in het Ne derlands zingen. Voor mij betekent het suc ces van Parijs dat taal sterker is dan kleur." Bron is in zijn geboorteland al enige tijd een absolute ster. Nu tekent hij met het succes van Parijs en zijn volgende week te verschijnen titelloze album voor de opval lendste muzikale doorbraak van het jaar. In een Amsterdams café zet Kenny B. zijn zonnebril af. Bewust. „Ik wil niet dat je denkt dat ik mezelf ineens als een popster zie", verklaart hij. „Ik merk dat ik die popu lariteit als vanzelf erg relativeer. Ik heb al een paar keer tegen mezelf gezegd 'Kenny, je staat freaking nummer 1. Geniet ervan!' Maar hoe doe ik dat? Als ik met haast voor een rood stoplicht sta, springt het niet in eens op groen als ik roep dat ik een populai re zanger ben." Een lachsalvo en een harde slag van zijn grote hand op de knie van de verslaggever volgen. En meer levenswijsheid. Mensen zeggen me: 'Eindelijk Kenny, het harde werken is beloond.' Maar ik ken echt tallo ze mensen die veel harder werken dan ik en die staan niet op 1. Ik denk dat de posi tieve vibe van het liedje aanslaat. En natuur lijk de stad Parijs. Met Madrid of Berlijn als onderwerp was het vast niet zo'n hit ge worden." Wie Bron hoort praten kan amper anders dan constateren dat zijn bescheidenheid oprecht is. De reden achter zijn relative ringsvermogen is volgens hem eenvoudig: „Ik ben 53. Als ik die cijfers kon omdraaien zou ik me vast nog van alles in mijn hoofd halen, maar ik heb nu meer leven achter me dan voor me." En wat voor een leven. Hij is geboren in de binnenlanden van Suriname en ervaart na zijn verhuizing naar Paramaribo al vroeg de werking van discriminatie. „Wij waren Marrons (nazaat van in de jungle gevluchte slaven, red), die werden in de stad voor ach terlijk gehouden. De kinderen in de straat wilden niet met me spelen." De dienstplicht bevrijdt hem van zijn ach terstandspositie. In het leger blijkt afkomst niet de dominante factor, maar het aantal strepen op je uniform. Daarna werkt Bron in het houtbedrijf van zijn vader, totdat het Nationaal Leger van Desi Bouterse in oorlog raakt met het Junglecommando van Ronnie Brunswijk. De rebellenleider, ook een Marron en een neef van de zanger, ziet in Bron de uitgelezen persoon voor de vre desonderhandelingen. „In het leger zaten mijn oud-collega's. De guerrilla waren de mensen uit mijn dorp. We móesten ge weldloos tot vrede zien te komen." Het lukt. Maar als in 1991 de vrede wordt getekend is Bron al naar Nederland vertrok ken, op zoek naar goede medische zorg voor zijn zieke vriendin. Ruim een jaar woont hij in een asielzoekerscentrum in Zeewolde. 'Het vluchtelingenkamp,' zoals hij het zelf noemt. „Ik was een trotse Suri namer en moest ineens met een bonnetje in de rij voor een boterham. Maar ik heb ge leerd je altijd aan te passen aan de omstan digheden. Bovendien: ik woonde daar met Servische wiskundeleraren en Kroatische architecten. Zij zagen elke avond op tv hoe hun geboortesteden werden platgebombar deerd." In de verschillende fabrieken waarin hij na dien werkte, vertelde hij weieens over zijn tijd als vredesonderhandelaar. „De jongens geloofden het meestal niet." Zijn laatste baan, bij een aluminiumsmelterij, kon hij acht jaar geleden opgeven toen zijn langge koesterde muzikale ambities weerklank vonden in Suriname. Bron, inmiddels vader van vijf kinderen, bleef al die tijd in Tilburg wonen, maar zag de tolerantie in ons land langzaam veran deren. „Ik klopte wel eens aan bij m'n blanke buurman. Dan zei ik: 'Ik hoor een politicus net op de radio zeggen dat wij grote problemen met el kaar hebben.' Daar konden we sa men altijd om lachen. De waar heid is dat we nu een lied op de eerste plaats hebben dat zwart net zo leuk vindt als wit. Voor mij het bewijs dat het niet zo erg ge steld is met dit land. Er is nog volop ruimte voor toenadering en begrip." 'Je staat freaking nummer 1. Geniet!' door Stefan Raatgever foto Paul Bergen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 15