De Hulsterse
leeuw en de
lagere school
Nieuwe raadkaart
'Nobelgate' vertelt veel over de ontwikkeling van Zierikzee
BUITEN 7
Het stadhuis, de school en de leeuw
van het stadswapen. Dat zijn de ele
menten die het meest genoemd
worden in de inzendingen van de Raad-
kaart-lezers. Het overgrote deel van de 49
inzenders herkende het plaatje onmidde-
lijk: de Grote Markt van Hulst. Wilfried Fer-
ket uit Dordrecht koestert warme herinne
ringen aan zijn schooltijd in Hulst. „We
hebben de edele delen van de leeuw op het
stadswapen in 1950 met vetkrijt rood ge
kleurd", bekent hij een jeugdzonde. „De vol
gende dag stond iemand van de gemeente
het eraf te schuren." Inzender I. J. van Be-
lois uit Vlissingen werd in de tweede we
reldoorlog geëvacueerd vanuit Breskens
naar het al bevrijde Hulst. ,.Ik heb daar met
ons hele gezin op veel verschillende adres
sen gewoond bij gastgezinnen." Jan
Strooband uit 's Gravenpolder herkende
het plaatje meteen en hij weet nog in detail
wie er aan de Markt woonde en welke ne
ringen er te vinden waren. Zijn opa en oma
woonden er. „Tegenover mijn grootouders
woonde het gezin van schoolmeester Piet
Koene, bijgenaamd Neus Koene. Daarnaast
een wijnhandelaar en twee deuren verder
het kruidenierswinkeltje van Macheline."
Volgens vaste inzender Kees Stevense is
Hulst het evenbeeld van een Franse vesting
stad. „De stad werd wel 'het Carcasonne
van het noorden' genoemd." Het gebouw
rechts op de foto wordt door velen herkend
als de lagere school. Stevense: „Nadat de ver
eniging Christelijk volksonderwijs het ge
bouw in gebruik genomen had werd de
school in 1964 opgeheven en diende daarna
als gemeentesecetarie." Anderen melden
dat een deel van de school dienst heeft ge
daan als brandweerkazerne. De grote zwar
te poort was de ingang. Het op de foto zicht
bare staketsel van de kiosk is al lang verdwe
nen.
De winnaars van de raadkaart zijn: Rudy
Buysrogge uit Hulst, Cijril Peter uit Clinge
en Theo Maes uit Hulst.
Weinig recente opgravingen in Ne
derland hebben politiek zoveel
stof doen opwaaien als het onder
zoek in 2003 en 2004 aan de Korte Nobel-
straat en de Steiltjesstraat in Zierikzee. Om
dat de kosten voor dit project door de ge
meente als opdrachtgever niet goed be
heerst waren, kregen opgraving en proces
in de provinciale pers al gauw de naam 'No
belgate' en daarmee ook landelijke uitstra
ling. Vier wethouders moesten het veld rui
men en drie ambtenaren werden ge
schorst. Het verkeerd gelopen proces was
belangrijker geworden dan de opgravings
resultaten.
Onterecht, want hoewel de opgraving
maar ten dele mocht worden uitgewerkt,
bracht deze belangrijke nieuwe gegevens
aan het licht over de ontwikkeling van dat
gebied in Zierikzee, in de late middeleeu
wen de tweede stad van Zeeland. Romein
se scherven uit de diepste lagen waren al
een leuke bijvangst, maar de verrassing
was wel dat de vroegste stadsbewoning
hier (1250-1325) bestond uit een adellijke re
sidentie. Het huis was op een hoogte (hil
of werf) gebouwd, op een vierkant perceel
begrensd door een 6 meter brede gracht.
Het huis was voorzien van glas-in-loodra-
men, waarvan er een, met een deel van de
ruitjes er nog in, in de gracht is teruggevon
den. Vermoedelijk heeft het beleg van Zie
rikzee door de Vlamingen in 1304 het ein
de betekend voor de adellijke bewoning.
Na een kortstondige periode met een hou
ten huis op de gedempte gracht is vanaf
1350 het gebied langs de Korte Nobelstraat
gemoerneerd (veenafgraving). Direct daar
na is het ingericht met stedelijke bebou
wing, maar nog agrarisch van karakter. De
perceels indeling aan de straat bleef tot na
1600 intact. Aanvankelijk waren de zaalhui
zen gebouwd in hout en vakwerk met het
voorhuis op een bakstenen fundering; de
stookvloeren van de haarden waren van
baksteen. In het voorhuis werd gewoond
en gewerkt. Een van de huizen versteende
al kort na 1400 en kreeg bakstenen zijmu
ren. Alle bouwfasen van dit huis geven een
gedetailleerd beeld van het versteningspro
ces van een stadshuis, uiterst waardevol
voor de kennis van laatmiddeleeuwse hui
zenbouw. Het andere huis bleef op dezelf
de houtbouwleest geschoeid tot het einde
van de 16de eeuw. Bebouwing langs een
verbindingsstraatje tussen Nobelstraat en
Steiltjesstraat - een steegje in de huidige
bebouwing - en aan de Steiltjesstraat da
teert van circa 1425. Uit een oudere beerput
aan die straat komen schaartjes van
langoustines, een delicatesse, die wijst op
een bijzondere status van de bewoner.
Tot 1600 is de bewoning van het opgegra
ven gebied duidelijk. De latere perioden
van bewoning tot aan de 20ste eeuw zijn
slechts fragmentarisch bekend, omdat veel
van de hoger gelegen sporen zijn vernield
door de jongere bebouwing en sloop voor
afgaand aan de opgraving. De opgraving
heeft een keur aan vondsten opgeleverd
van allerlei materiaal: aardewerk, been,
glas, hout, leer, metaal en natuursteen. Al
leen al dit vondstmateriaal zou een comple
te tentoonstelling rechtvaardigen; een selec
tie van die vondsten is nu te bezichtigen in
het Stadhuismuseum in Zierikzee.
Robert van Dierendonck
adviseur archeologie
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
WOENSDAG 29 APRIL 2015
schuim en luim
Het gebouw rechts van het stadhuis was oorspronkelijk een school. Later secretarie én brandweerkazerne.
Een nieuwe opgave uit
de collectie kaarten en
foto's van Hans Linden-
bergh. Onze vraag: waar
is deze foto genomen?
We zijn benieuwd naar
de locatie en lezen
graag anekdotes of ver
halen over deze plek.
Stuur uw oplossing naar:
redactie@pzc.nl of Post
bus 5046, 4380 KA Vlis
singen.
Drie inzenders van goe
de antwoorden ontvan
gen een waardebon.