V
4 BUITEN
v-
Godlof dat onkruid niet vergaat,
Het nestelt zich in spleet en steen,
Breekt door beton en asfalt heen,
Bevolkt de voegen van de straat...
doorChiel Jacobusse
HET ZEEUWSE LANPSCHAP
ldus Ida Gerhardt in haar "Lof
van het onkruid". Het prachti
ge gedicht schoot mij te binnen
toen ik bij de museumhaven in
Zierikzee zag dat de voegen tus
sen de straatstenen dichtge
groeid waren met een prachtig
gekleurd plantje. Eventjes door de knieën om
de details te bekijken en toen wist ik: dit is
het mosbloempje. Een miezerig klein maar
erg zeldzaam plantje dat ik nooit eerder gevon
den had. Een jaar eerder had ik uitgebreid
naar dit plantje gezocht langs de Greveïingen-
dam, want ik had gehoord dat het daar moest
voorkomen. Ik vond al snel een minuscuul
plantje dat tussen de stenen kroop en het
groeide in flinke aantallen op een parkeer
plaats. Voetstoots nam ik aan dat dit het ge
zochte mosbloempje moest zijn, maar voor al
le zekerheid stak ik een exemplaartje tussen
de bladzijden van mijn flora om het thuis nog
even na te kijken. Thuisgekomen zag ik al
spoedig dat het hier niet om een mosbloem
pje ging. Het bleek een exemplaar van het
Kaal breukkruid. Ook bepaald geen alledaagse
verschijning maar toch heel wat minder zeld
zaam dan het mosbloempje. Of het mosbloem
pje daadwerkelijk op de Grevelingendam
groeit, of dat er al eerder sprake was van ver
wisseling met het kaal breukkruid is niet hele
maal duidelijk. Verder is het mosbloempje in
Zeeland, afgezien van een paar plaatsen in de
Walcherse en Schouwse duinen, beperkt tot
de Rattenkaai bij Rilland. De groeiplaats van
het mosbloempje in Zierikzee telt wel duizen
den exemplaren. Dat betekent in ieder geval
dat het plantje hier al langere tijd groeit. Bij
nadere beschouwing viel nog iets bijzonders
op. De bestrating op de groeiplaats bestaat uit
verschillende soorten klinkers en het werd al
snel duidelijk dat de plantjes verschillend
kleurden, afhankelijk van de stenen die ge
bruikt waren. Op de druk belopen straat
kwam het plantje in drie kleuren voor: groen,
heldergeel en rood. Maar op een wat minder
intensief betreden stuk waren de plantjes tus
sen de ene steensoort dieprood van kleur en
tussen andere stenen helder grasgroen. Het
lijkt erop dat één van de steensoorten een stof
aan de bodem afgeeft die voor verkleuring
van de plantjes zorgt. De meest daarvoor in
aanmerking komende is kalk, die vanuit som
mige steensoorten nogal makkelijk vrijkomt.
Daarbij hoeft het zeker niet zo te zijn dat kalk
rechtstreeks verantwoordelijk is voor en ande
re kleur. Het is bekend dat kalkrijke bodem
veel minder vocht vasthoudt dan minder kalk-
rijk substraat. Het zou dus ook een kwestie
van vochthuishouding kunnen zijn.
Natuurlijk zijn het niet allemaal bijzonderhe
den als het kaal breukkruid en het mosbloem
pje die zich tussen de straatstenen nestelen.
Eén van onze allergewoonste grassoorten is
het straatgras en dat heeft zijn naam te dan
ken aan het veelvuldig voorkomen tussen het
plaveisel. Erg talrijk is ook het liggend vet-
muur, dat -net als het mosbloempje- vaak
voor een mossoort wordt aangezien. Goed be
schouwd is het liggend vetmuur een sierlijk
plantje dat slechts tot heel beperkte omvang
uitgroeit. Je zou denken een prima decoratie
tussen de stenen, die ook nog eens meehelpt
om de vestiging van andere, meer uitdijende
onkruiden tegen te gaan. Een voegje is klein
en kan tenslotte maar één keer begroeid ra
ken. Toch wordt het vetmuur te vuur en te
zwaard bestreden, omdat groene voegjes tus
sen de stenen zich kennelijk niet verdragen
met de roemruchte Hollandse keurigheid. De
bestrijding vindt zelfs op mijn eigen erf
plaats; zij het gelukkig niet met chemische
middelen.
Maar eigenlijk moet je voor die plantjes niet
door de knieën gaan om ze bestrijden, maar
om ze te bekijken. Hopelijk helpt dit stukje
om eens met andere ogen naar de voegjes tus
sen de straatklinkers te kijken.
Natuur tussen de
straatklinkers
Glad breukkruid
Straatgras