Dapper dorp 66 Van veel 18 GEZOND DENKWIJZER René Diekstra eze indrukwekkende optocht is er een van stilte, van stilte om het verlies van een dierbare, belangrijke dorpsge noot. Een man die gesneuveld is door een stapeling van krachten, van invloeden, waartegen hij niet opgewassen was. Waar waar schijnlijk velen van ons niet te gen opgewassen zouden zijn ge weest. Ook wij zijn Nico. Maar deze tocht is er behalve een van stilte uit verdriet, ook een van woede. Van woede op minis ters die, zich verschuilend achter het rapport van de commissie Evaluatie Tuitjenhorn, hun han den volledig in onschuld probe ren te wassen. Van woede ook op een commissie zelf die niet de durf heeft getoond om de vraag die in essentie aan haar werk ten grondslag lag, openlijk te stellen, laat staan te beantwoorden. De vraag namelijk of er een verband bestaat tussen het optreden van instanties als het Openbaar Minis terie (OM), Inspectie Gezond heidszorg (IGZ) en Amsterdams Medisch Centrum (AMC) en de zelfdoding van Nico Tromp en hoe sterk dat verband is. Die in stanties, aldus ministers en het commissie-rapport, 'zijn niet zo opgetreden dat deze dramatische uitkomst wel moest plaatsvin den. Maar dat is niet de ham vraag. De hamvraag is niet of er een enkelvoudig causaal verband bestaat tussen het optreden van de instanties en Nico's dood. De hamvraag is: zijn deze instanties zo opgetreden dat ze deze ver schrikkelijke uitkomst waar schijnlijker hebben gemaakt? En hoeveel waarschijnlijker? Wat men ons nu wil doen gelo ven, is dat tussen optreden van de instanties en Nico's dood geen enkel verband bestaat. Want, zo luidt hun redenering, 'de instan ties hebben binnen het kader van hun bevoegdheden gehandeld'. So what! Je kunt de bevoegdheid hebben iemand publiekelijk van moord te verdenken, maar dat sluit niet uit dat zo'n beschuldi ging disproportioneel, dus ver wijtbaar ontwrichtend is. De op stelling dat er tussen het optre den van de instanties en Nico's dood geen enkel verband bestaat, is aantoonbaar onjuist en bescha mend. Nico Tromp zat vanaf een bepaald moment gevangen in het centrum van een driehoek waar in vanuit alle drie de hoeken - OM, IGZ en AMC - hem vrijwel gelijktijdig, voortdurend en zon der wederhoor werd toegebeten: 'moordverdachte, 'moordverdach- te', 'moordverdachte'. En aanslui tend: 'een gevaar voor al je patiën ten'. Wat meer heeft een mens, een arts, nodig om persoonlijk en professioneel in te storten? Die opstelling van de overheid mag niet het laatste woord hebben. Mi nisters en instanties moeten wer kelijk ter verantwoording wor den geroepen. Burgers van Tuit jenhorn, rust pas als werkelijk recht is gedaan. Spreek met el kaar af tot zolang Nico te zijn." Een medicijn tegen kanker heeft alleen effect als het in de juiste hoeveelheid bij de tumor komt. In de praktijk wordt zelden of nooit gemeten hoeveel van het voorgeschreven medicijn uitein delijk bij de patiënt in het bloed komt. Dat kan anders met zoge heten therapeutic drug monitoring. Stel, je bent op zoek naar nieu we schoenen. Dan kijk je in de winkel of het model en het ma teriaal je bevallen, de kleur je aanstaat, de hak de juiste hoog te heeft en of de prijs accepta bel is. Heb je schoenen gevon den die voldoen aan de wensen, dan rest nog één vraag: zijn deze schoenen in jouw maat beschikbaar? Als de maat niet klopt, heb je er niets aan. Toch is dat laatste iets waarnaar artsen bij de behandeling van kanker amper kijken, vindt Ron Mathijssen, hoogleraar geïndivi dualiseerde oncologische farmacotherapie aan het ErasmusMC in Rotterdam. Dat wil zeggen dat hij zich bezighoudt met de vraag hoe je de behandeling van kanker met medicijnen zo goed mogelijk kunt af stemmen op de specifieke behoeften van de patiënt. Oftewel: hoe lever je zo veel mo gelijk maatwerk bij de behandeling, zoals het in de medische wereld heet. „De moge lijkheden tot het leveren van maatwerk bij het behandelen van kanker zijn de afgelo pen decennia flink toegenomen", vertelt Mathijssen. „Daarbij kijken we tot nu toe vooral naar de eigenschappen van de kan kercel. We beschikken over tal van medicij nen die in staat zijn tumorcellen met een zeer specifieke eigenschap te doden. Bevat de kankercel bijvoorbeeld eiwit A of een foutje in gen B - of juist niet -dan krijgt de patiënt medicijn X en niet medicijn Y. We kiezen op die manier voor iedere pa tiënt het medicijn dat het beste past bij de kenmerken van diens kankercellen." Maar dan ben je er nog niet met je maat werk, legt Mathijssen uit. „Een medicijn te gen kanker heeft alleen effect als het in de juiste hoeveelheid bij de kankercellen komt. Daarvoor is het op zijn minst nodig dat er voldoende medicijn in het bloed komt." Dat lijkt op het intrappen van een open deur. De hoeveelheid medicijn die de arts voorschrijft, zal toch wel zo zijn geko zen dat er genoeg medicijn in het bloed (en dus bij de tumor) komt? Dat valt in de praktijk dus vies tegen. Gemiddeld klopt de dosis wel, maar dat zegt niets over de in dividuele patiënt. Mathijssen legt uit hoe dat zit. „Veel moderne medicijnen tegen kanker moet je in pilvorm innemen. Dat betekent dat het medicijn via de maag in de darmen komt en van daaruit wordt op genomen in het bloed. Voeding en de zuur graad van de maag kunnen die opname flink beïnvloeden. Een extreem voorbeeld daarvan is het middel abiraterone, een me dicijn tegen prostaatkanker. Neem je dat in bij een vette maaltijd dan kan er tot tien maal meer van dit middel in het bloed ko men dan als je het op een nuchtere maag inneemt." Dit gegeven ontlokte Mark Ratain, een Amerikaanse deskundige op dit terrein, en kele jaren geleden de uitspraak: 'We spoe len een groot deel van de medicijnen tegen kanker door de wc'. „Zit het medicijn een maal in het bloed, dan gaan lever en nieren aan de slag om het af te breken en uit te scheiden. Ook de snelheid van die proces sen verschilt van patiënt tot patiënt. Zo ver loopt bij oudere mensen de afbraak en uit scheiding van medicijnen vaak langzamer dan bij jonge mensen. Dikke mensen bre ken medicijnen meestal sneller af. Daar naast spelen de conditie en het gebruik van andere medicijnen een rol. Dat laatste moet je ruim opvatten: ook zelfzorgmidde len als sint-janskruid en sommige voe dingsmiddelen, bijvoorbeeld grapefruitsap, kunnen de afbraak van medicijnen sterk beïnvloeden (zie ook kader.) Daaroverheen komen nog leefgewoonten. Roken, bijvoor- medicijnen kunnen we de hoeveelheid in het bloed nauwkeurig meten 'D Dit is een verkorte versie van de toe spraak van René Diekstra op verzoek van de familie Tromp tijdens de stille tocht ter nagedachtenis aan huisarts Nico Tromp op 17 april. Behandel kanker met maatwerk door Marten Dooper illustratie Helen van Vliet Ron Mathijssen, hoogleraar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 18