22 REIZEN
DUITSLAND
De Engelse stoomtreinfanaat
met wie ik een coupé deel,
reageert ontgoocheld als de
HarzElbeExpress het sta
tionnetje van Quedlinburg
binnenrijdt. We zien het
eerste vakwerkhuisje. Een
gevel van geelwitte klei tussen bruine bal
ken, met grote letters QUEDLINBURG er
op, verzonken in een zee van kinderhoof
den. Bijzonder schattig, maar ook heel erg
vervallen, besmeurd met graffiti en dicht
getimmerd met houten platen.
„Hoe kunnen ze", vraagt de Engelsman
zich hardop af, gewend aan de onberispe
lijke Engelse plattelandsstations, die dage
lijks met een tandenborstel worden onder
houden. „Misschien kijken ze in Quedlin
burg niet op een vakwerkhuisje meer of
minder", zeg ik.
En zo is het. Iemand begon hier in de zes
tiende eeuw aan het eerste vakwerkhuisje
en daarna kon het Harz-stadje niet meer
stoppen met bouwen. Straat na straat,
plein na plein staan vakwerkhuizen uit de
vijftiende tot de twintigste eeuw amechtig
steunend tegen en op elkaar. Een middel
eeuws decor, waar het - vooral bij het val
len van de avond - altijd advent lijkt.
Een vakwerkhuis is in wezen een simpel
ding. Het bestaat uit een dragende balk-
structuur, ingevuld met klei, stro of ge
droogde stenen. Snel en goedkoop ge
bouwd. Voor het geraamte dient het lang
zaam groeiende, sterke pijnboomhout uit
de Harz. Wat leem en een lik verf erover
heen en je kunt erin wonen. Had je geld,
dan gebruikte je gebakken stenen. Dan was
je dus steenrijk.
Nergens in Duitsland vind je zo'n uitzinni
ge verzameling vakwerkhuizen als in
Quedlinburg. De stad, met 25.000 inwo
ners, staat sinds 1994 op de Unesco-lijst
met de aantekening: 'uitzonderlijk voor
beeld van een Europese middeleeuwse
stad'. Het aantal vakwerkhuizen? Ontel
baar. Officieel zijn het er 1.300, maar gids
Sabine, die hier al jaren woont, houdt het
op 2.000. „Soms heeft één huis meerdere
toegangsdeuren, soms wordt een gebouw
van meerdere huisjes verbouwd tot één
huis met één deur. Dat is moeilijk tellen."
De eerste ochtend loop ik vijf minuten ver
weesd rond Kaffeehaus Zum Roland, ach
ter het magnifieke Raadhuis, op zoek naar
een deur. Ik zie alleen ramen, waarachter
toeristen vergenoegd aan de koffie met
Quedlinburger Pfarrhaustorte zitten, diep
weggezakt in banken en fauteuils. Uiteinde
lijk is er een deur die toegang geeft tot
Zum Roland, 'das Café in 7 Hausern'. Ze
ven met elkaar verbonden vakwerkhuizen,
waarvan elke hoek benut is voor een restau
rant, chambre séparée, koffiehoek of taar
tenvitrine.
Aan de kleine Marktkirchhof even verder
op staan vakwerkhuizen gezusterlijk naast
elkaar zes eeuwen te overspannen. Een ge
vel van één vakwerkhuis kan uit verschil
lende stijlen bestaan. Van gotiek, barok, tot
de Quedlinburger-stijl, met de karakteris
tieke diamantvormige punt aan het einde
van de balken. Een vakwerkhuis kan boven
dien onherkenbaar worden gepimpt met
kleurtjes, decoraties, ornamenten, houten
wapens en een laag roze verf.
Quedlinburg, nauwelijks gebombardeerd
in de Tweede Wereldoorlog, is een kijk
doos van bouwstijlen. Je wandelt in de
smalle, heuvelachtige straten door een sta-
lenboek van historische architectuur. Sabi-
ln de stad Quedlinburg,
op de noordoost-rand
van de Harz, staat een
duizelingwekkend aantal
vakwerkhuizen. In tal
van stijlen, vormen en
kleuren. Met dank aan
DDR en Unesco. „Het is
hier zó moeilijk tellen."
ne: „Het klinkt macaber, maar het was een
geluk dat we in de DDR lagen. Het was
hier arm. Er was geen geld om te herbou
wen. Anders was de sloopkogel door al die
vakwerkhuisjes gegaan en liepen we nu
tussen de Oost-Duitse nieuwbouw."
Gered door DDR en Unesco. De Werelderf
goed-organisatie viel niet alleen voor de
vakwerkhuizen. Quedlinburg kent fraaie
negentiende-eeuwse jugendstil-villa's,
maar het kroonjuweel is de Romaanse
kloosterkerk Sint-Servaas. Die staat op de
Slotberg, een zandstenen heuvel. De basi
liek rijst parmantig op uit het middeleeuw
se centrum. In het hart bevindt zich de
Domschat, een van de waardevolste kerk
schatten uit de middeleeuwen. Hoogte
punt is een reliekenkistje van Sint-Servaas,
uit de negende eeuw. Hendrik I de Voge
laar, ofwel de Duitse koning Heinrich I,
werd hier in 919 gekroond. Quedlinburg
als bakermat van de Duitse keizer-dynas-
tie. Een wat ongunstigere Heinrich (Himm-
ler) greep later de roemrijke historie van
Quedlinburg aan voor propaganda-doelein-
den. De Sint-Servaaskerk werd een korte
periode ingericht als SS-heiligdom.
Quedlinburg is geen suffig toeristenstadje
dat één keer per jaar wordt opgepoetst tot
mooiste kerstdecor van Duitsland. In de
vakwerkpanden vind je fijne restaurants,
ateliers, een enkele boetiek en een bierbrou
werij. De eigentijdse trots van de stad is de
Lyonel-Feininger Gallery, met werken van
de beroemde Bauhaus-kunstenaar Lyonel
Feininger, een Duitser die later Ameri
kaans staatsburger werd.
Goed nieuws tot slot: de Engelse stoom
treinliefhebber kan rustig slapen. Een jon
ge ondernemer kocht de stationsgebouwen
en gaat ze piekfijn opknappen.
WAAR EN WAT
Breite Strasse in Quedlinburg. Nergens anders in Duitsland vind je zo'n uitzinnige verzameling
vakwerkhuizen. Schattingen lopen uiteen van 1.300 tot 2.000 exemplaren, foto Jürgen Meusel
KIJKDOOS
VAN
Quedlinburg
door Harri Theirlynck
Station Quedlinburg: aandoenlijk,
maar vervallen, foto Harri Theirlynck
Quedlinburg - op 500 kilometer
afstand vanaf Utrecht - ligt in de
deelstaat Saksen-Anhalt, Harz.
Per trein is het minimaal zeven
uur reizen; prijs vanaf 78 euro.
Zie www.nsinternational.nl.
Vakwerkhuistoppers: het gildehuis
Zur Rose uit 1612 en koopmans
huis Weisser Engel uit 1623, met
bijzonder stucplafond.
Mooiste plein: niet de Markt
plaats, maar dat aan de voet van
de Slotberg, waar het Klopstock-
haus staat, het geboortehuis van
dichter Friedrich Gottlieb Klop
stock, pal naast het terras van
Vincent, die je 145 verschillende
cheesecakes kan offreren.
Een bezoek aan vakwerkmuseum
Standebau (in een van Duitslands
oudste vakwerkhuizen, 1310) is
een must. Adres: Wordgasse 3.
Het toeristenbureau is gevestigd
aan de Markt 2. Zie www.quedlin-
burg.de en www.germany.travel